Advocaat behoeft cliënt niet tevoren op de hoogte te stellen van zeer geringe overschrijding indicatie kosten

  • Home >>
  • Advocatuur >>
De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Advocatuur    Categorie: Kosten    Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: ADV03-0105

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil
 
Het geschil betreft de hoogte en de onderbouwing van de onbetaalde declaraties van de advocaat voor haar bijstand in de echtscheiding van de cliënte en de kwaliteit van de dienstverlening.
 
De cliënte heeft de declaratie ter grootte van € 636,66 niet voldaan en dit bedrag overeenkomstig het Reglement van de commissie in depot gestort.
 
Standpunt van de cliënte
 
Het standpunt van de cliënte luidt in hoofdzaak.
 
De advocaat heeft een inschatting van de totale kosten van de zaak gegeven te weten € 1.000.–. De advocaat heeft de cliënte niet op de hoogte gebracht van mogelijk overschrijdingen van deze inschatting, hetgeen heeft geleid tot een forse overschrijding van het genoemde bedrag. Dit terwijl er sprake is geweest van een uitermate ongecompliceerde echtscheiding en zich tijdens de behandeling geen wijzigingen van omstandigheden hebben voorgedaan.
 
De urenspecificatie van de advocaat is niet volledig herleidbaar. De advocaat heeft enige posten gedeclareerd waarvoor geen onderbouwing is. Zo heeft de advocaat kosten gedeclareerd voordat de cliënte opdracht had gegeven met de werkzaamheden aan te vangen, hetgeen volgens de opdrachtbevestiging eerst na betaling van de voorschotnota zou zijn.
 
Verder heeft de advocaat ten onrechte de post ‘studie recht en rechtspraak’ van in totaal 60 minuten in rekening gebracht. De cliënte meent dat zij van een gespecialiseerd kantoor mag verwachten dat zij de kennis over flitsscheidingen in huis hebben.
 
De cliënte meent op grond van het vorenstaande dat zij het openstaande declaratiebedrag niet verschuldigd is en stelt voor dat de advocaat deze rekening crediteert.
 
Standpunt van de advocaat
 
Het standpunt van de advocaat luidt in hoofdzaak.
 
Tijdens het intakegesprek heeft de cliënte verzocht om informatie over de verschillende mogelijkheden om tot een echtscheiding te komen. De advocaat heeft ten aanzien van de flitsscheiding aangegeven dat deze methode betrekkelijk nieuw was en zij dit diende te bestuderen alvorens zij de cliënte inhoudelijk kon informeren. Conform afspraak heeft de cliënte telefonisch meegedeeld dat zij de echtscheiding wilde doorzetten. Hiermee heeft de cliënte opdracht gegeven. Uitsluitend de werkzaamheden die de advocaat nadien heeft verricht, zijn in rekening gebracht.
 
Tijdens het intakegesprek heeft de advocaat desgevraagd gemeld dat de advocaatkosten die verband houden met een echtscheiding afhangen van de duur van de procedure en de mate van medewerking van de echtgenoot. De advocaat heeft als indicatie € 1.000,– gegeven met de uitdrukkelijke mededeling dat het een schatting van de advocaatkosten betreft en haar honorarium € 136,– per uur, exclusief BTW, kantoorkosten en kosten van derden bedraagt. Dit heeft de advocaat tevens schriftelijk bevestigd.
 
Na aanvang van de opdracht bleek de flitsscheiding niet meer tot de mogelijkheden te behoren. De werkzaamheden van de advocaat bestonden vervolgens uit het ontbinden van het huwelijk middels een eenzijdig echtscheidingsverzoek. Het honorarium dat de advocaat hiervoor in rekening heeft gebracht (€ 1.088,–), wijkt in zeer geringe mate af van de indicatie, terwijl de advocaat toen nog uitging van een flitsscheiding.
 
De advocaat betwist dat er sprake is van een forse overschrijding van het schattingsbedrag. Het honorarium inclusief BTW en kantoorkosten bedraagt € 1.385,35 terwijl een bedrag van € 251,31 de kosten van verschotten betreft.
 
Beoordeling van het geschil
 
Naar aanleiding van het over en weer door partijen gestelde overweegt de commissie het volgende.
 
De commissie is van oordeel dat de opdrachtbevestiging van 29 juli 2002 niets aan duidelijkheid te wensen overlaat. In deze opdrachtbevestiging heeft de advocaat ondubbelzinnig aangegeven dat de werkzaamheden worden verricht tegen een uurtarief van € 136,–, exclusief BTW, exclusief 7% kantoorkosten en kosten van derden.
 
De commissie stelt vervolgens vast dat de advocaat onbetwist heeft gesteld in totaal 8 uur aan de zaak te hebben besteed en aan honorarium te hebben gedeclareerd. Voorgaande houdt in dat de gegeven indicatie slechts in zeer geringe mate is overschreden. Deze overschrijding acht de commissie dermate gering dat de advocaat de cliënte niet hiervan tevoren op de hoogte behoefde te stellen. Dit klemt temeer nu de cliënte desgevraagd heeft verklaard zich ervan bewust te zijn dat een indicatie met zich meebrengt dat deze enigszins overschreden kan worden.
 
Hoewel de commissie de tijd die de advocaat aan het bestuderen van recht en rechtspraak heeft besteed niet geheel in verhouding acht met het totaal aantal bestede uren en de relatieve eenvoud van de zaak, is de commissie van oordeel dat in het honorarium van de advocaat voldoende is verdisconteerd dat zij destijds als stagiair over minder parate kennis beschikte dan een ervaren advocaat. Hierbij heeft de commissie tevens overwogen dat de flitsscheiding destijds een tamelijk nieuwe procedure was en deze bovendien per gemeente verschilt, zodat enige studie in ieder geval vereist was.
 
De commissie merkt nog ten overvloede op dat het niet de schoonheidsprijs verdient dat de declaratie in eerste instantie onjuist bleek te zijn en naar aanleiding van de klacht gecrediteerd diende te worden. Hoewel de commissie onderkent dat hierdoor de twijfels van de cliënte bij de juistheid van de declaratie vermoedelijk zijn toegenomen, stelt de commissie tevens vast dat de advocaat door creditering de gemaakte fout heeft gecorrigeerd.
 
Op grond van het vorenstaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.
 
Derhalve wordt als volgt beslist.
 
Beslissing
 
Het door de cliënte verlangde wordt afgewezen.
 
Met in achtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag aan de advocaat overgemaakt.
 
Aldus beslist op 5 februari 2004 door de Geschillencommissie Advocatuur.