Vreemd merk voor ondernemer komt voor diens risico. Commissie stelt reparatiekosten bij.

  • Home >>
  • Voertuigen >>
De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Voertuigen    Categorie: Prijs    Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: VOE02-0466

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil
 
Het geschil vloeit voort uit een op 22 januari 2002 tussen partijen totstandgekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het verrichten van overeengekomen werkzaamheden..
 
De werkzaamheden zijn verricht van 22 januari tot februari 2002
 
De consument heeft in februari/maart 2002 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
 
De consument heeft een bedrag van € 772,17 niet betaald en bij de commissie gedeponeerd.
Standpunt van de consument
 
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. 

Op 21 januari 2002 is er bij het aanslepen van een auto iets misgegaan met mijn auto. De auto is bij de ondernemer achtergelaten met rookontwikkeling onder de motorkap. De volgende dag ben ik bij de ondernemer geweest, die vertelde dat er sprake was van verbrande koppelingsplaten, en dat reparatie, naast materiaalkosten, naar schatting anderhalve dag arbeidsloon zou kosten. Ik heb toen direct contact gezocht met mijn dealer, waar de auto altijd in onderhoud is, die mij desgevraagd meedeelde dat zij voor deze reparatie één dag werk zouden hebben gecalculeerd. Alles afwegende heb ik op grond van de mededeling van de ondernemer besloten de auto door de ondernemer te laten repareren. De dealer heeft mij zijn calculatie naderhand schriftelijk bevestigd in een proforma nota d.d. 28 februari 2002. Het arbeidsloon zou uitkomen op € 657,69. Dit is wat meer dan aanvankelijk geïndiceerd, maar dat is een gevolg van de later ook noodzakelijk gebleken vervanging van de distributieriem.
 
De reparatie heeft lang geduurd, ik heb de auto op 6 februari 2002 terugontvangen, 12 werkdagen nadat hij ter reparatie is aangeboden. In die periode ben ik verschillende keren bij de garage geweest om naar de voortgang te informeren. De vertraging werd met name veroorzaakt door het ontbreken van de juiste onderdelen, die dan weer besteld moesten worden. Nooit is er in die periode van de zijde van de ondernemer contact gezocht om mij te informeren over de voortgang, laat staan dat er met enig woord is gerept over een uit de hand lopend arbeidsloon.
 
Eind februari ontving ik de nota van de ondernemer, die naast de materiaalkosten, arbeidsloon vermeldt van € 1.176,88 (29,5 uur). Ik heb toen met de ondernemer gesproken, die mij vertelde dat er in werkelijkheid 34 uren werk was verricht. Ik heb geconstateerd dat dit onacceptabel veel afweek van de door hem geschatte anderhalve dag. Ik heb hem gevraagd de zaak nog eens te bekijken en mij nader te berichten. Bericht daarover bleef uit. Van mijn kant heb ik in de maanden maart, april en mei diverse keren telefonisch contact gezocht maar teruggebeld werd ik nooit. Omdat wij in die periode vanuit Tietjerk verhuisden naar Indijk heb ik ook de ondernemer eind mei daarover middels een verhuiskaart geïnformeerd. Omdat het naar mijn mening veel te lang duurde, en reactie uitbleef heb ik ten langen leste op 19 juni 2002 een brief gestuurd.
 
Inmiddels had ik, mede om verzekeringstechnische redenen, een expertisebureau ingeschakeld, die de zaak heeft bezien. Zij kwamen tot een heldere conclusie, namelijk dat de schadecalculatie niet correct was opgesteld. Zij berekenden voor arbeidsloon 12 uren werk, hetgeen zij “vertalen” in een bedrag van € 726,–.
 
Uiteindelijk ontving ik een brief van de ondernemer d.d. 22 augustus 2002, waarin zij aangeven hun standpunt ter zake van het arbeidsloon niet te willen herzien. De gedane beweringen over de dealer kan ik niet staven.
 
De consument verlangt vaststelling van zijn betalingsverplichting.
Standpunt van de ondernemer
 
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

De consument is al jaren klant bij ons en heeft nog nooit klachten over ons gehad. Op 22 januari 2002 stond de consument hier voor de deur met verbrande koppelingsplaten en vroeg of wij dat konden repareren. Wij zijn hiermee akkoord gegaan dus zijn we begonnen. Wij hebben de dealer gebeld met de vraag wat/hoe te doen, was eigenlijk niet bekend, want van deze auto’s zijn er maar heel weinig verkocht. Deze auto heeft namelijk een 6 cilinder handbak, terwijl het normaal altijd een automaat is.
 
De motor moest er volgens de dealer so wie so helemaal uit omdat er anders niet genoeg ruimte was, zogezegd zo gedaan, demontage motor, alles vervangen, montage motor. De consument is minstens één keer langs geweest toen de motor eruit lag en heeft diverse malen gebeld om te vragen hoe het ermee was, alles ging goed het was alleen veel werk. Toen alles klaar was, is de rekening opgesteld na telefonisch overleg met de dealer, waar ze ons mededeelden dat zijn ongeveer 20 uur werk hiermee hadden, wij hebben 28 uur werk gehad, wat wij hebben doorberekend. Aangezien wij een veel lager werkplaatstarief hanteren dan de dealer was de consument bij ons niets duurder uit dan bij de dealer.
 
Conclusie:
– De consument heeft de opdracht gegeven.
– De consument wist dat het veel werk was, zelf gezien en telefonisch medegedeeld.
– De reparatie is 100% goed uitgevoerd.
– De consument heeft er voor gekozen om de auto bij ons ter reparatie te brengen en het is niet van belang wat de dealer zegt/doet.
 
Beoordeling van het geschil
 
De commissie heeft het volgende overwogen.
 
Niet staat vast of partijen zijn overeengekomen hoelang de reparatie aan de auto van de consument zijn gaan duren. Voor risico van de ondernemer is, enerzijds, dat hij een voor hem vreemd merk/type auto ter reparatie accepteert, hetgeen meebrengt dat niet alle mogelijke kosten integraal aan de consument in rekening kunnen worden gebracht. Anderzijds dient – in casu – aansluiting te worden gezocht bij hetgeen gebruikelijk is om in rekening te worden gebracht bij een reparatie als de onderhavige. De tarieven die daarvoor door de dealer worden gehanteerd lijken daarbij het meest voor de hand te liggen. In dit licht bezien lijkt het aanbod van de consument, te weten voor wat betreft het arbeidsloon vergoeding van 18 uur a € 40,– per uur exclusief BTW, redelijk en billijk te zijn. De commissie zal dan ook dienovereenkomstig beslissen. Gelet op hetgeen door de consument is betaald dient hij – afgerond – nog € 238,- inclusief BTW aan de ondernemer te voldoen.
 
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.
 
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
 
Stelt de betalingsverplichting ter zake het arbeidsloon met betrekking tot de onderhavige reparatie vast op 18 uren à € 40,– per uur exclusief BTW.
 
De commissie wijst het meer of anders verlangde af.

Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 113,45 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
  
Aldus beslist door de Geschillencommissie Auto op 21 januari 2003.