Commissie: Wonen
Categorie: Levertijd/levering
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
WON-D03-1381
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil Het geschil vloeit voort uit een omstreeks 1 april 2003 en een enkele weken nadien tussen partijen totstandgekomen overeenkomst. De ondernemer verplichtte zich daarbij tot het leveren en leggen van parketvloer (Amerikaans eiken lamellen) en het leveren van eiken plinten tegen de daarvoor uiteindelijk door de consument te betalen prijs van € 9.409,40. De levering en de overeengekomen werkzaamheden vonden plaats in de periode van 23 juni 2003 tot en met 15 augustus 2003, waarna nog herstelwerkzaamheden werden verricht tot en met 19 september 2004. De consument legde de klacht op en na 23 juni 2003 voor aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Bij het sluiten van de overeenkomst is gevraagd of de vloer voor onze verhuizing in augustus 2003 kon worden gelegd. Op 1 april 2003 kwam de bevestiging dat de vloer zou worden gelegd op 23 juni 2003. Toen wij op 14 april 2003 meldden dat er plinten bij moesten, werd dat op 29 april 2004 bevestigd. Omdat de plinten niet tijdig waren aangeleverd, werd op 23 juni 2003 alleen de vloer gelegd en begon de legger pas op 9 augustus 2003 met de plinten, dat is drie dagen na onze verhuizing. Omdat het plintenwerk toen niet afkwam, kwam de legger op 15 augustus 2003 terug voor het restant. Voor dat restant is echter een verkeerde houtsoort gebruikt, en de vervanging daarvan vond uiteindelijk pas op 19 september 2003 plaats. De consument verlangt een schadevergoeding van 10%, zijnde € 940,94, voor de overlast als gevolg van de termijnoverschrijding. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. De eind maart 2003 gesloten overeenkomst ziet alleen op het leveren en leggen van de vloer. De nadien per mail totstandgekomen nadere overeenkomst betreffende de plinten bevat geen overeengekomen leverdatum. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Met de ondertekening van de offerte door de consument op 26 maart 2003 kwam een overeenkomst tussen partijen tot stand, op basis waarvan de ondernemer verplicht was tot het leveren en leggen van parketvloer (Amerikaans eiken lamellen) bij de consument. De ondernemer is de hieruit voorkomende verplichtingen tijdig, binnen de overeengekomen levertijd, nagekomen. Bij een enkele weken nadien, tussen partijen totstandgekomen overeenkomst, verplichtte de ondernemer zich uitsluitend tot het leveren van eiken plinten, die in opdracht van de consument door een derde werden gelegd. Daarbij werd geen levertijd overeengekomen. Gelet ook op de omstandigheid dat het – anders dan bij de op 26 maart 2003 gesloten overeenkomst – uitsluitend om de levering van plinten ging en deze overeenkomst los kon worden gezien van de reeds op 26 maart 2003 gesloten overeenkomst betreffende de vloer, kon en mocht de consument er bij gebreke van bijzondere nadere afspraken niet zonder meer gerechtvaardigd op vertrouwen dat de plinten zouden worden geleverd onder dezelfde bedingen en voorwaarden als de reeds eerder op 26 maart 2003 gesloten overeenkomst, zoals met name de bij de eerdere overeenkomst overeengekomen levertijd. Dat het plintenwerk op 9 augustus 2003 niet afkwam is bovendien niet toerekenbaar aan de ondernemer, maar eerder te wijten aan de door de consument opgegeven maatvoering waarbij geen rekening was gehouden met zaagverlies en dergelijke. Op grond van het voorgaande wordt de klacht ongegrond geoordeeld en als volgt beslist. Beslissing Het door de consument verlangde wordt afgewezen. Aldus beslist door de Geschillencommissie Wonen, op 3 februari 2004.