Commissie: Zorg Algemeen
Categorie: Informatieverstrekking / Kosten
Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
186206/191011
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De cliënte klaagt over een nota die zij heeft ontvangen voor twee intakegesprekken. Volgens de zorgaanbieder hoeft de cliënte niet gewezen te worden op het feit dat kosten zijn verbonden aan de intakeprocedure.
Naar het oordeel van de commissie vallen de gesprekken die de cliënte bij de zorgaanbieder heeft gevoerd onder diagnostiek consulten. Dit valt onder basiszorg zoals vergoed door de zorgverzekeraar (afgezien van het eigen risico) en dan hoeft een zorgaanbieder de tarieven niet vooraf kenbaar te maken. De klacht is ongegrond.
De uitspraak
in het geschil tussen
[Naam], wonende te [woonplaats](hierna te noemen: klaagster)
en
PSY-Care BV, gevestigd te Valkenburg, Limburg
(hierna te noemen: de zorgaanbieder).
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Zorg Algemeen (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
De mondelinge behandeling van het geschil heeft plaatsgevonden op 20 december 2022 te Utrecht.
Partijen hebben ter zitting hun standpunt toegelicht.
Namens de zorgaanbieder zijn ter zitting verschenen [naam] en [naam], directie zorgaanbieder.
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft een nota voor twee intake-gesprekken.
Standpunt van de klaagster
Voor het standpunt van de klaagster verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De praktijkondersteuner van de huisartsenpraktijk heeft klaagster gewezen op de mogelijkheid om een psycholoog bij de zorgaanbieder te bezoeken om te kijken of dat eventueel misschien iets voor haar zou zijn. Klaagster is automatisch doorverwezen en krijgt bericht van de zorgaanbieder dat zij zich kan aanmelden. Vervolgens is klaagster uitgenodigd voor twee intakegesprekken in juni 2022.
Op 27 juli 2022 ontvangt klaagster een e-mail van haar zorgverzekeraar dat er een bedrag van € 385,–, de hoogte van haar eigen risico, wordt afgeschreven. Op de zorgkostenfactuur staan dat de zorgaanbieder een bedrag van € 426,85 heeft gerekend voor de intake, die uit het beantwoorden van vragenlijsten bestaat (die klaagster ook al vooraf online heeft ingevuld via Embloom). Klaagster is niet vooraf op de hoogte gesteld dat de intake-gesprekken in rekening zouden worden gebracht. Zij gaat dan ook niet met de rekening akkoord.
Uit de Algemene Voorwaarden van de zorgaanbieder valt niet op te maken dat dit bedrag gevraagd wordt voor de intake, of dat er überhaupt kosten aan zijn verbonden. Ook is er niet door één van de medewerkers van de zorgaanbieder gesproken over kosten, noch stond er iets over vermeld in de e-mail bevestigingen, noch valt er via hun website informatie over te krijgen.
Er wordt verder evenmin onderscheid gemaakt tussen bezoeken, afspraken, of behandelingen. Dit wordt niet eens benoemd.
In de Algemene Voorwaarden van de zorgaanbieder wordt ook niet duidelijk gemaakt dat zij het intakegesprek als ‘de start van de zorg’ beschouwen, er worden hierbij ook geen data genoemd.
De start van de zorg is klaagsters inziens niet bij aanvang van een intakegesprek, omdat er nog onduidelijk is of, en zo ja hoe, er zorg verleend kan worden. De zorgaanbieder heeft zelf aangegeven dat hier pas in het adviesgesprek na afloop van de intake een besluit over wordt genomen samen met de klaagster, maar dit heeft tot op heden niet plaatsgevonden. Juridisch gezien is er pas sprake van zorg nadat er überhaupt is vastgesteld dat de organisatie de zorggebruiker daadwerkelijk zorg kan bieden die voor het individu van toepassing is. Maar dat is dus niet vastgesteld.
Kortom er kan niet van ‘zorg’ worden gesproken als het om een intake gaat, en het is onterecht om hier geheel buiten klaagsters weten om een zorgkostenfactuur voor op te stellen.
Klaagster verzoekt de zorgaanbieder daarom om de desbetreffende zorgnota’s volledig in te trekken, want als zij van tevoren wel was geïnformeerd, en zij geweten had dat zij € 426,85 moest betalen voor een intake, dan was zij er nooit aan begonnen.
Standpunt van de zorgaanbieder
Voor het standpunt van de zorgaanbieder verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De zorgaanbieder verwijst voor haar standpunt naar de reactie van de Nederlandse Zorgautoriteit (verder: NZa). De zorgaanbieder heeft de klacht van klaagster voorgelegd aan de NZa.
