Consument kan niet verwachten dat dat een apparaat gedurende de gehele levensduur geen gebreken gaat vertonen. Bepaalde onderdelen zijn aan slijtage onderhevig. Geen sprake van non conformiteit

  • Home >>
  • Elektro >>
De Geschillencommissie




Commissie: Elektro    Categorie: Ondeugdelijke levering / (non-)conformiteit    Jaartal: 2018
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 116363

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 27 juli 2012 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een [naam] gasfornuis [type] tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 399,– met € 20,– aan bijkomende kosten.

De levering vond plaats op of omstreeks 22 augustus 2012.

Het geschil betreft de vraag of de ondernemer een noodzakelijke reparatie aan het apparaat kosteloos dient te verrichten.

De consument heeft op 22 februari 2018 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Standpunt van de consument

Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.

Het door de consument gekochte gasfornuis vertoont een gebrek, de oven functioneert niet meer. De consument heeft de oven iets meer dan vijf jaar.
Naar de mening van de consument dient de ondernemer binnen de te verwachten technische levensduur van het apparaat optredende technische gebreken kosteloos te herstellen of een nieuw apparaat te leveren. De consument mocht verwachten dat het apparaat tien jaar mee zou gaan. Daarom moeten noodzakelijke reparaties kosteloos uitgevoerd worden en mag daarvoor niets aan de consument in rekening worden gebracht.

Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.

De consument heeft zich van diverse zijden laten voorlichten. Daarbij is gebleken dat een consument mag verwachten dat een product aan bepaalde eisen voldoet, ook voor wat betreft de levensduur. De fabrikant geeft aan dat de te verwachten levensduur van een apparaat als dat van de consument tenminste tien jaar is. De consument hoeft daarom niet te verwachten dat binnen die termijn gebreken ontstaan. Als dat wel het geval is, dienen die problemen door de ondernemer kosteloos verholpen te worden.
De consument realiseert zich dat dit tot onredelijke situaties zou kunnen leiden. Juist daarom heeft de consument met de ondernemer in gesprek willen gaan. De consument is immers bereid rekening te houden met de tijd, gedurende welke de consument het apparaat al heeft kunnen gebruiken.
De ondernemer was echter nergens toe bereid.

De consument verlangt reparatie of vervanging, waarbij hij bereid is de helft van de kosten voor zijn rekening te nemen.

Standpunt van de ondernemer

Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

Het aan de consument geleverde fornuis vertoont een defect. De consument verwacht dat het fornuis kosteloos gerepareerd of vervangen wordt. Daarbij gaat de consument uit van een levensduur van tien jaar.

Het apparaat heeft een fabrieksgarantie van 24 maanden. De economische levensduur is volgens de tabel van UNETO-VNI 48 maanden. Het apparaat valt daar niet meer binnen. Daarom mogen de aan de reparatie verbonden kosten aan de consument worden doorberekend.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

De consument doet uitdrukkelijk een beroep op non-conformiteit, zoals geregeld in artikel 7:17 van het Burgerlijk Wetboek. Dat artikel luidt, voor zover van belang:
1 De afgeleverde zaak moet aan de overeenkomst beantwoorden.
2 Een zaak beantwoordt niet aan de overeenkomst indien zij, mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper over de zaak heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten. De koper mag verwachten dat de zaak de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn en waarvan hij de aanwezigheid niet behoefde te betwijfelen, alsmede de eigenschappen die nodig zijn voor een bijzonder gebruik dat bij de overeenkomst is voorzien.
(etc)

De commissie dient derhalve te beoordelen of sprake is van een non-conform product en wat de con-sument van het betreffende apparaat mocht verwachten en welke betekenis in dat kader kan worden gehecht aan de door de fabrikant genoemde verwachte levensduur van tien jaar.

De commissie is van oordeel dat niet verwacht kan worden dat een apparaat gedurende de gehele levenscyclus nooit enig gebrek gaat vertonen en dat gedurende die verwachte levenscyclus nooit enige reparatie noodzakelijk zal zijn. De commissie vat de termijn, die door de fabrikant genoemd is op als de termijn, waarbinnen een consument het betreffende apparaat naar verwachting kan gebruiken voordat het vervangen dient te worden. De commissie is er niet van overtuigd dat de fabrikant daar mee beoogd heeft een garantie voor de gehele levenscyclus af te geven. Dat zou immers impliceren dat een fabrieksgarantie van twee jaar, zoals voor het betreffende apparaat afgegeven, geen enkele betekenis heeft.

