Zorgvuldigheid ontbreekt bij leggen van gietvloer

De Geschillencommissie




Commissie: Afbouw    Categorie: Herstel    Jaartal: 2019
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: ten dele gegrond   Referentiecode: 119317

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

De consument klaagt over de werkzaamheden voor het leggen van een gietvloer door de ondernemer. De consument is ontevreden over de kleur, de duidelijke zichtbare en vloeibare oneffenheden en de kwaliteit van de aangebrachte laklaag. De ondernemer weerspreekt deze klachten. Na herstel zijn de oneffenheden bijna niet zichtbaar. De deskundige vindt de kwaliteit van de laklaag niet goed. De ondernemer heeft aangegeven dit te willen herstellen. De commissie oordeelt dat de ondernemer eerst herstelwerkzaamheden moet uitvoeren, kosteloos, en dat dan gekeken moet worden of dit deugdelijk is verricht. Zo niet, dan kan de procedure bij de commissie opgepakt worden. De klacht is ten dele gegrond.

Volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 13 juni 2018 tussen partijen gesloten overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren en aanbrengen van een gietvloer tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 8.030,- inclusief btw.

De werkzaamheden zijn verricht op of omstreeks 9 juli 2018.

De consument heeft een bedrag van € 1.313,99 niet betaald en bij de commissie gedeponeerd.

Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.

De consument is op de volgende punten niet tevreden met het eindresultaat van de aangebrachte gietvloer:
1) De kleur en de vleug van de gietvloer.
2) De duidelijk zichtbare en vloeibare oneffenheden in de gietvloer.
3) De kwaliteit van de aangebrachte laklaag, die op sommige plekken lijkt te ontbreken.
4) De diverse verontreinigingen en luchtgaatjes in de vloer.
5) De onderlaag ter plekke van de vloermat waardoor deze niet goed aansluit.

Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.

Het deskundigenrapport kan worden gevolgd voor zover dit betrekking heeft op de klachtonderdelen 1 en 2. Ik ben het niet eens met het deskundigenrapport ten aanzien van de overige klachtonderdelen. Ik had graag door de ondernemer vooraf geïnformeerd willen worden over de (mogelijkheid van) oneffenheden, maar ik verbind hier geen consequenties aan. Anders dan de ondernemer aangeeft, blijven bij plaatselijk herstel oneffenheden zichtbaar. Hoewel bij plaatselijk herstel het risico aanwezig is dat je oneffenheden blijft zijn, stem ik in met herstel van de schrap laag conform het deskundigenrapport.

De consument verlangt herstel van de genoemde punten.

Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

De ondernemer weerspreekt de klacht.
1) De mate van de vleug van de gietvloer kan invloed hebben op de kleur. Daarom wordt de consument in de gelegenheid gesteld hierbij aanwezig te zijn. Later is de plaat van het gekozen kleurnummer nog op de vloer gelegd en kwamen we tot de conclusie dat het exact dezelfde kleur was.
Kleurverschil kan ontstaan omdat het drukker gedeelte betonlook is, wat onderdeel is van het ambacht (artikel 4 algemene voorwaarden).
2) De gietvloer is een ondervloervolgend systeem, dat gelet op de NOA richtlijnen met de rug naar de lichtbron toe beoordeeld moet worden.
3) Deze klacht was niet eerder bekend en is eenvoudig op te lossen, waartoe wij ook bereid zijn.
4) Dit betreft een reparatievlek van een vlieg. Deze plek is later nog bijgewerkt en goed bevonden door de consument.
5) De locatie van de mat is in eerste instantie verkeerd aangegeven door de echtgenote van de consument ([naam]). In eerste instantie zou de grote mat in de kapsalon komen en de kleine mat bij de voordeur. Later is dit hersteld Door de echtgenote van de consument is steeds aangegeven dat het zichtbare gedeelte dat onder de mat in de onderlaag is gezet later nog geschilderd kan worden.

Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.

Plaatselijk herstel van de schrap laag is mogelijk. Na herstel zijn de oneffenheden bijna niet zichtbaar. De herstelwerkzaamheden worden uitgevoerd door een gespecialiseerd bedrijf. De laklaag dient volledig vervangen te worden.

Deskundigenrapport
De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport van 21 februari 2019, voor zover thans van belang, het volgende vastgesteld.

