Algemeen voorbehoud ziet niet op bouwactiviteiten.

De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Reizen    Categorie: Totstandkoming    Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: REI-D03-1171

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 9 maart 2003via een boekingskantoor met de reisorganisator tot stand gekomen overeenkomst. De reisorganisator heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een vliegreis voor twee personen naar Alanya in Turkije met verblijf in een hotel op basis van halfpension, voor de periode van 18 maart 2003 tot en met 1 april 2003 voor de som van € 488,–.   Standpunt van klager   Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak als volgt.   Er vonden bouwactiviteiten plaats in het hotel. Er werd gespoten met een compressor, benauwd en stanklucht van verf. Het was koud omdat er een deur verwijderd was. Het terras was ontoegankelijk door puin met asbestgolfplaten en blikken verf. We zijn niet op de hoogte gebracht van de bouwactiviteiten. Het eten was slecht. Heel veel keer was er geen warm water.   Ter zitting heeft klager verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   We hebben geboekt via internet. Naar ik meen hield het aanbod in een gezellig driesterren familiehotel met zwembad. Anderhalf tot twee kilometer gelegen vanaf de stad, buffet. Ik weet niet of ik heb geklaagd over het eten. Het gebrek aan warm water heb ik niet gemeld.   Klager verlangt een vergoeding van € 650,–, dat wil zeggen de gehele reissom plus kosten voor trein, taxi en visa.   Standpunt van de reisorganisator   Het standpunt van de reisorganisator luidt in hoofdzaak als volgt.   In de periode dat klager in het hotel verbleef, werd het hotel net geopend. Onder onze algemene voorwaarden maken we een voorbehoud voor de beschikbaarheid van faciliteiten omdat de uitvoering afhankelijk is van het seizoen, de accommodatieverschaffer en/of de bezettingsgraad. Op de dag van aankomst heeft klager aangegeven van hotel te willen veranderen maar op aanbiedingen is klager niet ingegaan. We bieden uit coulance 10% korting op een volgende reis.   Ter zitting heeft de reisorganisator verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   Ik overhandig u twee brieven van de reisleiding ter plekke waaruit blijkt wat we ter plekke hebben aangeboden.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   De commissie acht niet aannemelijk geworden dat klager ter plekke heeft geklaagd over de kwaliteit van het eten of de vorm waarin het eten werd geserveerd. Datzelfde geldt voor het gebrek aan warm water. Reeds op deze grond moet de klacht op deze onderdelen ongegrond worden verklaard.   Wel acht de commissie de klacht over de bouwactiviteiten gegrond. Klager had op grond van het summiere reisaanbod niet behoeven te verwachten dat het hotel kennelijk nog niet geheel gereed was en sommige ruimten in het hotel niet toegankelijk waren. De verwijzing door de reisorganisator naar een algemeen voorbehoud dat niet voor deze situatie is geschreven, kan dan ook niet aan klager worden tegengeworpen.   Gezien het reisaanbod en de reissom acht de commissie niet goed te begrijpen waarom klager heeft afgezien van het ter plekke gedane aanbod om van accommodatie te wijzigen tegen bijbetaling van € 50,– per persoon. Volgens de reisorganisator betrof het alternatief zelfs nog een iets luxere accommodatie welke dichter bij het centrum was gelegen. Nu klager om haar moverende redenen heeft afgezien van dat aanbod kan niet achteraf de gehele reissom en bijkomende kosten worden teruggevorderd, klager was immers gehouden de eigen schade te beperken. Bij het waarderen van het door klager geleden ongerief speelt niet alleen een rol dat klager de alternatieve accommodatie ten onrechte heeft afgeslagen maar ook de gerechtvaardigde verwachtingen die klager mocht ontlenen aan het reisaanbod. Gezien het door klager aangeduide reisaanbod op internet kan in alle redelijkheid niet worden gezegd dat die verwachtingen hoog gespannen konden zijn. Gelet op deze omstandigheden ziet de commissie geen aanleiding om de door klager gevraagde vergoeding toe te kennen. Gezien de aard van de gegrond bevonden klacht en de ter plekke aangeboden oplossing bezien in verhouding tot het reisaanbod en de reissom acht de commissie onderstaande vergoeding vanwege ongerief billijk. Voor een vergoeding van de andere door klager gevraagde kosten bestaat dan ook geen aanleiding.   Op grond van het voorgaande en alle aan de commissie gebleken feiten en omstandigheden in aanmerking nemende, is de commissie van oordeel dat de reisorganisator bij het uitvoeren van het overeengekomene zodanig tekort is geschoten en klager daardoor zodanig ongerief heeft ondervonden, dat de reisorganisator klager een vergoeding verschuldigd is. De commissie stelt deze vergoeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid vast op het hierna te noemen bedrag.   De commissie is derhalve van oordeel dat de klacht ten dele gegrond is.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   De reisorganisator betaalt aan klager een vergoeding van € 50,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.   De commissie wijst het meer of anders verlangde af.   Bovendien dient de reisorganisator overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 45,– aan klager te vergoeden ter zake van het klachtengeld.   Overeenkomstig het reglement van de commissie is de reisorganisator aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 205,–.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen, op 17 oktober 2003.