Commissie: Zorg Algemeen
Categorie: Informatie
Jaartal: 2021
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
52440/66304
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over
De cliënt klaagt dat hij geen inzage krijgt in zijn medisch dossier, dat hij een toestemmingsformulier voor het delen van ROM-gegevens verplicht moet ondertekenen en dat hij niet juist is geïnformeerd over het gebruik van zijn persoonsgegevens en het privacyreglement. Volgens de zorgaanbieder is er niet geweigerd om inzage te geven in het medisch dossier, maar is er verzocht om aan te geven welke informatie de cliënt uit het dossier wilde hebben, aangezien het dossier een grote hoeveelheid aan persoonsgegevens bevat. Daarnaast ontkent de zorgaanbieder dat de cliënt verplicht het toestemmingsformulier moet ondertekenen. Het ondertekenen is een vrijwillige keuze van de cliënt en die heeft er voor gekozen om het niet te ondertekenen, dus zijn de gegevens ook niet gedeeld. Ook stelt de zorgaanbieder dat is voldaan aan de eisen die worden gesteld aan de informatieverplichting vanuit de AVG. De commissie gaat mee in de argumenten van de zorgaanbieder. Alle klachtonderdelen zijn ongegrond.
Volledige uitspraak
In het geschil tussen
[Cliënt], wonende te [woonplaats]
en
Mentaal Beter, gevestigd te Amersfoort
(hierna te noemen: de zorgaanbieder)
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De commissie heeft kennis genomen van de overgelegde stukken.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 7 mei 2021 te Utrecht.
Partijen zijn niet voor de zitting opgeroepen.
Onderwerp van het geschil
De cliënt heeft de klacht voorgelegd aan de zorgaanbieder.
Het geschil betreft de inzage in het medisch dossier, het toestemmingsformulier deling van Routine Outcome Monitoring (ROM) -gegevens en niet-nakoming informatieplicht Algemene verordening gegevensbescherming (AVG).
Standpunt van de cliënt
Voor het standpunt van de cliënt verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De cliënt is onder behandeling geweest bij de zorgaanbieder. Hij heeft puntsgewijs de volgende klachten.
1. Het verzoek van de cliënt om inzage in de LOG gegevens van zijn medisch dossier is geweigerd.
2. De cliënt moest een formulier ondertekenen voor het delen van ROM-gegevens anders zou zijn verzekering de kosten niet dekken. De cliënt is misleid.
3. Er is een verouderd toestemmingsformulier van Akwa GGZ toegestuurd. Dat bestond op dat moment niet meer.
4. Ten onrechte is in het toestemmingsformulier niet de optie “weigeren van delen ROM-gegevens” opgenomen.
5. De cliënt is niet op de juiste manier geïnformeerd over wat de zorgaanbieder met zijn persoonsgegevens doet. De privacyreglementen zijn niet up-to-date.
6. De zorgaanbieder is het eigen klachtenreglement niet nagekomen. Er wordt niet op klachten gereageerd. De cliënt voelt zich onheus behandeld door de klachtenfunctionaris.
De cliënt wil inzage in zijn medisch dossier en in de ROM-gegevens. Daarnaast verlangt de cliënt een schadevergoeding voor het werk wat hij in zijn klachten heeft gestopt. De cliënt heeft deze schadevergoeding berekend op een bedrag van € 1.442,–. Ten slotte wil de cliënt dat de zorgaanbieder op de vingers wordt getikt.
Standpunt van de zorgaanbieder
Voor het standpunt van de zorgaanbieder verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De cliënt is onder behandeling geweest bij de zorgaanbieder. De behandelingsovereenkomst is op 1 april 2019 tot stand gekomen. Om de effectiviteit van de behandelingen te waarborgen en verbeteren, worden de behandelingen gemonitord. Voor dit monitoren wordt gebruik gemaakt van ROM. De zorgaanbieder maakt bij de ROM gebruik van door Alliantie kwaliteit in de GGZ (Akwa GGZ) aangeleverde meetinstrumenten (vragenlijsten) die door de cliënt moeten worden ingevuld. De zorgaanbieder gebruikt de ingevulde vragenlijsten voor de behandeling van de cliënt. In aanvulling daarop kunnen de ingevulde vragenlijsten worden gedeeld met Akwa GGZ voor zover de cliënt hiervoor voorafgaande toestemming geeft.
