Commissie: Ziekenhuizen
Categorie: (On)Zorgvuldig handelen
Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
134978/178042
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Volgens cliënt is er een onjuiste diagnose gesteld waardoor niet de juiste of geen medicatie is ontvangen voor hersenklachten. Volgens de zorgaanbieder zijn de klachten hoofdzakelijk psychiatrisch. De Commissie oordeelt dat de cliënt zijn stellingen niet heeft bewezen. Geen schadevergoeding.
De uitspraak
in het geschil tussen
[naam], wonende te [woonplaats](hierna te noemen: de cliënt)
en
Stichting Slingeland Ziekenhuis, gevestigd te Doetinchem
(hierna te noemen: de zorgaanbieder).
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Ziekenhuizen (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 7 oktober 2022 te Utrecht.
Partijen zijn niet voor de zitting opgeroepen.
Onderwerp van het geschil
De cliënt heeft de klacht voorgelegd aan de zorgaanbieder.
Het geschil betreft het volgens cliënt stellen van een onjuiste diagnose door [naam zorgverlener], werkzaam voor de zorgaanbieder, waardoor cliënt niet de juiste of geen medicatie ontvangt voor zijn hersenklachten, hetgeen schade kan veroorzaken.
Standpunt van de cliënt
Voor het standpunt van de cliënt verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Op 27 juli 2020 heeft bij cliënt, in opdracht van [naam zorgverlener], een PET/CT-scan met FDG plaatsgevonden in het [andere zorgaanbieder] in [plaatsnaam]. Volgens cliënt heeft [naam zorgverlener] hem tijdens een afspraak op 29 juli 2020 medegedeeld dat er sprake is van een gebied in de hersenen van cliënt waarin het bloed niet goed kan stromen. Op 4 augustus 2020 heeft cliënt de uitslag van het onderzoek met de dvd met de beelden van de scan opgehaald bij de zorgaanbieder. In de uitslag stond echter dat in de hersenen slechts minimale afwijkingen (een gebied met een minimaal verlaagde activiteitsstapeling) zichtbaar zijn. Volgens cliënt is dat heel wat anders dan wat [naam zorgverlener] hem op 29 juli 2020 heeft verteld. Volgens cliënt heeft [naam zorgverlener] gelogen in de uitslag en is de verkeerde scan uitgevoerd. Volgens cliënt is de scan ongeschikt om zijn type hersenletsel vast te stellen.
Volgens cliënt lijdt hij aan hersenklachten die de functionele werking van het brein verminderen. De klachten zijn volgens cliënt het gevolg van het feit dat hij een jaar lang overvloedig drugs heeft gebruikt en dat hij daarna twee jaar lang zware intensieve sport – bodybuilding en kickboksen – heeft bedreven.
Cliënt verzoekt de commissie € 5.000,– tot € 15.000,– aan schadevergoeding aan hem toe te kennen.
Standpunt van de zorgaanbieder
Voor het standpunt van de zorgaanbieder verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Cliënt is door zijn huisarts verwezen naar de polikliniek neurologie van de zorgaanbieder, omdat cliënt slecht slaapt en een tikkend geluid in zijn hoofd ervaart, welke klachten volgens cliënt duiden op hersenletsel. Er worden bij neurologisch onderzoek geen afwijkingen aangetroffen. De huisarts krijgt het dringende advies om cliënt naar de psychiater te verwijzen voor verdere behandeling. In overleg met cliënt is een PET/CT-scan aangevraagd. De uitslag luidt dat er geen metabole afwijkingen in het brein zijn aangetoond. Cliënt wenst een herbeoordeling van de scan. [naam zorgverlener] spreekt met cliënt af dat hij zich eerst tot een psychiater moet wenden. In november 2020 is – na een lange discussie met cliënt – een
DAT-scan aangevraagd. Zeer snel na de start van het onderzoek wenst cliënt het onderzoek echter af te breken wegens spierkrampen. Cliënt wil het onderzoek niet hervatten. Afspraken voor aanvullend onderzoek – SPECT – worden volgens de zorgaanbieder door cliënt bij herhaling niet nagekomen. Conclusie van de zorgaanbieder is dat de klachten hoofdzakelijk psychiatrisch zijn. De cliënt accepteert de diagnose niet, blijft het ziekenhuis veelvuldig bellen en bezoeken, waarbij hij agressief gedrag vertoont. Een bemiddelingsgesprek op 29 november 2021 met [naam zorgverlener] in de aanwezigheid van de klachtencoördinator eindigt in verwijdering van cliënt uit het pand door de beveiliging.
Beoordeling van het geschil
De commissie overweegt het volgende.
De commissie dient te oordelen of de zorgaanbieder is tekortgeschoten in het nakomen van de behandelovereenkomst met cliënt.
De commissie stelt vast dat cliënt zijn stellingen dat [naam zorgverlener] (de zorgaanbieder) heeft gelogen en dat de verkeerde onderzoekstechnieken zijn toegepast, op geen enkele wijze heeft onderbouwd met stukken waaruit de door cliënt gestelde feiten blijken, terwijl dit wel op de weg van cliënt lag. De commissie is ook anderszins niet van feiten en omstandigheden gebleken die de stellingen van cliënt staven. De commissie is op grond van vorenstaande van oordeel dat cliënt niet aannemelijk heeft gemaakt dat [naam zorgverlener] (de zorgaanbieder) heeft gelogen en dat verkeerde onderzoekstechnieken zijn toegepast. De commissie concludeert dat de zorgaanbieder ver is meegegaan in het inwilligen van allerlei (onderzoeks)eisen van cliënt terwijl daarvoor medisch gezien geen aanleiding was. De zorgaanbieder is zorgvuldig te werk gegaan en heeft zich als een goed hulpverlener gedragen. Er is naar het oordeel van de commissie geen sprake van een tekortkoming in de nakoming van de behandelovereenkomst met cliënt.
Vordering tot schadevergoeding
Voor een aanspraak op schadevergoeding is ten minste vereist dat de zorgaanbieder in enig opzicht toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de behandelovereenkomst. Nu de commissie geen tekortkomingen in de nakoming van de behandelovereenkomst heeft vastgesteld, kan er niet worden gesproken van tekortschieten dat heeft geleid tot schade. De vordering tot vergoeding van schade zal dan ook worden afgewezen.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is en dat de vordering tot schadevergoeding moet worden afgewezen.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie:
verklaart de klacht ongegrond;
wijst de vordering tot schadevergoeding af.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Ziekenhuizen, bestaande uit mevrouw mr. dr. E. Venekatte, voorzitter, de heer dr. J.D.M. Metzemaekers, mevrouw mr. I. van den Hoven – van Vogelpoel, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. C. Koppelman, secretaris, op 7 oktober 2022.