Commissie: Energie
Categorie: Tariefbepalingen
Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
67956
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil heeft betrekking op de afrekeningmethode voor het verbruik van gas. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. De ondernemer heeft in 2005 de manier van afrekenen veranderd door de meter te belasten in plaats van het doorgevoerde gas. Ik heb G-10 gas aansluiting terwijl volstaan kan worden met G-4 aansluiting. Door dit minimaal te communiceren heeft de ondernemer op deze manier mij ten onrechte gedurende langere tijd teveel in rekening gebracht. Ik meen dat dit bedrag aan mij dient te worden terugbetaald en dat de ondernemer kosteloos een andere meter dient te plaatsen. Voorts dient de ondernemer al hun klanten over deze veranderde manier van afrekenen in te lichten. Standpunt van de ondernemer Het – uitvoerige – standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak en sterk samengevat, als volgt. De consument woont sinds 1970 in de woning in [plaatsnaam]. Kennelijk is er op enig moment – mogelijk voorafgaande aan de bewoning door de consument – reden geweest om een grotere gasmeter te plaatsen dan gebruikelijk voor een woning. Het is de verantwoordelijkheid van de consument om te bepalen wat de noodzakelijke omvang dient te zijn voor het verbruik van gas. In 2004 zijn de wijzigingen van de tarieven bekend gemaakt en toegelicht in alle regionale dagbladen in het verzorgingsgebied, zodat de consument had kunnen nagaan wat de consequenties van de tariefwijzigingen voor hem betekende. Dit te meer omdat in die publicaties duidelijk is gemaakt dat de capaciteit van de meter een bepalende factor voor het totaal van de kosten van het transport was geworden. De kosten van het plaatsen van een kleinere meter dienen voor rekening van de consument te komen. De consument heeft zelf besloten om de meter te vervangen en wist van te voren dat daaraan kosten waren verbonden. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. De klacht van de consument komt er in essentie op neer dat hij op het moment dat in 2005 de capaciteit van de aansluiting, bepaald door de capaciteit van de meter, de belangrijkste bepalende factor werd voor de kosten die voor het transport in rekening werden gebracht, onvoldoende op de hoogte is gebracht van de consequenties daarvan. De consument beschikt over een G-10 meter welke hij voor zijn huishouding niet nodig heeft. Immers volstaan zou kunnen worden met een G-4 meter, waarvan de kosten lager zijn dan de G-10 meter. De consument meent dat op basis van bovenstaande hij teveel heeft betaald en wenst het teveel betaalde bedrag terug te ontvangen. Voorts wenst hij dat de ondernemer zijn meter kosteloos voor een kleinere vervangt. Beoordeeld dient te worden of de ondernemer zich voldoende heeft ingespannen om aan haar afnemers duidelijk te maken wat de consequenties waren van de wijziging in de afrekenmethode. De commissie is van oordeel dat de ondernemer op voldoende en correcte wijze conform de door haar gehanteerde algemene voorwaarden haar afnemers op de hoogte heeft gesteld van de wijzigingen. Uit de door de ondernemer overgelegde afschriften van de publicaties in regionale dagbladen is naar behoren gewezen op de verschillen in capaciteitsmeters en de consequenties daarvan. Uit die publicaties blijkt dat daarin de verschillende capaciteitmeters en de daarbij behorende tarieven zijn aangegeven. Daarnaast zijn de afnemers in die publicaties gewezen op de mogelijkheid om de meter te laten vervangen door een andere. Naar het oordeel van de commissie heeft de ondernemer daarmee voldoende aan zijn informatieverplichting voldaan en was het niet nodig om elke individuele afnemer hierover te benaderen. Te meer nu er van uitgegaan mag worden dat destijds bij de eerste plaatsing er een beoordeling heeft plaatsgevonden omtrent de benodigde capaciteit en dat op basis daarvan een meter is geplaatst. Niet valt in te zien op basis van welke rechtsgrond de ondernemer gehouden zou kunnen worden om de meter kosteloos te vervangen voor een andere. Immers, het feit dat in de woning van de consument een grotere meter aanwezig was dan noodzakelijk, schept geen verplichting voor de ondernemer om deze kosteloos te vervangen. Te meer nu de wijziging in de kostenstructuur – waarbij de grote van de meter een belangrijke rol is gaan spelen – op voldoende wijze aan de consument bekend is gemaakt, waarbij hij gewezen is op de mogelijkheid om de meter te vervangen. Een en ander zou anders kunnen zijn indien in het verleden door de ondernemer ten onrechte een meter met een te grote capaciteit zou zijn geplaatst, hetgeen niet is gesteld of gebleken. Bovenstaande leidt voorts tot het oordeel dat betalingen ter zake door de consument niet zonder rechtsgrond zijn verricht, zodat geen sprake is van een onverschuldigde betaling. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing Het door de consument verlangde wordt afgewezen. Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie en Water op 16 augustus 2012.