Zwemparadijs ontbreekt. Keuzebepalende factor.

De Geschillencommissie




Commissie: Reizen    Categorie: Totstandkoming    Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: REI-D02-1401

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 23 april 2002via een boekingskantoor met de reisorganisator totstandgekomen overeenkomst. De reisorganisator heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een vliegreis voor vier personen naar Belek in Turkije met verblijf in een hotel op basis van “all inclusive”, voor de periode van 27 april  tot en met 4 mei 2002 voor de som van € 1.977,–.   Standpunt van klager   Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak als volgt.   Wij boekten speciaal voor dit hotel vanwege het aanwezige waterparadijs met een groot aantal zwembaden en glijbanen gelegen tussen het hotel en het strand. Volgens het boekingskantoor zou dit voor de hotelgasten gratis toegankelijk zijn. Wij hebben voor deze keuze € 70,– per persoon meer betaald dan een ander hotel dat ons aantrok.   Bij aankomst bleek het hotel er geheel anders uit te zien dan de afbeeldingen tonen. Er was geen sprake van een waterparadijs, alleen van één zwembad met een niet in werking zijnde glijbaan. Toen wij met de shuttlebus naar het strand gingen, bleek het waterparadijs bij een ander hotelcomplex te behoren, dat voor ons niet toegankelijk was.   In het hotel verbleven veel oudere Duitse gasten. Voor kinderen waren er vrijwel geen voorzieningen. Het terras was grotendeels afgesloten in verband met schilderwerkzaamheden. Er werd nauwelijks animatie geboden en dan alleen nog kleuterspelletjes.   Wij hadden twee tweepersoonskamers geboekt, maar kregen bij aankomst één kamer met een extra bank. Dit hebben wij niet geaccepteerd. De host wilde hier pas op maandag iets aan doen. Onder het betalen van een borgsom ad € 100,– kregen wij van de hotelleiding toch twee kamers. De borgsom hebben wij later terugontvangen.   De host was niet behulpzaam en wist niets over de omgeving. Zelfs een vraag over het huren van een auto kon hij niet beantwoorden.   Klager verlangt een vergoeding van € 550,–.   Standpunt van de reisorganisator   Het standpunt van de reisorganisator luidt in hoofdzaak als volgt.   Op de foto in onze brochure staan inderdaad glijbanen, maar in de tekst spreken wij over een glijbaan. Verder vermelden wij in de tekst dat het strand op 2 km van het hotel vandaan ligt. Op de foto lijkt het alsof het hotel aan het strand ligt. Het boekingskantoor of klager had hieruit kunnen concluderen dat ofwel de foto ofwel de tekst niet correct was. Geen van beiden heeft vooraf met ons contact opgenomen om dit te checken. Daarnaast lijkt het ons niet redelijk dat wij aansprakelijk worden gesteld voor de keuze van klager om juist in dit hotel te verblijven in plaats van in een goedkoper hotel.   Voor het feit dat er veel oudere Duitse gasten verbleven kunnen wij niet aansprakelijk worden gesteld. Nergens maken wij melding van veel animatie voor oudere kinderen.   Klager heeft inderdaad twee tweepersoonskamers geboekt, maar bij aankomst één tweepersoonskamer gekregen. Omdat wij in de nacht van zaterdag op zondag en de gehele zondag niet bereikbaar waren, kon de host pas na het weekend actie ondernemen.   Wij bieden het huren van auto in Turkije niet aan omdat daar de verzekeringen niet afdoende zijn. De host kan dan ook geen informatie hierover verschaffen. De host is geboren en getogen in de omgeving van Belek. Wij hebben over zijn kennis van de omgeving niet eerder klachten ontvangen.   De reisorganisator heeft na het aanhangig maken van het geschil een vergoeding aangeboden van € 190,–.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   Vaststaat dat het hotel niet beschikte over het zwemparadijs, zoals dit in het gepubliceerde aanbod is afgebeeld, en dat het hotel evenmin aan het strand is gelegen, zoals de daarbij geplaatste foto laat zien. Dat de tekst van het reisaanbod niet volledig aansluit op de afbeeldingen, komt voor verantwoordelijkheid van de reisorganisator. Indien de reisorganisator meent dat het boekingskantoor hierop alert had behoren te zijn, dient hij zelf het boekingskantoor aan te spreken. Klager mocht op de juistheid van het hem gegeven beeld vertrouwen.   De reisorganisator heeft zich, gezien zijn uiteindelijk aanbod, ook gerealiseerd dat in dit geval een vergoeding op haar plaats is. De hoogte van die vergoeding oordeelt de commissie echter te bescheiden. Het is duidelijk dat voor degenen die met kinderen op vakantie gaan, een waterparadijs de keuzebepalende factor is. Daarbij komt nog als extra teleurstelling dat de bij het hotel aanwezige glijbaan buiten gebruik was en dat het terras wegens werkzaamheden niet volledig ter beschikking stond. Wat er dan ook zij van de overige punten van kritiek en geheel los bezien van de door klager gehanteerde berekeningswijze, op de hier in het voorgaande vermelde gronden wordt de door klager verlangde vergoeding reeds zonder meer passend geoordeeld.   Op grond van het voorgaande en alle aan de commissie gebleken feiten en omstandigheden in aanmerking nemende, is de commissie van oordeel dat de reisorganisator bij het uitvoeren van het overeengekomene zodanig tekort is geschoten en klager daardoor zodanig ongerief heeft ondervonden, dat de reisorganisator klager een vergoeding verschuldigd is. De commissie stelt deze vergoeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid vast op het hierna te noemen bedrag.   De commissie is dan ook van oordeel dat de klacht gegrond is.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   De reisorganisator betaalt aan klager een vergoeding van € 550,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de reisorganisator bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.   Bovendien dient de reisorganisator overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 56,72 aan klager te vergoeden ter zake van het klachtengeld.   Overeenkomstig het reglement van de commissie is de reisorganisator aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 205,–.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen, op 11 november 2002.