Commissie: Sport en Beweging
Categorie: Overeenkomst
Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: gegrond
Referentiecode:
137034/164166
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over
De consumenten hebben hun abonnement voor de sportschool opgezegd, en kwamen erachter dat het stilzwijgend is verlengd. In verband met de overheidsmaatregelen omtrent Covid-19 is de sportschool gesloten geweest voor een bepaalde periode. De ondernemer stelt dat het abonnement tijdens deze periode bevroren is. Het jaarabonnement is volgens de ondernemer opgeschort totdat sporten weer mogelijk zou zijn. De ondernemer is van mening dat het abonnement simpelweg verschoven is. De commissie deelt het standpunt van de consument in deze zaak. Er is immers een abonnement voor één jaar aangegaan en daaruit alsmede uit de bijbehorende algemene voorwaarden blijkt niet dat ‘bevriezen’ als mogelijkheid is overeengekomen. De klacht is gegrond.
De uitspraak
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 19 januari 2021 tussen (elk van) partijen tot stand gekomen gelijkluidende overeenkomst (“abonnement 1.52 weken onbeperkt”). Dit tegen de daarvoor door elke consument te betalen prijs van € 45,95 per 4 weken.
De consument heeft op 17 november 2021 de (gezamenlijke) klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
De consumenten hebben op 19 januari 2021 bij de ondernemer een jaarabonnement afgesloten tot 19 januari 2022. Doordat de ondernemer door corona geen diensten heeft geleverd van 19 januari 2021 t/m 22 mei 2021, heeft hij voor die periode geen abonnementsgelden geïncasseerd, wat ons inziens logisch lijkt, want de ondernemer heeft immers geen dienst geleverd.
Wij hebben ons jaarabonnement per 19 januari 2022 opgezegd, omdat wij niet tevreden zijn over het lesaanbod en vervolgens blijkt dan tot onze verbazing dat onze jaarabonnementen ineens verlengd zijn tot en met 22 mei 2022. Hierover heeft de ondernemer ons niet ingelicht en ook geen goedkeuring gevraagd. Hier zijn wij het dan ook niet mee eens. Wij willen gewoon onze jaarabonnementen opgezegd hebben volgens ons contract per 19 januari 2022. Hieraan wil de ondernemer geen medewerking verlenen.
De ondernemer mag juridisch gezien onze jaarabonnementen niet zomaar verlengen. De ondernemer verwijst naar de algemene voorwaarden, waarin zou staan dat wij anders niet zouden voldoen aan ons betalingsverplichting van 11 maanden (12 maanden minus 1 gratis). In deze algemene voorwaarden is niks terug te vinden over een zogenaamde ‘betalingsverplichting’ en ook niet over ‘onvoorziene omstandigheden’, waaronder corona zou kunnen vallen.
Kortom, wij willen gewoon ons jaarabonnement opgezegd hebben conform overeengekomen contract per 19 januari 2022.
Deze klacht dien ik samen met mijn sportvriendin in. Voor haar geldt exact hetzelfde. Wij hebben beide precies hetzelfde contract op hetzelfde moment afgesloten.
Het bedrag van 19 januari 2022 t/m 22 mei 2022 is: 17,5 weken / 4 weken x 45 euro per 4 weken x 2 personen = € 393,75.
Beide consumenten willen dat het jaarabonnement conform het afgesloten contract per 19 januari 2022 wordt beëindigd en dat dienovereenkomstig wordt afgerekend.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
In de periode januari t/m mei 2021, tevens december 2021 tot januari 2022, zijn wij vanuit overheidsmaatregelen gedwongen gesloten geweest. In deze periodes hebben wij ervoor gekozen om de abonnementskosten niet te berekenen op het moment dat mensen niet konden sporten, maar om dat door te schuiven naar het moment dat mensen tijdens het nakomen van de betalingsverplichting van 52 weken ook direct gebruik konden maken van de diensten waar ze voor betalen. We hebben dit onder de noemer bevriezing uitgevoerd. Uiteindelijk gaat het in feite natuurlijk om een opschorting van de wederzijdse verplichtingen tot het moment dat deze vanwege overmacht (gedwongen sluiting door overheid) volgens contractuele afspraak nagekomen konden worden. Dit is gecommuniceerd in de nieuwsbrieven die wij onze leden hierover gestuurd hebben. Deze leden hebben op geen enkele manier kenbaar gemaakt dat ze het hier niet mee eens waren en hun betalingsplicht volgens contract (52 weken betalend lid zijn) direct uit wilden voeren en niet op wilden schorten. In dat geval hadden we natuurlijk gewoon door geïncasseerd en de mogelijkheid tot gebruiken van de dienstverlening alleen opgeschort.
