Wijziging algemene voorwaarden. De consument heeft geen recht op terugstorting van het bedrag van het resterende beltegoed

De Geschillencommissie




Commissie: Telecommunicatiediensten    Categorie: Algemene voorwaarden    Jaartal: 2015
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: TEL07-0283

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft de terugbetaling van het prepaid-beltegoed.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   De consument heeft in de zomer van 2004 een abonnement afgesloten bij de ondernemer. Op dat moment heeft hij een beltegoed van € 75,– gekocht. De consument heeft aangegeven dat hij hiertoe met name heeft besloten omdat de voorwaarden van de ondernemer aantrekkelijker waren dan de voorwaarden die andere aanbieders hanteerden. Met name sprake de consument aan dat hij niet verplicht was het beltegoed jaarlijks op te waarderen. Voor het behoud van het beltegoed was het voldoende dat hij jaarlijks tenminste één keer het toestel gebruikte voor het voeren van een telefoongesprek of het verzenden van een sms-bericht. In 2006 heeft de ondernemer haar algemene voorwaarden in die zin gewijzigd dat het beltegoed jaarlijks opgewaardeerd diende te worden, bij gebreke waarvan het resterende beltegoed zou komen te vervallen en de overeenkomst wordt ontbonden. De consument is hiervan niet schriftelijk op de hoogte gebracht. Bovendien heeft deze wijziging van de algemene voorwaarden van de ondernemer niet op hem betrekking, omdat hij met de ondernemer een overeenkomst heeft gesloten op basis van de in 2004 geldende voorwaarden en hij niet heeft ingestemd met de nieuwe algemene voorwaarden.   De consument verlangt ontbinding van de overeenkomst en terugstorting van het bedrag van het nog resterende beltegoed ad € 57,23.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   De ondernemer heeft aangevoerd dat zij op grond van artikel 1.3 van haar algemene voorwaarden gerechtigd is deze algemene voorwaarden te wijzigen. Indien een consument het niet eens is met deze wijziging kan hij de overeenkomst schriftelijk opzeggen. Wijzigingen van de algemene voorwaarden gaan in beginsel vier weken na de bekendmaking in. Bij brief van 10 mei 2007 heeft de ondernemer de vervaldatum van het beltegoed nader vastgesteld op 31 juli 2007, omdat haar is gebleken dat de communicatie over de wijziging van de algemene voorwaarden over de houdbaarheid van het prepaid-beltegoed niet duidelijk is geweest. De consument worden zo spoedig mogelijk geïnformeerd over een definitieve vervaldatum. De ondernemer is niet bereid het resterende beltegoed aan de consument uit te betalen.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   Op grond van artikel 1.3 van de algemene voorwaarden van de ondernemer is de ondernemer gerechtigd deze algemene voorwaarden te wijzigen. Indien de consument deze wijziging niet accepteert, kan hij de overeenkomst schriftelijk opzeggen. De opzegging dient voor de ingangsdatum van de nieuwe algemene voorwaarden door de ondernemer te zijn ontvangen. Aangezien de ondernemer de vervaldatum van het beltegoed voorlopig heeft vastgesteld op 1 juli 2007 brengt een redelijke uitleg van de algemene voorwaarden met zich mee dat de consument in beginsel tot 1 juli 2007 de gelegenheid heeft de overeenkomst op te zeggen, indien hij de nieuwe algemene voorwaarden niet accepteert.   Resteert de vraag of de consument, indien hij besluit de overeenkomst op te zeggen, aanspraak heeft op terugstorting van het bedrag van het resterende beltegoed. De commissie beantwoordt deze vraag ontkennend. Bij het sluiten van het abonnement heeft de consument namelijk, anders dan hij zelf meent, niet uitsluitend een beltegoed van € 75,– gekocht. Hij heeft voor dit bedrag tevens een telefoontoestel ontvangen en de mogelijkheid gekregen gedurende drie jaren gebruik te maken van het mobiele netwerk en is gedurende deze periode via dit netwerk bereikbaar geweest. De consument is bovendien voldoende in de gelegenheid geweest het beltegoed te gebruiken, zonder dat hij tot onredelijk belgedrag zou zijn gedwongen.   De ondernemer heeft ter zitting de consument een aanbod gedaan voor een minnelijke regeling. De ondernemer heeft gesteld dit uit coulance overwegingen te doen. De consument heeft dit aanbod niet willen accepteren en gesteld de voorkeur te geven aan een advies van de commissie. Onder deze omstandigheden zal de commissie dan ook niet van de ondernemer verlangen het ter zitting gedane aanbod gestand te doen.   Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   Het door de consument verlangde wordt afgewezen.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Telecommunicatie op 1 juni 2007.