Commissie: Telecommunicatiediensten
Categorie: Bevoegdheid
Jaartal: 2015
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
61080
De uitspraak:
Standpunt van de consument
De consument klaagt gemotiveerd over een aantal kwaliteitsgebreken in zowel de tv ontvangst als de internetverbinding en de telefoonaansluiting. Het stoort hem dat de ondernemer dit niet heeft kunnen oplossen. Door een groot aantal vruchteloze bezoeken van monteurs heeft hij als zelfstandig ondernemer veel inkomensverlies geleden. De consument geeft aan schadevergoeding te verlangen van € 9.732,02 nader te verhogen met kosten ontstaan na aanmelding van het geschil bij de commissie. Standpunt van de ondernemer De ondernemer geeft aan dat sinds juli 2009 veel aandacht is besteed aan het goed doen functioneren van de aansluiting van de consument. Zo is de gehele (buiten)aansluiting vernieuwd en zijn er talloze monteursbezoeken geweest. Er is ook inderdaad een defect aan een kabel geweest, maar dat is opgelost. Verder is ook nog gewerkt aan diverse apparatuur; het duurde 20 maanden alvorens de tv-storing was opgelost. Het merendeel van de storingen betrof de binneninstallatie, waarvoor de ondernemer niet aansprakelijk is. Aan de consument is uit coulance een bedrag van € 2.000,– aangeboden wegens de langdurige overlast. De consument heeft dat niet geaccepteerd; het aanbod is daardoor vervallen. De ondernemer bestrijdt de vordering van de consument tot schadevergoeding. Er is alleen nog een vergoeding mogelijk op basis van niet genoten tv ontvangst. De ondernemer merkt nog op dat de commissie niet ontvankelijk is (bedoeld zal zijn: niet bevoegd is) inzake klachten en vorderingen inzake beroep en bedrijf. Daardoor kan de commissie ook geen uitspraak doen over de vorderingen van de consument inzake derving van inkomsten als ondernemer. Beoordeling van het geschil De commissie heeft de consument bij de aanvang van de zitting op het volgende gewezen. De commissie is niet bevoegd kennis te nemen van klachten in het kader van beroep en bedrijf. Nu de consument schade heeft gevorderd als ondernemer zou dat behandeling dus in de weg staan. De consument heeft echter verklaard niet als ondernemer op te treden, maar wel als ondernemer schade te hebben geleden. Hij heeft zich nu voorgenomen deze schade bij de gewone rechter te vorderen. De commissie heeft er vervolgens op gewezen, dat een dergelijke splitsing van de huidige consumentenklacht en de schade als ondernemer wellicht ook bij de gewone rechter niet tot het door consument gewenste resultaat zou leiden. De consument wilde de behandeling van de klacht echter voortzetten. Met het buiten behandeling laten van het verzoek tot schadevergoeding in het kader van ondernemerschap is ook de financiële grens met betrekking tot de ontvankelijkheid van een consument in zijn klacht (te weten € 5.000,–) niet meer overschreden in dit geding zodat de behandeling kon worden voortgezet. De commissie is van oordeel dat de klacht deels gegrond is. De ondernemer heeft een flinke inspanning gedaan om de problemen met de diverse diensten op te lossen. Het heeft echter zeer lang geduurd voordat het tv signaal goed was; de consument ontkent zelfs dat de tv nu goed werkt, maar de ondernemer heeft dat naar het oordeel van de commissie gemotiveerd voldoende weersproken. Een vergoeding voor geleden ergernis en ongemak en compensatie voor niet genoten abonnementsdiensten zoals eerder door de ondernemer aangeboden is dan ook op zijn plaats. De commissie stelt het vergoedingbedrag naar redelijkheid vast op € 500,–. Ook een tegemoetkoming voor de werkzaamheden door de consument is daarin begrepen, benevens het klachtengeld. De commissie is van oordeel, dat de overige door de consument gevorderde schade hetzij naar geldende inzichten in het maatschappelijk verkeer voor eigen rekening van de consument moeten blijven, dan wel dat deze schade onvoldoende is onderbouwd zodat de commissie aan deze vordering voorbij zal gaan. De door de consument gevorderde schade als ondernemer is in het kader van dit geschil zoals hiervoor al gezegd niet van belang. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De commissie wijst het door de consument verlangde gedeeltelijk toe, in die zin dat de ondernemer een vergoeding van € 500,– aan de consument zal betalen binnen 14 dagen na verzending van deze beslissing . Aldus beslist door de Geschillencommissie Elektronische Communicatiediensten op 29 februari 2012.