Van het gebruik van een besmette pin tijdens de heupoperatie of onvoldoende hygiëne in de operatiekamer is volgens de commissie niets gebleken. Ook de klacht van de consument over de verpleegafdeling is ongegrond.
Door een val in huis breekt de consument een heup. Bij een operatie wordt volgens de consument een met bacteriën besmette pin in haar been gezet. Daardoor ontstaat een wondinfectie en zijn nog twee ingrepen onder narcose nodig. Later geeft de behandelende arts mondjesmaat toe dat het implantaat besmet was. Behalve over de hygiëne in de operatiekamer klaagt de consument ook over de hygiëne op de verpleegafdeling waar ze soms aan haar lot werd overgelaten. Als ze naar het toilet moest werd ze niet ondersteund en het duurde soms een uur voordat ze van het toilet werd geholpen. Ook moest ze zelf haar bed opmaken.
De verpleging liet volgens de consument vaak steken vallen, onder meer bij het verstrekken van de medicijnen. Haar wond werd niet goed verzorgd, door vieze katheters kreeg ze een blaasontsteking en door het vuile toilet zweren aan het achterwerk. De ontlasting van een medepatiënt werd alleen met een doekje van de vloer geveegd. De vloer was smerig en voelde plakkerig aan. Door dit alles heeft de consument veel te lijden gehad, waarvoor zij de zorginstelling verantwoordelijk houdt en waarvoor zij een schadevergoeding wil.
Volgens de zorginstelling is van een door bacteriën besmette pen en van onhygiënisch werken op de operatiekamer niets gebleken. Een wondinfectie is na een dergelijke operatie niet altijd te voorkomen, zeker niet bij een wat oudere patiënt.
De infectie is door de eigen huidbacteriën ontstaan, mede doordat dat de consument aan hartfalen en aan diabetes lijdt. Voorts is de verpleging niet tekort geschoten in het verzorgen van de wond. Soms werd de wond als dat nodig was vaker verschoond dan volgens de postoperatieve overdracht was aangegeven. Wat betreft het schoonmaken van de toiletten en de vloer is ruimschoots aan de inspanningsverplichting voldaan. De consument heeft vanaf begin van de opname een anti decubitus matras gehad en werd dagelijks op plekjes gecontroleerd. De kleine plek die zij had is waarschijnlijk niet door het liggen maar door het schuiven bij het gaan zitten ontstaan.
Dat de wondinfectie door een besmette pen en/of een onhygiënische operatiekamer is veroorzaakt is de commissie niet gebleken. Een wondinfectie betekent niet automatisch dat de arts zich onvoldoende heeft ingespannen of dat er sprake is van een onhygiënische operatiekamer. Voor de stelling van de consument dat de arts heeft toegegeven dat een besmette pen is gebruikt ziet de commissie geen bewijs. Evenmin is gebleken dat de hygiëne in de operatiekamer te wensen overliet. Voor de wondinfectie treft de zorginstelling geen verwijt. Zeer waarschijnlijk heeft de vrij kwetsbare gezondheid van de consument de kans op deze complicatie vergroot. De klacht van de consument over de hygiëne is ongegrond.
Dat betreft ook de klacht over de tekortschietende verzorging en het gebrek aan hygiëne op de verpleegafdeling. De commissie heeft ook hiervoor geen aanwijzingen kunnen vinden.
Geschillencommissie Zorginstellingen, jaarverslag 2016