Oorzaak lekkage borstimplantaten niet te achterhalen

De commissie kan niet bepalen of het lekken van de borstimplantaten het gevolg is van een fout van de chirurg of van een fabrieksfout. Er kan dus ook geen schadevergoeding worden toegekend.

Over het resultaat van borstvergroting waarvoor zij € 3.900,- heeft betaald is de consument tevreden. Volgens de chirurg is ze er voor de rest van haar leven mee klaar. Over de kans van 10% dat de protheses gaan lekken is niet gesproken. Drie jaar later voelt de consument onder haar linker oksel een bobbeltje. Uiteindelijk wordt ze in een ziekenhuis onderzocht en blijkt dat het linkerimplantaat lek is en vloeistof in het lymfestelsel terecht is gekomen. Ze wordt ook in de kliniek onderzocht waar de arts haar zegt dat hij nog nooit heeft meegemaakt dat een implantaat lekt. Het zou volgens hem ook een ontstoken lymfeklier, een siliconoom of kanker kunnen zijn. Mocht het implantaat inderdaad lek zijn dan zou dat op kosten van de kliniek moeten worden vervangen. Ook de andere implantaat zou dan vervangen worden omdat anders geen symmetrisch resultaat wordt verkregen.

Bij een second opinion in het ziekenhuis wordt de consument gezegd dat dergelijke implantaten niet zo maar kapot gaan. Als ze al na drie jaar gaan lekken is er sprake van een fabrieksfout of van een fout bij het implanteren.

De kliniek heeft de herstelingreep niet in rekening gebracht, maar de consument heeft wel schade geleden doordat zij haar bedrijf vier weken heeft moeten sluiten. Haar inkomstenderving bedraagt € 1.430,-. Dat bedrag wil zij vergoed hebben. Los daarvan is de herstelingreep niet goed uitgevoerd want de druppelvormige implantaten zijn gaan draaien. De consument moet dus voor de derde keer worden geopereerd, maar dat wil ze op kosten van de kliniek ergens anders laten doen.

Volgens de kliniek wordt altijd met siliconenimplantaten gewerkt. Dat bij de consument het implantaat al na drie jaar is gaan lekken is zonder meer snel. Bovendien had de consument de pech dat ook nog een siliconoom is opgetreden, wat erg zeldzaam is. Tegenwoordig worden dergelijke implantaten levenslang gegarandeerd. Toen een herstelingreep aan de orde kwam is over de vorm van de nieuwe implantaten gesproken. De consument wilde nog iets grotere borsten en op zich was dat ook verstandig omdat door de oude implantaten een ruimte was ontstaan en het beter is als de nieuwe implantaten wat strak komen te zitten.

De commissie vindt dat de lekkage van het implantaat moet worden toegeschreven aan een fout van de chirurg of aan een fabrieksfout. Dat de chirurg heeft erkend dat een lekkage na drie jaar erg snel is wil niet zonder meer zeggen dat het implantaat van de aanvang af aan heeft gelekt. Daar zijn geen concrete aanwijzingen voor, evenmin voor een fout van de chirurg. Voor een fabrieksfout of een zwakke plek in het implantaat heeft de kliniek bij de overeenkomst haar aansprakelijkheid uitdrukkelijk uitgesloten.

Dat niet met zekerheid vastgesteld kan worden wat de oorzaak is van de lekkage is zowel voor de consument als voor de chirurg een zeer onbevredigende uitkomst, maar niet te vermijden. Om de vordering toe te wijzen moet er een redelijke mate van zekerheid zijn dat de kliniek een fout heeft gemaakt en die zekerheid is er niet. Daarom is de kliniek niet voor de schade aansprakelijk.

Hoewel de klacht wordt afgewezen moet de kliniek wel het klachtgeld aan de consument vergoeden. De aanvankelijke reactie van de kliniek in haar richting was verregaand onvoldoende. Bovendien heeft de kliniek geen schriftelijk verweer gevoerd maar pas tijdens de zitting van de commissie bij de behandeling van de klacht haar standpunt in volle omvang  kenbaar gemaakt.

Geschillencommissie Zelfstandige Klinieken