Commissie is onbevoegd, vordering van consument overschrijdt grens

De Geschillencommissie




Commissie: Makelaardij    Categorie: (On)bevoegdheid    Jaartal: 2020
Soort uitspraak: onbevoegdverklaring   Uitkomst: onbevoegd   Referentiecode: 5083/14724

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

De consument klaagt over de bemiddeling van de makelaar bij de verkoop van een huis. De consument had in september 2018 een pand in bezit wat bij de makelaar in verkoop is gegeven. De makelaar heeft de woning voor € 160.000,– verkocht aan iemand die hij kende. Daarna is de consument gebleken dat de woning twee weken later voor € 180.000,– is verkocht en nog eens twee weken later voor € 197.500,–. De makelaar heeft de consument niet goed bijgestaan en de consument heeft € 37.500,– schade geleden. De makelaar geeft aan dat de vordering het bedrag overschrijdt tot welke de commissie de zaak kan behandelen. De commissie stelt zich onbevoegd, aangezien de schadeloosstelling van de consument hoger dan € 10.000,– is.

Volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil
Het geschil heeft betrekking op de wijze waarop de makelaar uitvoering heeft gegeven aan een in september 2018 gegeven opdracht tot bemiddeling bij verkoop van een huis.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Ik heb in september 2018 een pand dat in mijn bezit was bij de makelaar in verkoop gegeven. De makelaar zei dat de huizen bij mij in de buurt funderingsproblemen hadden en aanvankelijk stelde hij dat de woning niet meer dan € 125.000,– waard was. Uiteindelijk zei hij te denken dat de woning wel voor € 150.000,– verkocht kon worden. Hij zei iemand te kennen die wel geïnteresseerd was in dit soort panden; dat was [naam]. Deze bood € 160.000,– en met die opbrengst bleef ik niet met een restschuld zitten; ik ging akkoord. Dit alles ging heel snel. Later is mij gebleken dat de woning twee weken later voor € 180.000,– is verkocht en nog eens twee weken later voor € 197.500,–.

De makelaar heeft mij niet goed bijgestaan en ik heb € 37.500,– schade geleden. Ik heb de makelaar aansprakelijk gesteld voor die schade.

Er is geen duidelijke bemiddelingsovereenkomst opgesteld. Bij de notaris is € 2.904,– voor courtage ingehouden.

Ik stel de makelaar aansprakelijk en wens dat de commissie daarover een uitspraak doet. Als het zo is dat uw commissie enkel bevoegd is om kennis te nemen van vorderingen welke het bedrag van € 10.000,– niet te boven gaan merk ik op dat ik geen veroordeling tot betaling van dat bedrag vorder; ik verlang slechts een uitspraak van uw commissie over het handelen van de makelaar. Ik ben niet bereid om de hoogte van onze aanspraken onvoorwaardelijk te beperken tot € 10.000,– met afstand van het meerdere. Ik wil de mogelijkheid open houden om later via een ander forum terug te komen op de schade.

Standpunt van de makelaar
Voor het standpunt van de makelaar verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De vordering overschrijdt het bedrag tot welk uw commissie de zaak kan behandelen. Uw commissie dient zich niet bevoegd te verklaren.

Beoordeling
De commissie overweegt als volgt.

In het klachtformulier heeft de consument aangegeven een schadeloosstelling van de makelaar (alsmede terugbetaling van de courtage) te verlangen. Zijn latere standpunt, dat hij niet de makelaar “via” de commissie aansprakelijk stelt, doch slechts van de commissie een uitspraak verlangt over het handelen van de makelaar, miskent dat – nu de consument geen afstand heeft gedaan van zijn eventuele aanspraken boven de € 10.000,– en zelfs uitdrukkelijk heeft aangegeven daarvoor de mogelijkheid te willen ophouden om een ander forum te zoeken – de uitspraak van de commissie nog steeds een uitspraak zou inhouden welke uiteindelijk, indien gegrond, zou leiden tot aansprakelijkheid van de makelaar, met een belang van meer dan € 10.000,–. Mitsdien is de commissie onbevoegd.

Derhalve wordt als volgt beslist,

Beslissing
De commissie verklaart zich onbevoegd om kennis te nemen van het geschil.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Makelaardij, bestaande uit de heer mr. J.M. Brandenburg, voorzitter, de heer J.B. Boerman, mevrouw mr. D.E. Valle Robles-Roomer, leden, op 22 april 2020.