Zorgaanbieder ontzegt cliënt onterecht toegang tot ziekenhuis

De Geschillencommissie




Commissie: Ziekenhuizen    Categorie: bejegening    Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: gegrond   Referentiecode: 206797/245426

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De cliënt heeft een klacht ingediend tegen de zorgaanbieder in verband met een beschuldiging van (seksueel) overschrijdend gedrag en een opgelegde toegangsontzegging tot het ziekenhuis. De commissie verklaart de klacht gegrond, omdat de zorgaanbieder onzorgvuldig heeft gehandeld door geen hoor en wederhoor toe te passen. De toegangsontzegging is daarom onterecht opgelegd. De vordering tot schadevergoeding wijst de commissie af wegens een gebrek aan onderbouwing.

De uitspraak

In het geschil tussen

de heer [naam], wonende te [plaatsnaam] (hierna te noemen: de cliënt)

en

OLVG, gevestigd te Amsterdam
(hierna te noemen: de zorgaanbieder).

Samenvatting
De cliënt heeft een klacht ingediend tegen de zorgaanbieder in verband met een beschuldiging van (seksueel) overschrijdend gedrag en een opgelegde toegangsontzegging tot het ziekenhuis. De commissie verklaart de klacht gegrond, omdat de zorgaanbieder onzorgvuldig heeft gehandeld door geen hoor en wederhoor toe te passen. De toegangsontzegging is daarom onterecht opgelegd. De vordering tot schadevergoeding wijst de commissie af wegens een gebrek aan onderbouwing.

Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Ziekenhuizen (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De cliënt heeft de klacht voorgelegd aan de zorgaanbieder. De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.

Ter zitting werd de zorgaanbieder vertegenwoordigd door de heer mr. [naam] en de heer mr. [naam].

De behandeling heeft plaatsgevonden op 19 februari 2024 te Den Haag.

De commissie heeft het volgende overwogen.

Beoordeling
De cliënt heeft een klacht ingediend tegen de zorgaanbieder, omdat de zorgaanbieder de cliënt ten onrechte heeft beschuldigd van (seksueel) grensoverschrijdend gedrag bij een bloedafname in het ziekenhuis. Als gevolg daarvan is de cliënt ten onrechte de toegang tot het ziekenhuis ontzegd. De cliënt is van mening dat de zorgaanbieder onzorgvuldig heeft gehandeld, omdat hij niet is gehoord naar aanleiding van de beschuldiging van de verpleegkundige. Er is enkel een week later telefonisch contact opgenomen om mede te delen dat de toegang is ontzegd. De cliënt vordert een schadevergoeding van € 15.000,–.

De zorgaanbieder heeft aangevoerd dat enkel het klachtonderdeel aan de orde is dat niet bij de Klachtonderzoekscommissie van Stichting OLVG (hierna: KOC) gegrond is verklaard. Het ongegronde onderdeel betreft de klacht over de toegangsontzegging. Deze ontzegging was gerechtvaardigd gelet op het door de cliënt vertoonde gedrag en diens communicatie. Zorgmedewerkers van de zorgaanbieder dienen tegen grensoverschrijdend gedrag te worden beschermd. De klacht dient ongegrond te worden verklaard en de vordering dient te worden afgewezen, ook omdat deze niet is onderbouwd.

De commissie kan niet vaststellen wat er op 12 juli 2022 in het ziekenhuis, bij het afnemen van bloed bij de cliënt, is gebeurd. De beschuldiging van de medewerker van de zorgaanbieder staat tegenover de stellige ontkenning van de cliënt. Voor het overige blijkt niet uit enig overgelegd stuk wat er gebeurd is. De commissie kan dus ook geen oordeel vellen over de vraag of de beschuldiging van (seksueel) grensoverschrijdend gedrag ten onrechte is geweest, als door de cliënt aan de orde is gesteld.

De commissie acht evenwel het volgende voor wat betreft de beschuldiging en het handelen nadien door de zorgaanbieder van belang. De commissie stelt vast dat – nadat intern melding was gemaakt door de medewerker van de zorgaanbieder – geen contact is opgenomen met de cliënt over de door de medewerker geuite beschuldiging. Er is enkel op 19 juli 2022, een week later, contact opgenomen om mede te delen dat de toegang tot het ziekenhuis (met uitzondering van SEH) is ontzegd. Er was voor de zorgaanbieder ruim voldoende gelegenheid om het voorval aan de cliënt voor te leggen en zijn kant van het verhaal te horen. Het toepassen van hoor en wederhoor behoort – in ieder geval in het geval er een toegangsontzegging wordt opgelegd – te worden toegepast. Dat heeft de KOC als zodanig ook geoordeeld. De commissie is van oordeel dat de zorgaanbieder in zoverre (procedureel) onzorgvuldig heeft gehandeld.

De commissie is van oordeel dat dit gevolgen heeft voor de opgelegde sanctie; de toegangsontzegging. Het toepassen van hoor en wederhoor is een belangrijk procedureel voorschrift. Dat is namens de zorgaanbieder ook ter zitting erkend. Het toepassen daarvan had van invloed kunnen zijn geweest op het al dan niet sanctioneren van de cliënt. De commissie is van oordeel dat de toegangsontzegging – bij die gang van zaken – dan ook ten onrechte is opgelegd. De commissie begrijpt dat de zorgaanbieder zijn medewerkers dient te beschermen tegen grensoverschrijdend gedrag, maar dat betekent niet dat jegens patiënten onzorgvuldig kan worden gehandeld.

De commissie verklaart de klacht van de cliënt gegrond.

De commissie begrijpt dat de cliënt geraakt is door de (ernstige) beschuldiging, maar dat brengt niet zonder meer recht op schadevergoeding met zich mee. De enkele stelling dat hij slapeloze nachten heeft gehad en anderszins mentaal last heeft gehad naar aanleiding van de beschuldiging volstaat niet. De commissie wijst de vordering van de cliënt dus af, omdat deze niet is onderbouwd.

Nu de klacht van de cliënt door de commissie gegrond is bevonden, dient de zorgaanbieder overeenkomstig het reglement van de commissie het door cliënt betaalde klachtengeld ad € 127,50 aan hem te vergoeden.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie:
– verklaart de klacht van de cliënt gegrond;
– bepaalt dat de zorgaanbieder binnen veertien dagen na verzending van dit bindend advies aan cliënt een bedrag van € 127,50 ter zake van het door hem betaalde klachtengeld dient te betalen;
– wijst de vordering tot schadevergoeding af.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de zorgaanbieder aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.
Deze behandelingskosten worden geheel betaald.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Ziekenhuizen, bestaande uit mevrouw mr. A.D.R.M. Boumans, voorzitter, mevrouw dr. K.M.A.J. Tytgat, de heer mr. R.P. Gerzon, leden, in aanwezigheid van de heer mr. N. van Gelder, secretaris, op 19 februari 2024.