Commissie onbevoegd: klacht ziet uitsluitend op gedragingen klachtenfunctionaris

De Geschillencommissie




Commissie: Geestelijke Gezondheidszorg    Categorie: (On)bevoegdheid    Jaartal: 2022
Soort uitspraak: onbevoegdverklaring   Uitkomst: onbevoegd   Referentiecode: 133014/171326

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De cliënt klaagt over de gedragingen van de klachtenfunctionaris. Volgens de zorgaanbieder is de commissie niet bevoegd deze klacht te behandelen, omdat de klachtenfunctionaris onafhankelijk is en niet werkzaam bij de zorgaanbieder.

Naar het oordeel van de commissie ziet de klacht van de cliënt niet op een gedraging van de zorgaanbieder in het kader van de zorgverlening, maar uitsluitend op het handelen van de onafhankelijk klachtenfunctionaris. De commissie verklaart zich dan ook onbevoegd om over de klacht te oordelen.

De uitspraak

In het geschil tussen

[Klager], wonende te [plaatsnaam]

en

Parnassia Groep B.V., gevestigd te ‘s-Gravenhage

(hierna te noemen: de zorgaanbieder).

Behandeling van het geschil
Uit de stukken blijkt dat eerst dient te worden vastgesteld of de commissie bevoegd is het geschil te behandelen.

De Geschillencommissie Geestelijke Gezondheidszorg (verder te noemen: de commissie) heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

De behandeling heeft plaatsgevonden op 21 juli 2022 te Den Haag.

Partijen zijn niet voor de zitting opgeroepen.

Onderwerp van het geschil
De klacht betreft het handelen van de klachtenfunctionaris.

Beoordeling van de bevoegdheid van de commissie
De commissie dient eerst ambtshalve te beoordelen of de commissie bevoegd is om de klacht die klager aan de commissie heeft voorgelegd inhoudelijk te behandelen.

Uit de door de klager ingediende stukken leidt de commissie af dat zijn klacht is gericht op de gedraging van de klachtenfunctionaris.

De zorgaanbieder heeft in zijn verweerschrift verwezen naar het advies van de onafhankelijke klachtencommissie. De klachtencommissie heeft klagers klacht niet ontvankelijk verklaard c.q. afgewezen, omdat de klachtenfunctionaris niet bij de zorgaanbieder in dienst is. Klager is verwezen naar [naam organisatie], de organisatie waar de klachtenfunctionaris in dienst is. Op basis van artikel 15, lid 2, van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (verder: Wkkgz) is de zorgaanbieder verplicht te waarborgen dat de klachtenfunctionaris zijn werk onafhankelijk kan uitvoeren. Het zou in strijd zijn met de onafhankelijke positie van de klachtenfunctionaris als de Raad van Bestuur een inhoudelijk oordeel velt over de manier waarop de klachtenfunctionaris zijn werk doet. De Raad van Bestuur heeft geen gezagsrelatie met de klachtenfunctionaris.

De commissie overweegt als volgt.

Ingevolge artikel 14, lid 1, van de Wkkgz, jo. artikel 3 van het reglement van de commissie kan schriftelijk een klacht worden ingediend door de cliënt, een nabestaande van de overleden cliënt dan wel een vertegenwoordiger van de cliënt over een gedraging jegens een cliënt in het kader van de zorgverlening.

Nu de klacht van klager niet ziet op een gedraging van de zorgaanbieder in het kader van de zorgverlening aan klager, maar de klacht uitsluitend is gericht op het handelen van de onafhankelijk klachtenfunctionaris, acht de commissie zich niet bevoegd om over de klacht te oordelen.

Dit betekent dat de commissie geen inhoudelijk oordeel zal geven over het geschil.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie verklaart zich onbevoegd om over de klacht te oordelen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Geestelijke Gezondheidszorg, bestaande uit de heer mr. H.A. van Gameren, voorzitter, mevrouw drs. P.H.P.M. Rollé – de Leeuw, de heer mr. P.C. de Klerk, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. W. Hartong van Ark, secretaris, op 21 juli 2022.