Waterschade in belendende kamer welke aan ondernemer is toe te rekenen komt voor vergoeding in aanmerking.

De Geschillencommissie




Commissie: Installerende bedrijven    Categorie: Schadevergoeding    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 40699

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 5 april 2003 tussen partijen totstandgekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van en installeren van een badkamer tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 18.000,–. De overeenkomst is uitgevoerd op of omstreeks 16 februari 2004.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument, verwoord door diens vertegenwoordiger, luidt in hoofdzaak als volgt.   De consument sloot met de ondernemer op of omstreeks 5 april 2003 een overeenkomst met betrekking tot de levering en plaatsing van badkamersanitair. De aanneemsom bedroeg in totaal € 18.000,– en werd geheel voldaan.   In juli 2008 heeft de consument geconstateerd dat er in de kinderslaapkamer, grenzend aan de badkamer, schimmelvorming is ontstaan. Daarvan heeft de consument de ondernemer bij brief d.d. 21 juli 2008 reeds op de hoogte gesteld. De ondernemer heeft evenwel nimmer inhoudelijk op deze brief gereageerd.   De verzekeraar van de consument heeft de schimmelvorming door een expertisebureau laten onderzoeken. Uit de rapportage van het expertisebureau in 2008 en 2009 is het navolgende gebleken   De afvoergoot van de doucheruimte is niet geheel waterpas aangebracht (rapport 18 maart 2008). Er is een lekkage aangetroffen bij de aansluiting van de RVS afvoergoot met de kunststof waterleiding (brief [expertisebureau] d.d. 28 oktober 2009). Een afvoerbuis onder de vloer van de badkamer is bij de installatie te hard aangedrukt waardoor het rubbertje bij de aansluiting scheef kwam te zitten, hetgeen een zeer langzame wateruitstroom kon veroorzaken. Er is derhalve sprake van een langdurige vochtinwerking (brief expertisebureau d.d. 18 november 2009).   Met de voormelde rapportage van het expertisebureau is voldoende aangetoond dat de ondernemer de met de consument gesloten overeenkomst niet deugdelijk is nagekomen. De consument behoefde niet te verwachten dat zij slechts enkele jaren na de installatie van de nieuwe badkamer te maken zouden krijgen met een aanzienlijke lekkage. De ondernemer is toerekenbaar tekort geschoten in de nakoming van de overeenkomst. De consument stelt de ondernemer daarvoor in gebreke.   Voorts stelt de consument de ondernemer aansprakelijk voor de door de lekkage ontstane gevolgschade. Deze is immers aan de ondernemer toe te rekenen. Een opgave van deze schade wordt thans opgemaakt.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   Naar aanleiding van de brief van 21 juli 2008 van de consument, hebben wij de consument bezocht en hebben ter plekke geconstateerd dat er schimmelvorming in de aangrenzende slaapkamer te zien was. Tegen deze muur heeft een kast gestaan waardoor door slechte ventilatie de schimmelvorming is ontstaan. Omtrent lekkage hebben wij niets kunnen constateren. Wij hebben aangeboden het kitwerk te vervangen en dit is ook uitgevoerd. Vervolgens worden wij nu geconfronteerd met de brief van 4 januari 2010 en hebben niet zelf kunnen constateren wat het juiste probleem is en waardoor het ontstaan is. Wij kunnen slechts uitgaan van een conclusie van derden.   In het eerste schrijven op 28 oktober 2009 van de verzekeraar van de consument wordt gesuggereerd dat de lekkage door de aansluiting komt van de draingoot op de afvoer, daadwerkelijk geconstateerd is het niet en zeker niet door een vakkundig persoon op dit gebied. Ze schrijven ook dat ze niet weten of het een constructiefout is. Ook zeggen ze in dit schrijven dat er foto’s gemaakt zouden worden als de draingoot wordt uitgehakt, deze waren helaas niet bij dit schrijven bijgevoegd. Wij zouden deze graag willen zien om dan een goed en deskundig oordeel te vellen over het geen er uit op te maken is.   Wij hebben niet de kans gehad om de schade zelf te constateren c.q. te herstellen. Te allen tijde dienen wij hiervan in kennis te worden gesteld. Dit is zeker het geval wanneer zonder toestemming aan derde opdracht wordt gegeven om het probleem op te lossen.   