
Commissie: Verpleging Verzorging en Geboortezorg
Categorie: (Niet) Ontvankelijkheid
Jaartal: 2019
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: niet-ontvankelijk
Referentiecode:
2262/13398
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over
De cliënte neemt niet langer maaltijden van de zorgaanbieder af. De cliënte wil dat de zorgaanbieder de kosten van deze maaltijden verrekent met de eigen bijdrage die zij aan het CAK moet betalen. Volgens de commissie is het CAK geen partij in de procedure. Het CAK is het administratiekantoor dat de eigen bijdrage voor onder meer de Wet Langdurige Zorg int. Het is niet mogelijk om de eigen bijdrage te verrekenen met de diensten die de zorgaanbieder levert (de maaltijdverstrekking). De cliënte is niet-ontvankelijk in haar klacht.
Volledige tekst
In het geschil tussen
[Cliënte], wonende te [plaats] en de Stichting Samen Zorgen, gevestigd te Herveld (hierna te noemen: de zorgaanbieder).
Behandeling van het geschil
Uit de stukken blijkt dat vooraf dient te worden vastgesteld of de cliënte in haar klacht kan worden ontvangen. De Geschillencommissie Verpleging Verzorging en Geboortezorg (verder te noemen: de commissie) heeft kennis genomen van de overgelegde stukken. De behandeling heeft plaatsgevonden op 23 december 2019 te Arnhem. Partijen zijn niet voor de zitting opgeroepen.
Onderwerp van het geschil
Het geschil heeft betrekking op de kwaliteit van de maaltijden in het verzorgingshuis van de zorgaanbieder waar de cliënte verblijft. De cliënte wenst verrekening van de kosten van die maaltijden met haar eigen bijdrage.
Standpunt van de cliënte
Voor het standpunt van de cliënte verwijst de commissie naar de overgelegde stukken met name het klachtenformulier met bijlagen van 11 juni 2019. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Sinds april 2017 verblijft de cliënte in verzorgingshuis Liefkenshoek in Heteren. Aanvankelijk was de cliënte tevreden over de maaltijden die werden bereid in het verzorgingshuis. Na een paar maanden werd de keuken van het verzorgingshuis verbouwd en werd er slechts drie dagen per week gekookt; de andere dagen werden de vooraf bereide maaltijden opgewarmd hetgeen de smaak en kwaliteit niet ten goede kwam. De cliënte heeft haar zorgen en klachten aan de zorgaanbieder kenbaar gemaakt maar een verbetering is niet gevolgd. De cliënte heeft dan ook besloten zelf voor haar maaltijden te zorgen en heeft de zorgaanbieder te kennen gegeven de maaltijden niet langer af te nemen. De cliënte betaalt echter nog steeds dezelfde eigen bijdrage en heeft het Centraal Administratiekantoor (CAK) verzocht de kosten van de maaltijden daarop in mindering te brengen. Aan de cliënte werd te kennen gegeven dat dit niet mogelijk was aangezien in de zorgkosten de kosten van de maaltijden begrepen zijn. De cliënte is het niet eens met de gang van zaken om welke reden zij de commissie om een oordeel vraagt.
Standpunt van de zorgaanbieder
Voor het standpunt van de zorgaanbieder verwijst de commissie naar de overgelegde stukken met name het verweerschrift van 22 november 2019. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De cliënte heeft haar klachten betreffende de maaltijdbereiding eerder voorgelegd aan de geschillencommissie. In die procedure verzocht de cliënte de commissie om een onderzoek door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) te gelasten naar de kwaliteit van de maaltijden van de zorgaanbieder. Bij beslissing van 7 november 2018 (dossiernummer 119802) heeft de commissie de cliënte niet ontvankelijk verklaard in haar klacht. De zorgaanbieder heeft er alles aan gedaan om de cliënte tegemoet te komen; heeft haar rondgeleid door de keuken, een gesprek gearrangeerd met de chef-kok en haar laten zien dat er verse producten gebruikt worden. De zorgaanbieder betreurt het dat de ontevredenheid bij de cliënte is blijven bestaan. De ontevredenheid wordt niet door de andere bewoners gedeeld, zo blijkt uit een door de zorgaanbieder uitgevoerd tevredenheidsonderzoek. Op verzoek van de door de cliënte geraadpleegde klachtenfunctionaris van de zorgaanbieder laat de IGJ bij brief van 7 september 2018 weten geen aanleiding te zien voor een onderzoek. Thans heeft de cliënte zich wederom tot de commissie gewend met een klacht van vergelijkbare inhoud maar thans met een verzoek tot verrekening van een factuur die niet van de zorgaanbieder afkomstig is doch van het CAK. Het betreft de verplichte eigen bijdrage die de cliënte voor haar zorg verschuldigd is en niet te maken heeft met de door de zorgaanbieder verstrekte maaltijden. De maaltijden worden in natura verstrekt aan de cliënte op basis van de indicatie van de WLZ (Wet Langdurige Zorg). De zorgaanbieder acht de cliënte niet ontvankelijk in haar klacht. De klacht heeft een vergelijkbare inhoud met de eerder ingediende klacht waarvan door de IGJ is beoordeeld dat er geen reden is een onderzoek te starten. De cliënte heeft de onderhavige klacht niet opnieuw met de zorgaanbieder besproken hetgeen een voorwaarde is voor de onderhavige procedure. De gevraagde verrekening is met een factuur die niet van de zorgaanbieder afkomstig is.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De commissie constateert dat de feitelijke inhoud van de klacht van de cliënte, de maaltijdbereiding door de zorgaanbieder, gelijk is aan de eerder door haar geformuleerde klacht die heeft geleid tot uitspraak nummer 119802 van 7 november 2018. In die procedure verzocht de cliënte de commissie de IGJ te gelasten een onderzoek te doen naar de wijze van maaltijdbereiding bij de zorgaanbieder. De cliënte werd in die procedure niet ontvankelijk verklaard. De commissie verwijst kortheidshalve naar de inhoud van die uitspraak.
Thans verzoekt de cliënte, zo begrijpt de commissie, om de zorgaanbieder te gelasten om de eigen bijdrage die de cliënte aan het CAK verschuldigd is met de kosten van de niet langer afgenomen maaltijden van de zorgaanbieder te verrekenen. De commissie overweegt dat het CAK geen partij is in de onderhavige procedure. Het CAK is het administratiekantoor dat de eigen bijdrage, gebaseerd op de indicatie van de cliënte, voor onder meer de WLZ int. Een verzoek tot verrekening van die eigen bijdrage met de door de zorgaanbieder verstrekte diensten (de maaltijdverstrekking) aan de cliënte is dan ook niet mogelijk.
Reeds op grond van het voorgaande kan de cliënte niet ontvangen worden in haar klacht.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie verklaart de cliënte niet-ontvankelijk in haar klacht.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Verpleging Verzorging en Geboortezorg, bestaande uit mevrouw mr. dr. E. Venekatte, voorzitter, mevrouw mr. M.B. van Leusden-Donker, de heer J. Zomerplaag, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. J.C. Quint, secretaris, op 23 december 2019.