Cliënt moet eerst klachtenprocedure bij zorgaanbieder doorlopen

De Geschillencommissie




Commissie: Ziekenhuizen    Categorie: (Niet) Ontvankelijkheid    Jaartal: 2022
Soort uitspraak: niet-ontvankelijkverklaring   Uitkomst: niet-ontvankelijk   Referentiecode: 61288/113027

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

De cliënt is overgebracht naar de zorgaanbieder vanwege vaatvernauwing en heeft meerdere hartoperaties gehad. Volgens de cliënt zijn er fouten gemaakt in zijn behandeling en probeert de arts dit goed te praten voor hemzelf en zijn collega’s. Volgens de zorgaanbieder wilde de cliënt niet naar de klachtencommissie van de zorgaanbieder en is de klachtenprocedure halverwege afgebroken. De commissie oordeelt dat de cliënt de klacht niet eerst heeft ingediend bij de zorgaanbieder en ook niet de klachtenprocedure heeft doorlopen, terwijl dit wel een vereiste is volgens het regelement van de commissie. De cliënt is daarom niet-ontvankelijk in zijn klacht.

Volledige uitspraak

In het geschil tussen

[Cliënt], wonende te [woonplaats]

en

Stichting VUmc, gevestigd te Amsterdam
(hierna te noemen: de zorgaanbieder)

Behandeling van het geschil
Uit de stukken blijkt dat eerst dient te worden vastgesteld of de cliënt in zijn klacht ontvankelijk is.

De Geschillencommissie Ziekenhuizen (verder te noemen: de commissie) heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

De behandeling heeft plaatsgevonden op 10 januari 2022 te Utrecht.

Partijen zijn niet voor de zitting opgeroepen.

Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de hartoperatie die de consument bij de zorgaanbieder heeft ondergaan.

Standpunt van de cliënt ten aanzien van de ontvankelijkheid
Voor het standpunt van de cliënt verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De cliënt is naar de zorgaanbieder overgebracht vanwege vaatvernauwing. Dit heeft geresulteerd in drie (open)hartoperaties. Volgens de cliënt zijn er door de zorgaanbieder fouten gemaakt. Zo is een verkeerde diagnose gesteld. De zorgaanbieder zegt dat sprake is van complicaties en [naam arts] heeft zichzelf willen “schoonpraten” en zijn collega’s willen beschermen. [Naam arts] heeft het dossier van de cliënt niet bekeken en was niet op de hoogte van het aantal stents dat is geplaatst.

De cliënt geeft aan niet te begrijpen wat wordt bedoeld met niet-ontvankelijkheid.

Standpunt van de zorgaanbieder ten aanzien van de ontvankelijkheid
Voor het standpunt van de zorgaanbieder verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De cliënt heeft zijn klacht op 15 september 2020 aan de zorgaanbieder voorgelegd. Op 24 november 2020 heeft een bemiddelingsgesprek met de cardiochirurg en de klachtenfunctionaris plaatsgevonden. In december en januari 2020 belt de klachtenfunctionaris met de cliënt om te informeren of hij tevreden is met de klachtenbehandeling. De cliënt geeft aan de brief niet te hebben ontvangen. De klachtenfunctionaris heeft de brief vier keer aangetekend verstuurd. Op 3 februari 2021 hebben de klachtenfunctionaris en de cliënt nogmaals telefonisch contact. De cliënt geeft aan dat hij het niet eens is met de inhoud van het gespreksverslag. De cliënt herhaalt dat er fouten zijn gemaakt en zegt dat hij een brief heeft gestuurd aan de commissie. De cliënt heeft geen geduld om naar de klachtencommissie van de zorgaanbieder te gaan of anderszins nog bemoeienis van de zorgaanbieder in deze klacht te aanvaarden.

Hoewel de cliënt de klacht kenbaar heeft gemaakt, heeft hij het traject voortijdig afgebroken, waardoor van afhandeling van de klacht overeenkomstig artikel 6 lid 1 sub a van het Reglement Geschillencommis-sie Ziekenhuizen (hierna: het regelement) jo. artikel 14 lid 2 Klachtregeling van de zorgaanbieder geen sprake is. De situatie om een geschil aan de commissie voor te leggen op grond van artikel 21 lid 1 sub c Wkkgz doet zich hier evenmin voor.

De zorgaanbieder verzoekt de commissie dan ook de cliënt niet-ontvankelijk te verklaren in zijn klacht.

Beoordeling van het geschil
De commissie dient zich uit te spreken over de ontvankelijkheid van de cliënt in zijn klacht tegen de zorgaanbieder.

Volgens art. 6 lid 1 onder a van het reglement verklaart de commissie op verzoek van de zorgaanbieder – gedaan bij eerste gelegenheid – de client in zijn klacht niet-ontvankelijk indien hij zijn klacht niet eerst volgens de wet bij de zorgaanbieder heeft ingediend, tenzij van de cliënt in redelijkheid niet kan worden verlangd dat hij onder de gegeven omstandigheden zijn klacht eerst bij de zorgaanbieder indient.

Door de cliënt wordt niet betwist dat hij zijn klacht niet eerst volgens de wet bij de zorgaanbieder heeft ingediend en dat hij de klachtenprocedure niet heeft doorlopen. De commissie ziet geen reden waarom van de cliënte niet kan worden verlangd dat hij zijn klacht eerst bij de zorgaanbieder indient. Op grond van artikel 6 lid 1 onder a van het reglement wordt de cliënt niet-ontvankelijk verklaard in zijn klacht.

Op grond van het voorgaande is de cliënt niet-ontvankelijk in de klacht.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De cliënt wordt in zijn klacht niet-ontvankelijk verklaard.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Ziekenhuizen, bestaande uit mevrouw mr. A.D.R.M. Boumans, voorzitter, de heer prof. dr. G.J. Wesseling, de heer J. Donga, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. L. Kramer, secretaris, op 10 januari 2022.