Er wordt in het schrijven van 18 november 2009 gesproken over een rapportage van "schade", echter ook dit schrijven wordt niet als bijlage toegevoegd. De verzekerde heeft de vloer zelf laten openhalen en er wordt niet vermeld of dit door de mensen zelf gedaan is of door een gespecialiseerd bedrijf. Indien het door een gerenommeerd bedrijf is uitgevoerd, waar is dan het verslag van de uitgevoerde werkzaamheden? De buis zou te hard zijn aangedrukt waardoor er mogelijk water uit de buis zou stromen. Wie heeft dit geconstateerd en zijn hier foto’s van gemaakt? Dit is zeer belangrijk aangezien er verder in dit schrijven staat vermeld dat na het testen van deze buis er niet is gebleken dat er water uitstroomde, alleen dat er niet wordt uitgesloten dat er na "langdurige" belasting water uit zou kunnen stromen. Onze vraag is dan ook, wat verstaat men onder langdurige belasting?   Deskundigenrapport   De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voorzover thans van belang, het volgende vastgesteld.   Bij controle was de vloer reeds uitgehakt en was doucheput verwijderd en er lag een stukje PVC afvoer 40 mm met een verloop 50 x 40, geschoven in een mof met rubber ringen, omdat in de vloer pp aanwezig was. Doordat het verloop te diep in de mof was geschoven tot aan de rubberrand zou hier water doorheen kunnen lopen wat zich in de voer zou kunnen verzamelen en naar de slaapkamer hebben kunnen lopen, echter het kan maar heel weinig vocht geweest zijn. Ik kreeg een foto van de wand met aansluiting op de vloer van de slaapkamer en zag dat de lekkage ook in het staande gedeelte van de wand te zien was en er was geen lekkage te zien in de woonkamer beneden. Ik heb toen de rozetten van de mengkraan in de douche naar achter geschoven en zag dat de gaten wel afgekit waren, echter niet voldoende. De douchekop bestaat uit twee douchekoppen op stang en kunnen versteld worden en daardoor ook veel op de muur gericht kunnen zijn en dan gaat het water zoeken via de gaten voor de aansluiting van de douchekraan achter de tegels en zo naar de vloer en de wand van de slaapkamer.   Na herstel van de afvoer en plaatsen van de nieuwe doucheafvoer met aansluiting 50 mm moet de tegelvloer aangeheeld worden met nog aanwezige tegels. Volgens de ondernemer is de verwarmingsdraad van de vloerverwarming te herstellen. Deze was bij het hakken geraakt en beschadigd. De douchemengkraan moet er afgehaald worden, kit verwijderen en schoonmaken. Daarna gaten en rozetten goed afwerken met sanitairkit.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   De commissie neemt de bevindingen en conclusies van de deskundige over en maakt deze tot de hare. Mede gelet daar op is de commissie van oordeel dat de ondernemer de kranen ondeugdelijk heeft geplaatst en dat deze herstel behoeven. In beginsel dient de ondernemer voor herstel te zorgen. Nu partijen echter niet meer op goede voet lijken te verkeren zal de commissie de geschatte herstelkosten – naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid te begroten op € 100,– inclusief BTW – bij wijze van schadevergoeding toekennen. De door de consument geleden vervolgschade, te weten waterschade in een belendende kamer welke door de consument ter zitting is gepresenteerd en die niet onredelijk lijken, ad € 544,– dient de ondernemer eveneens te vergoeden. Anders is dat met de vloer van de badkamer: daarvan kan in redelijkheid de ondernemer niet verantwoordelijk worden gehouden nu dit geheel op initiatief van de consument, daarin ten onrechte gesteund door het rapport van Hedex, is opengebroken met alle gevolgen van dien.   Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ten dele gegrond is. De kosten worden gematigd als na te melden.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 644,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.   Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.   De commissie wijst het meer of anders verlangde af.   Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 125,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.   Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 80,–.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Installerende Bedrijven op 5 augustus 2010.