Commissie: Zelfstandige Klinieken
Categorie: bejegening/ schadevergoeding/ zorgvuldigheid
Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
233853/301766
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De fysiotherapeut heeft de cliënte een paar minuten zonder zijn toezicht, maar onder toezicht van een ervaren stagiaire, op de loopband laten lopen. De cliënte is vervolgens op de loopband gevallen. De commissie is van oordeel dat, ondanks dat de cliënte is gevallen, de fysiotherapeut niet onzorgvuldig jegens de cliënte heeft gehandeld door de oefenzaal te verlaten toen de cliënte op de loopband liep. De fysiotherapeut mocht gelet op de omstandigheden van het geval de inschatting maken dat hij de cliënte verantwoord een paar minuten uit zijn zicht maar in dat van de stagiaire kon laten.
De uitspraak
In het geschil tussen
mevrouw [naam], wonende te [plaatsnaam] (hierna te noemen: de cliënte)
vertegenwoordigd door: de heer [naam]
en
OCA, gevestigd te Amsterdam
(hierna te noemen: de zorgaanbieder).
Samenvatting
De fysiotherapeut heeft de cliënte een paar minuten zonder zijn toezicht, maar onder toezicht van een ervaren stagiaire, op de loopband laten lopen. De cliënte is vervolgens op de loopband gevallen. De commissie is van oordeel dat, ondanks dat de cliënte is gevallen, de fysiotherapeut niet onzorgvuldig jegens de cliënte heeft gehandeld door de oefenzaal te verlaten toen de cliënte op de loopband liep. De fysiotherapeut mocht gelet op de omstandigheden van het geval de inschatting maken dat hij de cliënte verantwoord een paar minuten uit zijn zicht maar in dat van de stagiaire kon laten.
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de commissie te laten beslechten.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 17 juli 2024 te Utrecht.
De heer [naam] heeft, namens zijn moeder (de cliënte), ter zitting in persoon het standpunt van de cliënte toegelicht.
Namens de zorgaanbieder is de heer [naam] (fysiotherapeut) verschenen.
Beoordeling
De klacht
De cliënte stelt zich op het standpunt dat zij door nalatigheid van de fysiotherapeut is gevallen op de loopband en als gevolg daarvan schade heeft geleden. Volgens de cliënte dient de zorgaanbieder, waar de fysiotherapeut werkzaam is, de schade te vergoeden die zij heeft geleden. Zij voert hiertoe, voor zover relevant, het volgende aan.
De cliënte is 75 jaar oud, beheerst de Nederlandse taal slecht en heeft weinig kennis van digitale apparatuur. De heer [naam], de zoon van de cliënte, is mede daarom haar mantelzorger. De cliënte heeft wegens pijn aan haar schouder een fysiotherapiebehandeling ondergaan bij de zorgaanbieder, bestaande uit meerdere sessies van 30 minuten. De zoon van de cliënte was aanwezig bij het intakegesprek van de cliënte en bij het merendeel van de sessies van de fysiotherapiebehandeling. Tijdens het intakegesprek heeft de zoon van de cliënte benadrukt dat de cliënte de nodige aandacht en toezicht nodig heeft wegens haar fysieke toestand, leeftijd, gewicht, algemene kennis en mentale gesteldheid. De fysiotherapeut begreep dit.
Met uitzondering van de laatste sessie is de cliënte bij alle sessies van de fysiotherapie onder toezicht en begeleiding van de fysiotherapeut behandeld. De fysiotherapeut stelde altijd de apparatuur voor de cliënte in en hield een voortgangsboekje bij. Bij de laatste sessie op 4 november 2022 ging dit anders. De zoon van de cliënte was niet aanwezig bij deze sessie. De fysiotherapeut is tijdens de sessie zijn bedrijfsadministratie gaan doen en heeft de cliënte zonder toezicht op een in werking zijnde loopband achtergelaten. Het lukte de cliënte niet de loopband tot stilstand te brengen, waardoor zij in paniek raakte en vervolgens viel. Door deze val heeft de cliënte letsel opgelopen aan haar knie en ribben.
De zorgaanbieder is wegens de nalatigheid van de bij haar werkzame fysiotherapeut aansprakelijk voor de schade die de cliënte heeft geleden door de val op de loopband. De cliënte verzoekt de commissie te bepalen dat de zorgaanbieder aan haar € 2.160,– aan schadevergoeding dient te betalen.
De reactie van de zorgaanbieder
De zorgaanbieder betwist dat er sprake is van nalatig handelen van de fysiotherapeut. Zij voert hiertoe, voor zover relevant, het volgende aan.
De cliënte heeft voorafgaand aan de val op de loopband meer dan twintig sessies fysiotherapie gehad bij de zorgaanbieder. Tijdens deze sessies heeft de fysiotherapeut uitgebreid instructies gegeven aan de cliënte over de apparatuur in de oefenzaal. Zij had hierdoor dus ruime ervaring met de apparatuur in de oefenzaal.
