Zaak niet adequaat opgepakt ten aanzien van plan van aanpak en declaratiebeleid.

De Geschillencommissie




Commissie: Advocatuur    Categorie: Tekortkoming in de uitvoering opdracht    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 41964

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft de kwaliteit van dienstverlening van de advocaat ter zake een arbeidsrechtelijk geschil met de voormalige werkgever van de echtgenoot van de cliënte en de declaraties die de advocaat daarvoor in rekening heeft gebracht.   De cliënte heeft een bedrag van € 3.621,27 niet aan de advocaat voldaan. Dit bedrag is overeenkomstig het Reglement van de commissie in depot gestort.   Standpunt van de cliënte   Voor het standpunt van de cliënte verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het betoog van de cliënte op het volgende neer.   De cliënte stelt zich op het standpunt dat zij geen reactie van de advocaat heeft ontvangen op haar brieven. Bovendien heeft de advocaat geen plan van aanpak opgesteld en heeft hij zich niet pro actief opgesteld. In de visie van de cliënte heeft de advocaat niet de wil gehad om de zaak tot een goed einde te brengen. Een andere advocaat heeft de zaak in korte tijd de zaak wel opgelost.   Op grond van het voorgaande verzoekt de cliënte de commissie te bepalen dat de openstaande declaratie wordt gecrediteerd.   Standpunt van de advocaat   Ondanks daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld, heeft de advocaat geen schriftelijk verweer bij de commissie ingediend. Ter zitting heeft de advocaat verklaard dat zijn standpunt staat weergegeven in zijn brief aan de Raad van Toezicht van de Orde van Advocaten in [het arrondissement] gedateerd 14 oktober 2008. Voor het standpunt van de advocaat verwijst de commissie naar deze brief. In de kern komt het betoog van de advocaat op het volgende neer.   De advocaat stelt zich op het standpunt dat hij op correcte wijze zijn diensten aan de cliënte heeft verleend. De cliënte is steeds over de voortgang van de zaak geïnformeerd.   Op grond van het voorgaande verzoekt de advocaat – althans zo verstaat de commissie het verzoek van de advocaat – de commissie om de klachten en de vordering van de cliënte af te wijzen.   Beoordeling van het geschil   Naar aanleiding van het over en weer door partijen gestelde overweegt de commissie het volgende.   De door de cliënte geuite klachten hebben betrekking op de kwaliteit van de dienstverlening door de advocaat. Deze klachten lenen zich voor een gezamenlijke beoordeling. Centraal staat daarbij de vraag of de advocaat heeft gehandeld zoals van een redelijk bekwaam en redelijk handelend advocaat mag worden verwacht. Naar het oordeel van de commissie dient deze vraag ontkennend te worden beantwoord. De commissie overweegt daartoe als volgt.   Vaststaat dat de cliënte met haar inmiddels overleden echtgenoot zich tot de advocaat heeft gewend omtrent de arbeidsrechtelijke situatie van de echtgenoot van de cliënte. De echtgenoot van de cliënte was bijna 30 jaar in dienst bij zijn werkgever en sinds eind 2003 was hij niet meer in staat arbeid te verrichten wegens burn-outklachten. Nadien is hij op therapeutische basis aangevangen met zijn werkzaamheden. De werkgever wenste echter geen uitvoering te geven aan het reïntegratietraject. Met de cliënte is de commissie van oordeel dat de advocaat de zaak niet adequaat heeft opgepakt. Behoudens enkele inhoudelijke brieven heeft de commissie niet kunnen constateren dat de advocaat enige wezenlijke inhoudelijke bijdrage heeft kunnen leveren aan de oplossing van de arbeidsproblematiek waarvoor de cliënte met haar echtgenoot bijstand heeft verzocht aan de advocaat. Naar het oordeel van de commissie is de advocaat met name te kort geschoten in het door de cliënte verzochte plan van aanpak ter oplossing van de arbeidsproblemen en met betrekking tot het declaratiebeleid. De cliënte heeft diverse malen opheldering gevraagd aan de advocaat ter zake zijn gedeclareerde uren. De advocaat heeft de cliënte en de commissie niet kunnen overtuigen van het tegendeel, noch in woord, daad of geschrift.   Gelet op het vorenstaande is de commissie van oordeel dat de advocaat niet adequaat heeft gehandeld. Mitsdien heeft de advocaat naar het oordeel van de commissie niet gehandeld zoals van een redelijk bekwaam en redelijk handelend advocaat mag worden verwacht zodat de klacht van de cliënte gegrond is. Gelet op het vorenoverwogene, de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting acht de commissie het redelijk en billijk dat de cliënte aan de advocaat een bedrag is verschuldigd van € 500,–. De commissie zal dan ook bepalen dat uit het in depot gestorte bedrag van € 3.621,27 aan de advocaat een bedrag van € 500,– wordt overgemaakt. Het restant van het depotbedrag zal aan de cliënte worden gerestitueerd.   Gelet op het feit dat de advocaat wel degelijk werkzaamheden ten behoeve van de cliënte heeft verricht, ziet de commissie geen aanleiding voor de door de cliënte verzochte gehele creditering van de openstaande declaratie.   Nu de klachten van de cliënte gegrond worden verklaard ziet de commissie daarin aanleiding de advocaat te veroordelen tot vergoeding van het klachtengeld derhalve een bedrag van € 75,–. Bovendien dient de advocaat – overeenkomstig het reglement van de commissie – een bijdrage van € 115,– in de behandelingskosten aan de commissie te voldoen.   Hetgeen partijen ieder voor zich verder nog naar voren hebben gebracht, behoeft – naar het oordeel van de commissie – geen verdere bespreking, nu dat niet tot een ander oordeel kan leiden.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   De commissie verklaart de klachten gegrond.   De commissie bepaalt dat de cliënte aan de advocaat een bedrag is verschuldigd van € 500,–. Met inachtneming van het vorenstaande wordt het depotbedrag van € 3.621,27 als volgt verdeeld. Een bedrag van € 500,– wordt aan de advocaat overgemaakt, het resterende bedrag van € 3.121,27 wordt aan de cliënte gerestitueerd.   Overeenkomstig het reglement van de commissie dient de advocaat het klachtengeld aan de cliënte, die deze kosten heeft voldaan, ter hoogte van € 75,– te vergoeden. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de advocaat aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag van € 115,– verschuldigd.   De commissie wijst het meer of anders verzochte af.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Advocatuur op 11 mei 2011.