De commissie is bovendien van oordeel dat onderdelen van een apparaat ook bij normaal gebruik aan slijtage onderhevig kunnen zijn en na verloop van tijd vervangen moeten worden. Het vervangen van aan slijtage onderhevige onderdelen kan geen beroep op non-conformiteit rechtvaardigen.

De commissie is dan ook van oordeel dat de consument niet mocht verwachten, ook niet naar aanleiding van de door de fabrikant genoemde termijn, dat het door hem gekochte apparaat gedurende tien jaar zou blijven functioneren zonder dat ooit enige reparatie noodzakelijk zou zijn.

De consument mocht echter wel verwachten dat het door hem gekochte apparaat geruime tijd pro-bleemloos zou kunnen functioneren, ook na verstrijken van de garantieperiode. Deze probleemloze levensduur is afhankelijk van de aard van het product en de prijs van het apparaat. In een bepaalde categorie apparaten mag immers verwacht worden dat een duurder apparaat langer probleemloos meegaat dan een voordeliger product, van het duurdere apparaat mag een langere probleemloze levensduur verwacht worden.

Specifiek voor de problematiek van de non-conformiteit, dus de aansprakelijkheid van een ondernemer voor gebreken na afloop van de garantieperiode, is door UNETO-VNI onderzoek gedaan en naar aanleiding van dat onderzoek een tabel opgesteld, waarin de verwachte gebruiksduur vermeld is.
Omdat de gebruiksduur per consument kan verschillen, is uitgegaan van de gemiddelde gebruiksduur in de praktijk bij normaal gebruik. Die gebruiksduur wordt bepaald door economisch-technische factoren (technische levensduur, gebruikskosten), functionele factoren (kwaliteit en functionaliteit van nieuwe producten) en emotionele factoren (vormgeving van nieuwe producten).

Voor het apparaat dat de consument gekocht heeft, tegen de door de consument betaalde prijs, is de verwachte levensduur volgens de betreffende tabel vier jaar, achtenveertig maanden.

De commissie is van oordeel dat deze termijn alleszins redelijk is. Dat wil niet zeggen dat het apparaat na vier jaar afgeschreven of technisch niet meer in orde is, maar dat de consument er rekening mee dient te houden dat na verstrijken van deze termijn reparaties nodig zouden kunnen zijn, waarvan de kosten dan voor de consument zijn. Daarmee dient de consument zich telkens af te vragen of reparatie wel loont of dat vervanging van het apparaat aan de orde is.

De consument kan daarom bij gebreken geen beroep doen op non-conformiteit.

Daarnaast overweegt de commissie, ten overvloede, het volgende.

Artikel 7:18 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek luidt:
Bij een consumentenkoop wordt vermoed dat de zaak bij aflevering niet aan de overeenkomst heeft beantwoord, indien de afwijking van het overeengekomene zich binnen een termijn van zes maanden na aflevering openbaart, tenzij de aard van de zaak of de aard van de afwijking zich daartegen verzet.

Dat betekent dat bij de beantwoording van de vraag of sprake is van een non-conform product er van uit wordt gegaan dat een product bij binnen zes maanden na levering optredende problemen non-conform is, tenzij een ondernemer aannemelijk kan maken dat een product zonder gebreken is geleverd. Vanaf zes maanden na levering van het product is het echter aan een consument om tenminste aannemelijk te maken dat problemen veroorzaakt worden doordat een gebrekkig product geleverd is.

De consument volstaat met de mededeling dat de oven het niet meer doet. Als een beroep op non-conformiteit nog mogelijk was geweest zou het echter aan de consument zijn om tenminste aannemelijk te maken dat sprake is van een probleem dat veroorzaakt wordt doordat een ondeugdelijk product geleverd is. In het algemeen kan dat echter pas bij een diagnose door een terzake kundig monteur worden vastgesteld. Vanaf zes maanden na de levering is de enkele mededeling dat het geleverde product het niet meer doet onvoldoende om een beroep op non-conformiteit te rechtvaardigen.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.

De consument kan derhalve niet van de ondernemer verlangen dat het apparaat kosteloos gerepareerd wordt. Als de consument opdracht voor reparatie geeft dient hij zelf de kosten van die reparatie te dragen.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

Het door de consument verlangde wordt afgewezen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Elektro op 22 mei 2018.