Bij de sessie op 4 november 2022 heeft de fysiotherapeut als laatste oefening de cliënte op een loopband laten lopen met een snelheid van ongeveer 4 kilometer per uur. De fysiotherapeut heeft op dat moment de oefenzaal een paar minuten verlaten om een formulier uit te printen. In de oefenzaal was een stagiaire aanwezig die toezicht heeft gehouden op de cliënte en één andere cliënte. Deze stagiaire had 3 à 4 jaar ervaring in de fysiotherapie en was al meerdere maanden bij de zorgaanbieder aan het werk. Tijdens het lopen op de loopband wilde de cliënte haar telefoon of sleutels pakken. Zij hing hierdoor voorover op de loopband en is vervolgens gevallen. De stagiaire in de oefenzaal kon deze val niet voorkomen. Zij heeft de cliënte na de val meteen opgevangen. De fysiotherapeut heeft daarna aan de cliënte kosteloos nazorg verleend door haar ribben te tapen met medical tape. Op dat moment had zij nog geen last van haar knie.
De fysiotherapeut heeft dan ook niet nalatig gehandeld. Hij kon verantwoord de oefenzaal een paar minuten verlaten, nu de ervaren stagiaire toezicht hield op de cliënte. Daarnaast had hij aan de cliënte laten zien waar de stopknop van de loopband zat. Volgens de zorgaanbieder dient de klacht daarom ongegrond te worden verklaard.
De beoordeling door de commissie
In geschil is of de fysiotherapeut tijdens de fysiotherapiebehandeling van de cliënte op 4 november 2022 onzorgvuldig heeft gehandeld door de oefenzaal een paar minuten te verlaten toen de cliënte op de loopband liep. De commissie zal het geschil beoordelen aan de hand van het volgende juridisch kader.
Juridisch kader
Op grond van de geneeskundige behandelingsovereenkomst moet de zorgaanbieder bij zijn werkzaamheden de zorg van een goed hulpverlener in acht nemen en daarbij handelen in overeenstemming met de op hem rustende verantwoordelijkheid, voortvloeiende uit de voor hulpverleners geldende professionele standaard (artikel 7:453 van het Burgerlijk Wetboek). Deze zorgplicht houdt in dat de zorgaanbieder die zorg moet betrachten die een redelijk bekwaam en redelijk handelend hulpverlener in dezelfde omstandigheden zou hebben betracht.
In de eerste plaats stelt de commissie vast dat de zorgaanbieder geen multidisciplinaire zorg verleende aan de cliënte. Dit betekent dat de fysiotherapeut zelf dient in te schatten waartoe de cliënte in staat is en onder welke mate van toezicht de fysiobehandeling dient te worden gegeven.
Volgens de fysiotherapeut was de cliënte in staat een paar minuten zonder hem, maar onder toezicht van een ervaren stagiaire, op de loopband te lopen. De commissie is van oordeel dat niet gebleken is dat dit onverantwoord was van de fysiotherapeut. De fysiotherapeut mocht deze inschatting maken gelet op de volgende omstandigheden:
– de cliënte heeft geen cognitieve stoornis;
– de cliënte had voorafgaand aan de fysiobehandeling op 4 november 2022 al ongeveer 20 vergelijkbare sessies gehad bij de zorgaanbieder;
– de stagiaire die toezicht hield in de oefenzaal, stond op een zodanige afstand van de cliënte dat zij snel kon ingrijpen;
– de stagiaire heeft 3 tot 4 jaar ervaring in de fysiotherapie;
– de fysiotherapeut heeft de cliënte gewezen op de stopknop van de loopband;
– de cliënte heeft een taalbarrière, maar in die mate dat zij bijvoorbeeld wel in staat is om zelf een afspraak te maken en aan te geven waar ze pijn heeft.
Dat de cliënte gevallen is op de loopband toen de fysiotherapeut net de oefenzaal uit was, valt te betreuren maar leidt, gelet op het vorenstaande, niet tot het oordeel dat de fysiotherapeut nalatig heeft gehandeld door in de oefenzaal gedurende enkele minuten niet aanwezig te zijn terwijl de cliënte op de loopband actief was. In dit verband is voorts nog van belang dat onduidelijk is gebleven waardoor/hoe de cliënte ten val is gekomen.
Slotsom
De conclusie uit het voorgaande is dat de fysiotherapeut de zorg heeft betracht die een redelijk bekwaam en redelijk handelend hulpverlener in dezelfde omstandigheden zou hebben betracht. De zorgaanbieder is dan ook niet aansprakelijk voor de door de cliënte geleden schade. De klacht van de cliënte zal daarom ongegrond worden verklaard en het verzoek tot schadevergoeding zal worden afgewezen.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie:
– verklaart de klacht van de cliënte ongegrond;
– wijst het verzoek van de cliënte af.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de zorgaanbieder aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Zelfstandige Klinieken, bestaande uit mevrouw mr. A.D.R.M. Boumans, voorzitter, de heer prof. J.H.B. Geertzen, de heer mr. S. Sierksma, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. R.H.W. Theuns-van Waasdijk, secretaris, op 17 juli 2024.