De klachten zoals geformuleerd onder 1, 2 en 4 zijn ongegrond, omdat de gelegde vloer voldoet aan de daaraan te stellen eisen (Richtlijn Specificatie en beoordeling van kunstharsgebonden gietvloeren op esthetische aspecten). Met betrekking tot de kwaliteit van de laklaag – klachtonderdeel 4 – heeft de ondernemer aangegeven deze te willen herstellen. Klachtonderdeel 5 is naar de mening van de deskundige gegrond, omdat uit de vooraf door de consument aan de ondernemer overhandigde bouwtekeningen duidelijk blijkt dat de strip bij de voordeur recht tussen beide wanden in de hal loopt.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

De commissie stelt vast dat de deskundige de klachten van de consument heeft onderzocht en hierover heeft gerapporteerd. Bij de beoordeling van de klachten is de deskundige van de juiste criteria uitgegaan, althans is niet gebleken dat de deskundige onjuiste criteria heeft gehanteerd. De deskundige heeft zijn conclusies voldoende onderbouwd. De commissie is dan ook van oordeel dat het deskundigenrapport voldoet aan de daaraan te stellen eisen en de commissie haar beslissing hierop mede kan baseren. De commissie neemt de bevindingen en conclusies zoals neergelegd in het deskundigenrapport grotendeels over.

Uit het deskundigenrapport blijkt dat de klachtonderdelen 1, 2 en 4 naar de mening van de deskundige ongegrond zijn. De toelichting van de consument ter zitting geeft de commissie geen aanleiding om de mening van de deskundige niet te volgen, zodat deze klachtonderdelen ongegrond worden verklaard. De klachtonderdelen 3 en 5 zijn gegrond.

Nu de klacht van de consument gedeeltelijk gegrond is, dient de ondernemer het door de consument betaalde klachtengeld aan de consument te vergoeden.

Met betrekking tot klachtonderdeel 3 (de laklaag) onderschrijft de commissie het advies van de deskundige om de laklaag volledig te vervangen. De ondernemer heeft zich hier ter zitting ook bereid toe verklaard. De commissie realiseert zich echter dat volledige vervanging van de laklaag aanzienlijk meer overlast voor de consument met zich mee zal brengen. Gelet op de aard en de omvang van de geconstateerde gebreken is plaatselijk herstel van de laklaag, dat naar het oordeel van de commissie ook heel goed mogelijk is, dan ook zeker te overwegen. Het staat partijen vrij alsnog plaatselijk herstel af te spreken. De herstelwerkzaamheden dienen met de rug naar het licht toe, en op 1,5 meter hoogte gekeurd te worden.

Met betrekking tot klachtonderdeel 5 (de onderlaag ter plaatse van de deurmat) is de commissie van oordeel dat de door de deskundige omschreven herstelwerkzaamheden door de ondernemer dienen te worden uitgevoerd. Beide partijen hebben hier ook mee ingestemd.

Met betrekking tot het vervolg van de procedure overweegt de commissie dat eerst de ondernemer de herstelwerkzaamheden dient uit te voeren en dat partijen hierna aan de commissie dienen te berichten of de herstelwerkzaamheden (deugdelijk) zijn uitgevoerd. Indien dat het geval is, zal het door de consument bij de commissie gedeponeerde bedrag hierna worden vrijgegeven aan de ondernemer.

De ondernemer dient de herstelwerkzaamheden zonder bijkomende kosten voor de consument uit te voeren.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De ondernemer voert de herstelwerkzaamheden aan de laklaag (volledig herstel tenzij partijen alsnog plaatselijk herstel afspreken) en de deurmat uit zoals hiervoor omschreven.

Deze werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd binnen vier weken na de verzenddatum van dit bindend advies.

De ondernemer brengt de consument ter zake geen kosten in rekening.

Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 127,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.

De commissie wijst het meer of anders verlangde af.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.

Met in achtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag als volgt verrekend. Het depotbedrag van € 1.313,99 wordt uitgekeerd aan de ondernemer, indien en zodra de hiervoor bedoelde herstelwerkzaamheden deugdelijk zijn uitgevoerd.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Afbouw, bestaande uit: de heer mr. A.G.M. Zander, voorzitter, de heer ir. J.A.A. van Strijp en de heer mr. B.W. Weilers, leden, op 11 maart 2019.