Consument kan niet onderbouwen dat makelaar juridisch geschil tussen haar en koper heeft gefrustreerd

  • Home >>
  • Makelaardij >>
De Geschillencommissie




Commissie: Makelaardij    Categorie: Causaal verband / Courtage / Tekortkoming in de nakoming    Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 261409/489930

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De uitspraak gaat over een uitspraak tussen makelaar en consument betreffende de bemiddeling bij de verkoop van een woning. Volgens de consument heeft de makelaar haar niet ondersteund tegenover de koper. De makelaar had een perceel grond in zijn portefeuille van consument. Toen de koop niet doorging en er een juridisch gevecht gaande was frustreerde hij de juridische uiteenzetting tussen de advocaat van consument en de koper. De makelaar is van mening dat hij succesvol heeft bemiddeld en de consument geen prijs stelde op zijn bemoeienis tijdens het conflict. De makelaar heeft geen andere belangen gediend. De commissie beslist als volgt. De objecten zijn verkocht door bemiddeling van de makelaar. Courtage is verschuldigd. Voor terugbetalen van courtage is een tekortkoming in de nakoming nodig. Deze is niet gesteld, noch gebleken. De klacht is ongegrond.

De uitspraak

Behandeling van het geschil

Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen. De consument heeft op de zitting zijn standpunt toegelicht. De makelaar is niet verschenen.

Onderwerp van het geschil

Op grond van een opdracht tot bemiddeling van 4 januari 2021 heeft de consument, tezamen met de Erven Mevrouw G.J.H. Borger, aan de makelaar opdracht gegeven te bemiddelen bij de verkoop van een woning en een perceel bouwgrond. Beide objecten zijn door bemiddeling van de makelaar verkocht. De courtagenota van 19 juli 2021 van € 2.625,–, nadat de makelaar een korting van € 400,– had gegeven, is door de consument volledig betaald.

Standpunt van de consument

Voor het standpunt van de verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer. De makelaar heeft mij niet ondersteund tegenover
de koper. Het leek er op een gegeven moment op dat hij de belangen van de koper belangrijker vond. Hij onderhoudt ook zakelijke belangen bij de koper. Door zijn gedrag frustreerde hij de juridische uiteenzetting tussen mijn advocaat en de koper. Ik vermoed dat hij door zijn uitspraken bij de koper mij opzadelde met juridische meerkosten. De makelaar had een perceel grond van ons in portefeuille. Hij maakte met de beoogde koper de afspraak dat hij een huis mocht verkopen. Toen de koop niet doorging en het juridische gevecht gaande was zag ik dat de makelaar op de internetpagina van de koper dat hij daar een woning te koop aanbood onder zijn naam. De consument wil dat de courtagenota wordt teruggedraaid en de makelaar een deel van de juridische kosten uit het conflict met de koper betaalt.

Standpunt van de makelaar

Voor het standpunt van de makelaar verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer. Hij heeft de twee objecten succesvol bemiddeld want deze zijn immers verkocht zodat reeds hierom hij recht heeft op de courtage waarop hij coulancehalve een korting van € 400,– heeft gegeven. Consument en koper kregen een conflict waarbij de consument geen prijs stelde op zijn bemoeienis gericht op een oplossing maar er voor koos een jurist in te schakelen. De makelaar heeft geen andere belangen gediend dan alleen het belang van de consument.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen. Duidelijk is dat als gevolg van de bemiddeling door de makelaar de beide objecten zijn verkocht. Daarmee is reeds gegeven dat de courtage verschuldigd is. De commissie ziet geen aanleiding om te beslissen dat de courtage moet worden terugbetaald. Dan zou immers sprake moeten zijn van een tekortkoming die zodanig is dat de opdracht tussen makelaar en consument zou moeten worden ontbonden wegens een tekortkoming in de nakoming. Die is er echter niet want gesteld noch gebleken is dat de makelaar er de oorzaak van is dat er een conflict is ontstaan tussen consument en de koper. Het verwijt van de consument ziet er juist op dat na dit conflict de makelaar een storende factor is geweest. Dat dit een tekortkoming van de makelaar oplevert is door de consument onvoldoende aannemelijk gemaakt want is niet voldoende onderbouwd. Hetzelfde geldt voor het vereiste causaal verband tussen de door de consument aan de makelaar verweten gedragingen (het zich blijven bemoeien met het conflict) en de gestelde juridische kosten die de consument heeft moeten maken om de koper tot nakoming of betaling van de contractuele boete te dwingen. Dat er sprake is van belangenverstrengeling is eveneens niet onderbouwd. Daarom wordt als volgt beslist.

Beslissing

Het door de consument verlangde wordt afgewezen. Aldus beslist door de Geschillencommissie Makelaardij, bestaande uit de heer mr. A.J.J. van Rijen, voorzitter, de heer J.B. Boerman, de heer mr. drs. M.J. Ziepzeerder , leden, op 20 september 2024.