Logischerwijs schuift de einddatum van een jaarabonnement hierbij op, gezien er een verplichting aan is gegaan om 52 weken betalend lid te zijn. Er is hier natuurlijk ook sprake van een extreme omstandigheid waardoor wij niet in staat waren onze dienst te leveren. Het stoppen van de incasso om dat pas in gang te zetten na opening is natuurlijk een super oplossing die wij deze leden hebben gegeven. Ons voortbestaan kwam in gevaar door onze drive om deze leden totaal tegemoet te komen in een situatie waar wij ook niks aan konden doen. Coulance en begrip vanuit deze leden was dan ook meer gepast geweest dan de actie die ze nu ondernemen terwijl we weer een beetje aan het opkrabbelen zijn. De einddatum van de abonnementen van beide consumenten zijn daarmee ook opgeschoven naar 20 juni 2022.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De overeenkomst van elk van partijen luidt voor zover hier relevant als volgt:
“Gekozen abonnement: .1. 52 weken onbeperkt incasso
Actie: Sport tot 1 maart gratis
Hoe eerder u inschrijft hoe langer u gratis sport!
Startdatum: 20-01-2021
Einddatum*: 19-01-2022
Contractduur: 52 weken
Betaalmethode: Incasso
Betaalperiode: 4 weken
Bedrag: € 44,95
Abonnement wordt na einddatum automatisch verlengd met de duur van de betaalperiode.”.
In geschil is wanneer de overeenkomst van partijen rechtsgeldig is beëindigd door opzegging: per 19 januari 2021 (standpunt van de consument) of per 25 mei 2022/20 juni 2022 (standpunt van de ondernemer).
De opzeggingen aan de zijde van de consument dateren van respectievelijk 12 oktober 2021 en van 6 november 2021.
De ondernemer stelt zich op het standpunt dat met mededeling in de (digitale) nieuwsbrief de incasso van alle abonnementsgelden noodgedwongen vanwege de van overheidswege opgelegde coronamaatregelen is gestaakt. Dit betekent naar zeggen van de ondernemer dat de overeenkomsten met de bevriezingsperiode worden verlengd opdat al de overeengekomen betalingen alsnog kunnen worden geïncasseerd.
De commissie deelt dit standpunt van de ondernemer niet. Partijen zijn elk een overeenkomst voor de duur van 1 jaar aangegaan te rekenen vanaf 20 januari 2021. De opzeggingen van de consumenten hebben tot gevolg gehad dat die overeenkomsten niet “automatisch” zijn verlengd. Alleen gedurende de duur van die overeenkomst is de consument gehouden abonnementsgeld te betalen.
Dat de consument in een situatie als deze gehouden is “bevroren” abonnementsgeld na te betalen volgt niet uit de gemaakte afspraken en evenmin uit de door de ondernemer gehanteerde algemene voorwaarden. Evenmin is gesteld of gebleken dat de consument toestemming heeft gegeven voor – kort gezegd – het doen van betalingen van abonnementsgeld na ommekomst van de overeenkomst.
Dit betekent dat € 393,75 : 2 personen = € 196,88 door elke consument onverschuldigd is betaald (via doorlopende incasso) aan de ondernemer. De ondernemer is gehouden die bedragen terug te betalen. De berekening van wat te veel is geïncasseerd wordt door de commissie voor juist gehouden nu daartegen geen bezwaar is aangevoerd door de ondernemer.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht van beide consumenten gegrond is.
Op basis van het reglement van de commissie is de ondernemer ook gehouden om het klachtengeld aan de consument te voldoen alsmede om de behandelingskosten te voldoen aan het secretariaat van de commissie. Die behandelingskosten zullen de ondernemer separaat bij factuur in rekening worden gebracht.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Stelt vast dat de overeenkomsten van partijen geldig zijn beëindigd per 20 januari 2021.
De ondernemer betaalt om die reden op de grondslag van onverschuldigde betaling aan elke consument terug voormeld bedrag van € 196,88 (en dus in totaal € 393,75).
Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.
Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.
Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 52,50 aan elke consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie voor elke zaak de bijdrage in de behandelingskosten van het geschil verschuldigd.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Installerende Bedrijven, bestaande uit mr. M.L.J. Koopmans, voorzitter, drs. P.C. Hoogeveen – de Klerk en de heer J.G. Boelens, leden, op 8 juni 2022.