De Autoriteit Persoonsgegevens heeft in 2019 bepaald dat de informatie over een cliënt, verkregen via ROM meetinstrumenten wordt gekwalificeerd als (bijzondere) persoonsgegevens in de zin van de AVG. De ROM-gegevens maken onderdeel uit van het medisch dossier van de cliënt.
Ten aanzien van de verschillende klachtonderdelen brengt de zorgaanbieder het volgende naar voren.
1. De zorgaanbieder heeft niet geweigerd om een afschrift van de loggegevens te verstrekken. Op 8 mei 2020 en 27 juli 2020 heeft de zorgaanbieder aan de cliënt verzocht om zijn verzoek nader te specificeren, zodat hieraan uitvoering kon worden gegeven. Pas op 12 augustus 2020 heeft de cliënt op dit verzoek gereageerd. Een dag later is aan de cliënt bevestigd dat het verzoek intern zou worden opgepakt. Op 23 oktober 2020 is dit nogmaals aan de cliënt bevestigd en op 6 november 2020 zijn de opgevraagde loggegevens verstrekt.
Gelet op de grote hoeveelheid persoonsgegevens in zijn medisch dossier – en de tijd en kosten die gepaard zouden gaan met het analyseren daarvan – was de vraag om specificatie van het verzoek niet meer dan redelijk en in lijn met overweging 63 AVG en de richtlijnen van de Autoriteit Persoonsgegevens.
2. De zorgaanbieder betwist dat zij of een medewerker van de zorgaanbieder zou hebben gezegd dat de zorgverzekering de zorgkosten niet zou dekken als de cliënt het toestemmingsformulier voor deling van zijn ROM-gegevens niet zou ondertekenen. Het al dan niet ondertekenen van het toestemmingsformulier is een vrijwillige keuze van de cliënt en heeft geen invloed op de behandeling van cliënten door de zorgaanbieder.
3. Het is juist dat het op 1 mei 2020 aan de cliënt verstrekte toestemmingsformulier wordt melding gemaakt van SBG. SBG is sinds 2019 opgehouden te bestaan en de werkzaamheden zijn voortgezet door de nieuwe alliantie Akwa GGZ. Het formulier is inmiddels aangepast. Het betreffende formulier is overigens niet door de cliënt ondertekend. De cliënt heeft een eigenhandig opgesteld en ondertekend “toestemmingsformulier” verstrekt op 3 mei 2020. Hierin is expliciet aangegeven dat hij niet akkoord gaat met de verstrekking van zijn ROM-gegevens aan Akwa GGZ. De cliënt heeft dan ook geen nadeel ondervonden of schade geleden.
4. Alleen als het toestemmingsformulier wordt ondertekend, is sprake van een verleende toestemming voor het delen van de ROM-gegevens met Akwa GGZ. Het niet ondertekenen van het toestemmingsformulier staat gelijk aan het weigeren van toestemming.
5. De zorgaanbieder heeft voldaan aan de informatieverplichting uit de AVG. Bij aanvang van de behandeling van de cliënt is in artikel 12 van de behandelingsovereenkomst van 15 april 2019 duidelijk gewezen naar het toepasselijke privacyreglement van de zorgaanbieder, raadpleegbaar via de website van de zorgaanbieder. In het privacyreglement staat duidelijk opgenomen welke persoonsgegevens de zorgaanbieder verwerkt en voor welke doeleinden dit gebeurt.
6. Niet duidelijk is op welk onderdeel uit het klachtenreglement de cliënt doelt.
De zorgaanbieder verzoekt de commissie de klachtonderdelen ongegrond te verklaren en de verzochte schadevergoeding af te wijzen.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Klachtonderdeel 1:
De commissie komt tot het oordeel dat de zorgaanbieder niet heeft geweigerd de loggegevens van het EPD aan de cliënt te verstrekken. Voor de zorgaanbieder was langere tijd niet duidelijk welke informatie de cliënt uit het EPD wenste te ontvangen en hij heeft hierover navraag gedaan bij de cliënt. Op 12 augustus 2020 was voor de zorgaanbieder duidelijk welke informatie de cliënt wenste te ontvangen. De loggegevens zijn op 6 november 2020 aan de cliënt verstrekt. Het heeft dus wel enige tijd geduurd voordat de cliënt de door hem verlangde informatie heeft gekregen. Dit maakt echter niet dat het klachtonderdeel gegrond is.