Deze heeft als volgt geantwoord:” Een zorgaanbieder is niet verplicht om in algemene voorwaarden te bepalen dat een intake gesprek tot declarabele zorg behoort. Dit volgt al uit onze regels voor bekostiging van de ggz zorg. Zorgaanbieders in de ggz zijn wettelijk verplicht zich te houden aan de door de NZa vastgestelde prestaties en maximumtarieven. Binnen het zorgprestatiemodel, het bekostigingsmodel voor de ggz, bestaan twee type consulten: diagnostiek en behandelconsulten. De intake valt onder diagnostiek consulten. Wanneer de behandelaar een verwezen patiënt ziet in het kader van de intake dan wordt dit middels diagnostiek consulten in rekening gebracht. De uitvoerdatum en starttijd van het consult is dan de start van deze prestatie. De beroepscategorie, de setting consulttype en de tijdsduur bepalen het tarief. Wanneer de patiënt zorg in natura afneemt (gecontracteerd zorgaanbod), zijn de tarieven een gevolg van onderhandelingen tussen zijn/haar verzekeraar en de betreffende zorgaanbieder. De tarieven mogen niet hoger zijn dan de NZa vastgestelde maximumtarieven voor de ggz”.
De zorgaanbieder heeft als GGZ-instelling zich gehouden aan de regels van het NZa en de Zorgverzekeringswet en binnen deze marges heeft zij het zorgproces vormgegeven.
Ter zitting heeft de zorgaanbieder haar standpunt nader toegelicht. In de afspraakbevestiging die klaagster heeft ontvangen per e-mail staat uitdrukkelijk vermeld dat er bij afwezigheid kosten in rekening worden gebracht. De consulten hebben respectievelijk 1,5 uur en 1 uur geduurd. Daarna zou een adviesgesprek plaatsvinden maar omdat klaagster geen vertrouwen meer had heeft dit gesprek niet plaatsgevonden.
Beoordeling van het geschil
De commissie overweegt in de eerste plaats dat de Wet geneeskundige behandelovereenkomst (WGBO) niet voorziet in een verplichting tot het verstrekken van informatie over de gehanteerde tarieven van verzekerde (basis)zorg door de zorgaanbieder aan patiënten.
Ingevolge artikel 38 en 39 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vastgesteld met betrekking tot de informatieverplichting van zorgaanbieders. Ingevolge artikel 4 van de beleidsregel Transparantie Zorgaanbieders (TH/NR-018) dienen zorgaanbieders aan te geven of de te leveren dienst valt onder de verzekerde aanspraak van de Zorgverzekeringswet. De zorgaanbieder dient tijdig voorlichting te geven over tarieven wanneer deze rechtstreeks met de consument worden verrekend (onverzekerde zorg) en/of wanneer de consument daarom vraagt.
Klaagster heeft gesteld dat de zorgaanbieder niet is gestart met haar behandeling. Zij mocht erop vertrouwen dat de twee intakegesprekken, die bestonden uit het invullen van vragenlijsten kosteloos waren.
De commissie stelt vast dat klaagster via haar huisarts is doorverwezen naar de zorgaanbieder.
Klaagster heeft twee gesprekken gehad met de zorgaanbieder, van 1,5 uur en van 1 uur. Deze intake gesprekken vallen volgens de NZa richtlijnen onder diagnostiek consulten. De zorgaanbieder heeft deze consulten bij de zorgverzekeraar ingediend. Klaagster heeft van de zorgverzekeraar een nota ontvangen voor het wettelijk vastgesteld eigen risico ad € 385,–.
De commissie overweegt dat de diagnostische consulten die klaagster heeft gehad bij de zorgaanbieder, vallen onder de basiszorg die door een zorgverzekeraar wordt vergoed behoudens het eigen risico dat klaagster is verschuldigd in dat jaar. Nu er sprake is van verzekerde zorg bestond er voor de zorgaanbieder niet de verplichting om vooraf de tarieven kenbaar te maken.
Verrekening van deze zorg verloopt via de zorgverzekeraar. De zorgaanbieder registreert en declareert zorgkosten door middel van een Diagnose Behandel Combinatie (DBC). Aan elke DBC is een code verbonden die bepaalt wat de behandelingskosten zijn. Niet is gebleken dat de zorgaanbieder onjuist heeft gedeclareerd.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie verklaart de klacht ongegrond en wijst de vordering af.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Zorg Algemeen, bestaande uit de heer mr. A.R.O. Mooy, voorzitter, de heer dr. J.W. Stenvers, de heer mr. P.C. de Klerk, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. W. Hartong van Ark, secretaris, op 20 december 2022.