Vordering komt de commissie niet onrechtmatig of ongegrond voor en wordt toegewezen

De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Advocatuur Zakelijk    Categorie: Betaling    Jaartal: 2022
Soort uitspraak: Arbitraal Vonnis   Uitkomst: gegrond   Referentiecode: 36442/37595

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De advocaat heeft in opdracht en voor rekening van de verweerder werkzaamheden verricht. De advocaat vordert veroordeling van verweerders tot betaling van de niet betaalde declaraties, vermeerderd met de wettelijke handelsrente over de factuurbedragen vanaf de vervaldata van die facturen en vermeerderd met buitengerechtelijke incassokosten ad € 456,93. De verweerder heeft geen verweerschrift ingediend bij de commissie. De vordering van de eiser komt de commissie niet onrechtmatig of ongegrond voor, zodat deze toegewezen wordt. De klacht is gegrond.

De uitspraak

Ondergetekenden:
de heer mr. N. Schaar te Bussum, de heer mr. T.B.M. Kersten te ‘s-Hertogenbosch, de heer mr. C.J.J. Havermans te Den Haag, die in het onderhavige geschil als arbiters optreden, hebben het volgende vonnis gewezen.

Bevoegdheid arbiters en plaats van arbitrage
De bevoegdheid van de arbiters berust op een overeenkomst tot arbitrage, zoals vervat in een door beide partijen ondertekende opdrachtbevestiging waarbij partijen zich voor de beslechting van alle geschillen ontstaan naar aanleiding van de totstandkoming en/of uitvoering van de dienstverlening, inclusief alle declaratiegeschillen, onderwerpen aan arbitrage door de Geschillencommissie Advocatuur (hierna te noemen: de commissie). Aldus is voldaan aan de eis van artikel 1021 Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering. Partijen zijn tevens overeengekomen dat alle geschillen – zoals hiervoor omschreven – zullen worden beslecht overeenkomstig het Reglement Geschillencommissie Advocatuur (hierna te noemen: het Reglement).

De bevoegdheid van ondergetekenden om het geschil tussen partijen als arbiters te beslechten is gezien het vorenstaande gegeven. Zij dienen gelet op het bepaalde in artikel 31 van het Reglement te beslissen als goede personen naar billijkheid, waarbij zij met in achtneming van de tussen partijen gesloten overeenkomst als maatstaf voor het handelen van de advocaat hanteren dat deze heeft gehandeld zoals verwacht mag worden van een redelijk bekwame en redelijk handelende advocaat.

Als plaats van arbitrage is Utrecht vastgesteld.

Behandeling van het geschil
Op 12 juli 2022 heeft te Utrecht de mondelinge behandeling ten overstaan van de arbiters plaatsgevonden, bijgestaan door mevrouw mr. drs. P.G. Muller fungerend als secretaris.

Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen om ter zitting te verschijnen. Eiser is verschenen via een digitale videoverbinding. Verweerders zijn niet verschenen.

Standpunt van eiser
Voor het standpunt van eiser verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Eiser heeft in opdracht en voor rekening van verweerders werkzaamheden verricht. Hij heeft het overeengekomen uurtarief van € 175,– exclusief BTW gehanteerd en aan verweerders gespecificeerde declaraties gestuurd.

De declaraties hebben verweerders zonder protest behouden. De declaraties zijn onbetaald gebleven. Het gaat om een declaratie d.d. 6 december 2019 ad € 877,25 en om een declaratie d.d. 16 januari 2020 ad € 2.442,03. In totaal staat derhalve een bedrag van € 3.319,28 open. Eiser vordert veroordeling van verweerders tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke handelsrente over de factuurbedragen vanaf de vervaldata van die facturen en vermeerderd met buitengerechtelijke incassokosten ad € 456,93.

Standpunt van verweerder
Verweerders hebben geen verweer gevoerd.

Beoordeling van het geschil
De arbiters overwegen het volgende.

De arbiters beslissen als goede personen naar billijkheid met inachtneming van de tussen partijen gesloten overeenkomst, waarbij zij als maatstaf voor het handelen van de advocaat hanteren dat deze heeft gehandeld zoals verwacht mag worden van een redelijk bekwame en redelijk handelende advocaat.

Eiser heeft in opdracht van verweerders werkzaamheden verricht. Daarbij heeft hij het tussen partijen overeengekomen uurtarief gehanteerd. De facturen zijn voorzien van specificaties van de verrichtingen.
Van verweerders is geen verweer bekend. Nu de vordering van eiser de arbiters niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, zullen de arbiters die toewijzen, met dien verstande dat de buitengerechtelijke kosten door de arbiters naar redelijkheid en billijkheid zullen worden bepaald op € 150,00. De wettelijke handelsrente is, zoals gevorderd, toewijsbaar vanaf de vervaldata van de facturen.

Nu verweerders in het ongelijk worden gesteld, zullen de arbiters verweerders veroordelen de door eiser betaalde arbitragekosten te voldoen. Deze bedragen € 90,75. De arbiters bepalen voorts dat het bedrag dat eiser ter zake de arbitragekosten heeft voldaan in zijn geheel komt te vervallen aan de geschillencommissie.

Beslissing
De arbiters:
• veroordelen verweerders om aan eiser te voldoen een bedrag van € 3.319,28 ter zake van openstaande facturen, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over een bedrag van € 877,25 vanaf 21 december 2019 tot aan de dag van voldoening en met de wettelijke handelsrente over een bedrag van € 2.442,03 vanaf 31 januari 2020 tot aan de dag van voldoening;
• veroordelen verweerders om aan eiser te voldoen een bedrag van € 150,– ter zake van buitengerechtelijke incassokosten;
• veroordelen verweerders om aan eiser te voldoen een bedrag van € 90,75 ter zake van de arbitragekosten;
• bepalen dat het bedrag dat eiser ter zake de arbitragekosten heeft voldaan in zijn geheel komt te vervallen aan de geschillencommissie.