Commissie niet bevoegd: vordering overgedragen aan rechtsbijstandsverzekeraar

  • Home >>
  • Wonen >>
De Geschillencommissie




Commissie: Wonen    Categorie: Bevoegdheid commissie    Jaartal: 2025
Soort uitspraak: Bindend Advies   Uitkomst: onbevoegd   Referentiecode: 984073/1139239

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De consument klaagde over herstelkosten van € 1.199 voor een vaatwasmachine, veroorzaakt door ondeugdelijke plaatsing van wandplaten bij keukeninstallatie. De rechtsbijstandsverzekeraar had deze kosten inmiddels vergoed en diende via een akte van cessie de klacht in. De Geschillencommissie Wonen oordeelde dat zij niet bevoegd is, omdat de rechtsbijstandsverzekeraar een rechtspersoon is en niet valt onder de definitie van consument in het reglement. De klacht werd daarom niet inhoudelijk behandeld.

De volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil

De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Het geschil betreft de herstelkosten van een vaatwasmachine.

Standpunt van de consument

Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Bij het installeren van een keuken zijn er door de ondernemer wandplaten niet waterdicht geplaatst waardoor er schade is ontstaan. Onder protest heeft de consument de herstelkosten betaald. Er is namelijk sprake van non-conformiteit en daarnaast liep de garantietermijn van 5 jaar nog. De consument wenst dan ook terugbetaling van de door hem onverschuldigd betaalde herstelkosten ten bedrage van € 1.199,–.

Standpunt van de ondernemer

Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De consument heeft wat betreft de herstelkosten een overeenkomst getekend zonder protest zoals blijkt uit een in deze ingebracht stuk. De consument heeft die herstelkosten ook betaald nadat de ondernemer die overeenkomst was nagekomen. De ondernemer betwist uitdrukkelijk de non-conformiteit van de deur van de vaatwasser. De schade aan die deur is immers geen gebrek aan het product is geweest. Het bestaan van non-conformiteit is niet aangetoond noch onderbouwd. Aangezien het gestelde gebrek reeds is verholpen, is een onafhankelijk deskundigenonderzoek ter vaststelling van de oorzaak en aard van de schade helaas verhinderd. Op basis van het bovenstaande is er onvoldoende grond voor toewijzing van de klacht

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

Tijdens de behandeling ter zitting komt een brief ter sprake van de heer [achternaam] d.d. 20 februari 2025 waarin onder meer staat vermeld:” Wij dienen hierbij een nieuwe zaak in. [bedrijf] is eigenaar van de vordering. De akte van cessie treft u aan in de stukken”. De heer [achternaam] is daarbij om een toelichting gevraagd. Deze heeft vervolgens verklaard dat nu de rechtsbijstandsverzekeraar van de consument, [naam stichting], de herstelkosten aan de consument heeft betaald, blijkens de in deze ingebrachte akte van cessie thans niet meer de consument maar de rechtsbijstandsverzekeraar de klagende partij in deze is en de [naam stichting] de eigenaar is van de vordering die de consument heeft op de ondernemer.

Nu de heer [achternaam] dit stelt kan de commissie, gelet op het in deze van toepassing zijnde Reglement, niet anders dan zich niet bevoegd verklaren. Immers de consument is thans geen partij meer in dit geschil en de rechtsbijstandsverzekeraar is een rechtspersoon die handelt in de uitoefening van een bedrijf. Artikel 3 van het in deze van toepassing zijnde Reglement luidt : “De commissie heeft tot taak geschillen tussen consument en ondernemer te beslechten, voor zover deze betrekking hebben op de totstandkoming of de uitvoering van overeenkomsten met betrekking tot door de ondernemer te leveren of geleverde diensten en/of zaken op het terrein van de woninginrichting”. In de begripsomschrijving van het Reglement wordt onder consument verstaan: “de natuurlijke persoon die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf”.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

De commissie verklaart zich niet bevoegd.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Wonen, bestaande uit de heer mr. N. Schaar, voorzitter, de heer B. Keijzer, de heer mr. P.C. de Klerk, leden, op 1 juli 2025.

Print/PDF