Commissie: Ziekenhuizen
Categorie: (Niet) Ontvankelijkheid
Jaartal: 2018
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
116904
De uitspraak:
In het geschil tussen
[Cliënt], wonende te [plaats] en HagaZiekenhuis, gevestigd te Den Haag, (verder te noemen het ziekenhuis).Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij wege van bindend advies door de Geschillencommissie Ziekenhuizen (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
Op 4 juni 2018 heeft buiten aanwezigheid van partijen de behandeling plaatsgevonden door de commissie. Partijen zijn niet opgeroepen om ter zitting te verschijnen omdat eerst moet worden vastgesteld of cliënt ontvankelijk is in zijn klacht.
Onderwerp van het geschil
Cliënt is tegen het Nederlandse zorgsysteem en hij heeft derhalve geen zorgverzekering afgesloten. Cliënt beklaagt zich erover dat hij is geopereerd en dat het ziekenhuis een zorgverzekeraar bereid heeft gevonden de kosten voor die operatie te voldoen, terwijl dit zonder toestemming van cliënt heeft plaatsgevonden.
Standpunt van cliënt
Voor het standpunt van cliënt verwijst de commissie allereerst naar de overgelegde stukken in het bijzonder het vragenformulier dat de cliënt op 18 april 2018 aan de commissie heeft gezonden.
In de kern komt het standpunt van cliënt op het volgende neer.
Cliënt is, nadat hij betrokken was geraakt bij een verkeersongeval, op 17 december 2017 in het ziekenhuis geopereerd door de behandelend chirurg. Cliënt heeft de behandelend chirurg medegedeeld dat hij niet verzekerd was tegen ziektekosten en dat hij daardoor de afgelopen jaren veel problemen heeft gehad. De chirurg is desondanks doorgegaan met de behandeling. Cliënt heeft nadien zijn zorgen die samenhingen met het niet verzekerd zijn ook schriftelijk kenbaar gemaakt aan het ziekenhuis.
Cliënt heeft gesteld dat hij geen schadevergoeding vordert van het ziekenhuis, maar dat sprake is van een zaak van eer, een ethische kwestie.
Standpunt van het ziekenhuis
Voor het standpunt van het ziekenhuis verwijst de commissie naar de brief van 7 februari 2018. In de kern komt het standpunt van het ziekenhuis op het volgende neer.
Het ziekenhuis is van mening dat het van groot belang is dat cliënt een zorgverzekering afsluit omdat de kosten voor de verleende, en mogelijk toekomstige, zorg anders op cliënt worden verhaald. Volgens het ziekenhuis is aan cliënt enkel een advies gegeven en is cliënt vrij in de keuze van de zorgverzekeraar.
Beoordeling ten aanzien van de ontvankelijkheid
Ingevolge artikel 5 lid 1 sub a van het reglement verklaart de commissie cliënt in zijn klacht ambtshalve niet ontvankelijk indien het een geschil betreft over de niet-betaling van een factuur en daaraan geen inhoudelijke klacht ten grondslag ligt.
De commissie stelt op basis van de door de partijen overgelegde stukken vast dat aan de
klacht van cliënt tegen het ziekenhuis geen voldoende duidelijk omschreven inhoudelijke klacht ten grondslag ligt over de (kwaliteit van de) door het ziekenhuis verleende zorg. De klacht van cliënt zal daarom niet op een nadere zitting worden behandeld.
De commissie oordeelt dat de consument niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in zijn klacht.
Beslissing
De commissie verklaart cliënt niet-ontvankelijk in zijn klacht.
Aldus beslist op 4 juni 2018 door de Geschillencommissie Ziekenhuizen.