Klachtonderdeel 2:
In dit klachtonderdeel stelt cliënt dat de zorgaanbieder zou hebben gezegd dat de geleverde zorg pas dan zou worden vergoed indien het daarop betrekking hebbende toestemmingsformulier ondertekend zou worden door cliënt. Verweerder ontkent dat deze mededeling is gedaan.
De commissie overweegt dat in gevallen waarin de lezingen van partijen omtrent een (onderdeel van de) klacht uiteenlopen en niet goed kan worden vastgesteld welke van beide lezingen het meest aannemelijk is, die klacht dan wel dat klachtonderdeel in beginsel niet gegrond kan worden verklaard. Dit berust niet hierop dat het woord van de cliënt minder geloof verdient dan het woord van de zorgaanbieder maar op de omstandigheid dat voor het oordeel dat bepaalde gedragingen van een zorgaanbieder hem kunnen worden verweten, eerst moet worden vastgesteld dat de feitelijke grondslag voor dat oordeel aanwezig is, dat wil zeggen dat aannemelijk is geworden dat feitelijk sprake is van zodanige gedragingen. Dat is in deze zaak niet vast te stellen. Dit betekent dat dit klachtonderdeel niet gegrond kan worden bevonden.
Klachtonderdeel 3:
De commissie stelt met de zorgaanbieder vast dat het toestemmingsformulier waarvan cliënt gebruik kon maken verouderd was en niet meer actueel was. De cliënt heeft hierdoor echter geen schade geleden, te meer nu hij het toestemmingsformulier niet heeft ondertekend waardoor de toestemming door hem automatisch nimmer is gegeven.
Klachtonderdeel 4:
De commissie stelt vast dat het toestemmingsformulier niet door de cliënt is ondertekend, hetgeen inhoudt dat geen toestemming is gegeven voor het gebruik hiervan. Het toestemmingsformulier hoefde dan ook geen optie “weigeren van delen ROM-gegevens” te bevatten, het niet ondertekenen is immer een daad van het weigeren voor toestemming. Het klachtonderdeel is ongegrond.
Klachtonderdeel 5:
Dit klachtonderdeel ziet op de informatie die de zorgaanbieder onvoldoende zou hebben gegeven over wat met de gegevens van de cliënt wordt gedaan. Uit het verweer van de zorgaanbieder volgt dat is voldaan aan de eisen die worden gesteld aan de informatieverplichting vanuit de AVG. Ook is in de behandelingsovereenkomst gewezen op het privacyreglement dat van toepassing is. Daarin is opgenomen welke persoonsgegevens de zorgaanbieder verwerkt en voor welke doeleinden deze worden gebruikt. Voor de commissie is daarmee komen vast te staan dat cliënt voldoende is geïnformeerd. Het klachtonderdeel is ongegrond.
Klachtonderdeel 6:
Uit de stukken maakt de commissie op dat de cliënt de reactie van de klachtencommissie niet heeft afgewacht, maar zijn klacht aan deze commissie heeft voorgelegd. Dat de klachtenfunctionaris de cliënt onheus zou hebben behandeld is door de zorgaanbieder betwist en staat bij gebreke van voldoende onderbouwing door cliënt ook niet vast. Het klachtonderdeel is ongegrond.
Ten overvloede merkt de commissie op dat voor zover de cliënt betoogt dat de ROM-gegevens zonder zijn toestemming aan derden zijn verstrekt, de commissie van oordeel is dat dit niet uit de overgelegde stukken blijkt en ook door de zorgaanbieder wordt betwist.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht in al zijn onderdelen ongegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie:
Verklaart de klacht in al zijn onderdelen ongegrond.
Het door de cliënt verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Zorg Algemeen, bestaande uit de heer mr. A.R.O. Mooy, voorzitter, de heer prof. dr. M-B Bouman, de heer mr. R.P. Gerzon, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. L. Kramer, secretaris, op 7 mei 2021.