Bewijslast ten aanzien van beschadigingen ligt bij consument

De Geschillencommissie




Commissie: Uncategorized    Categorie: (non)conformiteit    Jaartal: 2021
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 19037/26609

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

De consument heeft bij de ondernemer een showroommodel kast gekocht. De kast is bij de consument ongemonteerd geleverd, waarbij de consument voor akkoord heeft getekend. Omdat het de consument zelf niet lukt de kast te monteren, heeft de consument aan de ondernemer gevraagd om dit voor hem te doen. Nadat de kast door de ondernemer is gemonteerd, heeft de consument nogmaals zonder enig voorbehoud getekend. Later die dag heeft de consument gemeld dat de kast is beschadigd en daarmee een ondeugdelijk product is. De commissie heeft geoordeeld dat, nu de consument tweemaal heeft getekend voor akkoord en vervolgens stelt een beschadigde kast geleverd te hebben gekregen, het aan de consument is om dat tenminste aannemelijk te maken. Wanneer de kast beschadigd is geraakt en wie daarvoor verantwoordelijk zou zijn, is niet gebleken. Daarmee is niet aannemelijk geworden dat de kast beschadigd was voor de levering, tijdens het transport of bij het in elkaar zetten. De commissie oordeelt dat niet is gebleken dat de ondernemer verantwoordelijk is voor de schade aan de kast. De klacht is ongegrond.

Volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 4 november 2019 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een showroommodel zweefdeurkast tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 1.561,–.

De levering vond plaats op of omstreeks 8 november 2019.

Het geschil betreft beschadigingen aan de kast.

De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De consument heeft een showroommodel zweefdeurkast gekocht, zonder beschadiging. Bij aflevering zat deze vol met beschadigingen.

De consument wilde de kast aanvankelijk zelf monteren, maar toen bleek dat de kast van spaanplaat was heeft hij de ondernemer gevraagd dat te doen. Waarvoor aan de consument € 150,– in rekening is gebracht.

Pas toen de kast gemonteerd was zag de consument de gebreken. Toen de consument daarop reclameerde reageerde de ondernemer dat de consument dan geen showroomkast had moeten kopen of dat de consument zelf de beschadigingen gemaakt had.

De ondernemer had bij verkoop aan de consument moeten meedelen dat de kast beschadigd was. Dan had de consument de kast nooit gekocht.

Als binnen zes maanden na levering gebreken ontstaan is het aan de ondernemer om te bewijzen dat de consument die heeft veroorzaakt. De ondernemer stelt dat de consument erop is gewezen dat er verschil bestaat tussen een aankoop van een nieuwe kast en een showroommodel.

Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.

De consument zag in de showroom van de ondernemer een afgeprijsde kast in het luxere segment, het betrof een kast van Duitse makelij. De kast werd aangeboden als showroommodel.

De consument heeft de kast gekocht, waarna de kast uit elkaar gehaald is en bij de consument thuisbezorgd is. De consument heeft niet gezien of de kast in de showroom al beschadigd was.

De kast is bij de consument binnengebracht en de delen zijn tegen elkaar geplaatst. De consument heeft de kast toen niet kunnen controleren. Het is ook mogelijk dat de schade ontstaan is bij het in elkaar zetten van de kast.

De consument verlangt dat de ondernemer binnen twee maanden alle beschadigde onderdelen van de kast kosteloos vervangt.

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De consument heeft een linnenkast gekocht, die afgeprijsd is omdat het een showroommodel is. De consument kiest ervoor om deze ongemonteerd te laten leveren, hij is van plan de kast zelf te gaan monteren. Bij levering van de kast tekent de consument voor akkoord. Vervolgens komt de consument naar de winkel en geeft hij aan dat hij de kast niet in elkaar krijgt, en dat aan het folie aan de binnenzijde waar plankendragers hebben gezeten rafeltjes zitten. Op 12 november 2019 is de kast alsnog tegen betaling door monteurs van de ondernemer gemonteerd. Na deze montage tekent de consument dat dit naar tevredenheid is gebeurd.

Later die dag meldt de consument dat hij beschadigingen op de buitenzijde van de kast heeft gezien, dus er sprake is van een ondeugdelijk product. De ondernemer is het daar niet mee eens, de beschadigingen zijn niet door de ondernemer veroorzaakt. De consument heeft de onderdelen van de kast zelf verplaatst en zonder beschermmiddelen tegen elkaar gezet.

Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.

De ondernemer heeft geen idee wanneer de schade is ontstaan. Het kan goed zijn dat de schade in de winkel al aanwezig was. De kast stond niet vol in het licht. Dat de schade tijdens het transport ontstaan is sluit de ondernemer ook niet uit.

De kast wordt niet meer geproduceerd, dat was ook de reden dat de kast uit de showroom verkocht werd. De ondernemer kan dan ook geen onderdelen naleveren.

Deskundigenrapport
De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voorzover thans van belang, het volgende vastgesteld.

De kast is als showroommodel gekocht. In de showroom stond de kast als showmodel.

De consument heeft de kast in de showroom bekeken en is op de hoogte geweest van het feit dat de kast in de showroom als showmodel heeft gefungeerd. De oorspronkelijke verkoopprijs van de kast, € 2.305,–, is daarom ook met € 861,– verlaagd.

De deskundige heeft ter plekke vastgesteld dat er sprake is van twee lichte beschadigingen aan het lakwerk van de kast en een streepbeschadiging aan de spiegel van linker deur. De beschadigingen vallen bij regulier gebruik van de kast niet of nauwelijks op. Eén kras bevindt zich op de zijkant van de kast aan de onderzijde van het paneel en is circa 2 cm lang. De andere kras bevindt zich aan de zijkant van een van de schuifdeuren en is eveneens circa 2 cm lang. De streep op de spiegel van de deur is circa 18 lang.

Het is door deskundige niet vast te stellen of de krassen zich al op de kast bevonden in de showroom toen de consument de kast heeft uitgezocht. Het is aannemelijk dat de beschadigingen al op de kast aanwezig zijn geweest, maar in de showroom niet zijn opgevallen. Het type krassen kan door gebruik en demonstratie in de showroom tijdens de periode waarin de kast als showmodel is gebruikt zijn ontstaan. De kast is daadwerkelijk met de term showroommodel verkocht en de korting is daarop/daardoor gegeven.

De montage van de kast is in tweede instantie uitgevoerd door de ondernemer. In eerste instantie heeft de ondernemer dat zelf geprobeerd, maar dat is hem niet gelukt en hij heeft daarna opdracht gegeven aan de leverancier de kast alsnog ook voor hem in elkaar te zetten. Of de krassen zijn ontstaan tijdens het in elkaar zetten van de kast is niet aannemelijk. De krassen geven een beeld van beschadigingen tijdens gebruik als showroommodel. Ook kan dit type krassen zijn ontstaan tijdens transport. Daarnaast zou het feit dat de eerste montagepoging door de consument niet tot stand is gekomen kunnen betekenen dat de consument daarbij onoordeelkundig heeft gehandeld. Wanneer en waar de schade is ontstaan is derhalve door de deskundige niet exact vast te stellen.

De klacht van het ietwat piepen van linker schuifdeur van de kast is het gevolg van het nog niet optimaal na-stellen van de kast na installatie en inruiming van de kast. De linker deur is na ingebruikname ietwat ingedaald in de slopgaten van het ophangsysteem en deze deur kan nog een keer na-gesteld worden. Het feit dat er in de linker achterrug nog geen bevestigingsschroeven zijn geplaatst in de steunen waartegen de achterrug is geplaatst, heeft geen gevolg voor de gebruikerskwaliteit van de kast. De (nog) niet geplaatste twee schroeven dienen om de rug te fixeren zodat deze niet uitwijkt bij het (te) vol beladen van de kast. Deze twee schroeven kunnen indien dat gewenst is op vrij eenvoudige wijze alsnog worden geplaatst.

Volgens de deskundige is de omvang van de klachten onopvallend. Herstel is technisch niet mogelijk. De krassen in de panelen zijn niet volledig weg te werken. Wel kan er worden geprobeerd de krassen heel omzichtig licht te polijsten. Ook kunnen de krassen worden geretoucheerd met een retoucheerstift in de bijpassende kleur van de kastromp. De streep in de spiegel is niet weg te poetsen zonder dat het herstel meer schade aanricht dan het huidige effect van de streep.

Een showroommodel van een kast houdt in dat deze kast al een aantal jaren in gebruik is geweest als demonstratiemodel in de showroom van de leverancier. Het is mogelijk en te verwachten dat er aan een showroommodel gebruikerssporen min of meer zichtbaar aanwezig zijn.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

De consument kan niet aangeven wanneer de kast beschadigd is. Ook de ondernemer kan daar niets over verklaren. Volgens de door de commissie ingeschakelde deskundige is sprake van onopvallende krassen. De aanwezigheid daarvan is volgens de deskundige te verwachten bij een showroommodel.

De consument heeft voor akkoord getekend bij ontvangst van de kast. De consument heeft daarbij geen voorbehoud gemaakt omdat hij de kast niet heeft kunnen controleren. Na het monteren heeft de consument nogmaals zonder enig voorbehoud voor akkoord getekend.

Omdat de consument voor akkoord getekend heeft en vervolgens stelt dat hij in tegenstelling tot waarvoor hij getekend heeft een beschadigde kast geleverd heeft gekregen is het aan de consument om dat tenminste aannemelijk te maken. Naar het oordeel van de commissie is echter in het geheel niet duidelijk geworden wanneer de kast beschadigd is en of dat gebeurd is op een moment dat de ondernemer verantwoordelijk was voor de kast.

Daarmee is niet aannemelijk geworden dat de kast beschadigd was voor de levering, tijdens het transport of bij het in elkaar zetten. Derhalve is niet gebleken dat de ondernemer verantwoordelijk is voor de schade aan de kast.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Wonen, bestaande uit mr. F. H. C. M. van Schaijk, voorzitter, J. E. Lübbers en mr. J. H. Willems, leden, op 18 december 2020.