Consument mag geen gebruik maken van goederenlift en nooduitgang

De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Sport en Beweging    Categorie: (non)conformiteit    Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 180390/188769

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De consument had al jaren een sportschoolabonnement bij de ondernemer. Sinds een aantal jaren beginnen de longen van de consument slechter te worden, waardoor de trap naar boven voor de consument niet meer haalbaar is. Daarom heeft de consument gevraagd of hij via de noodingang naar binnen mag, of gebruik mag maken van de (goederen)lift. De consument klaagt erover dat de ondernemer dit verzoek heeft geweigerd. De consument voelt zich gediscrimineerd door zijn handicap en verlangt excuses voor de manier waarop hij is behandeld. De ondernemer heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een verweerschrift in te dienen. De commissie oordeelt dat niet van de ondernemer verwacht mag worden dat de goederenlift ingezet mag worden voor personenvervoer. De goederenlift voldoet immers aan andere eisen dan een personenlift en de ondernemer loopt daardoor risico op aansprakelijkheid in het geval van letsel. Evenmin ziet de commissie aanleiding om de ondernemer te verplichten de noodingang voor de consument beschikbaar te stellen. De klacht is dan ook ongegrond verklaard.

De uitspraak

Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een in 13 maart 2019 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het geven van toegang tot de fitnessfaciliteiten en de lessen van de ondernemer.

De consument heeft daarvan gebruik gemaakt tot zijn opzegging per 14 juli 2022.

Het geschil betreft de vraag of de consument de service heeft ontvangen zoals hij die had mogen
verwachten.

De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De consument is jaren lid geweest bij de sportschool van de ondernemer. Sinds een aantal jaar beginnen zijn longen slechter te worden, de rechterlong werkt zo goed als niet. Daardoor is de trap naar boven voor de consument niet meer te doen.

De consument heeft gevraagd of hij via de achteruitgang naar binnen mag, of met de lift. Dit zou allebei niet mogelijk zijn, want anders zouden ook anderen dat willen. Bovendien is de lift een goederenlift. De lift wordt door de buren van de ondernemer op dezelfde etage echter ook gebruikt om invalide mensen naar boven te begeleiden. De consument heeft dat bevestigd gekregen van dat bedrijf.

De consument voelt zich gediscrimineerd vanwege zijn handicap. Tijdens de coronaperiode werden de achterdeuren gebruikt om groepslessen buiten te geven en hierdoor kwamen ze ook weer naar binnen. Maar voor de consument bestaat niet de bereidheid om even de deur opendoen die 20 meter van af de receptie zit.

De consument vindt het schandalig dat hij niet meer welkom is als hij de trap niet op kan.

De consument verlangt excuses voor de wijze hoe hij behandeld is.

Standpunt van de ondernemer
De ondernemer heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid zijn standpunt aan de commissie kenbaar te maken.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

Voor zover de commissie uit de stukken heeft kunnen opmaken vraagt de consument assistentie van de ondernemer bij toegang tot de sportaccommodatie, meer in het bijzonder de mogelijkheid om gebruik te mogen maken van een goederenlift om de verdieping van de accommodatie te bereiken of van de nooduitgang aan de achterzijde.

De commissie is van oordeel dat van een ondernemer niet verwacht mag worden dat een goederenlift wordt ingezet voor personenvervoer. Een goederenlift is niet goedgekeurd voor personenvervoer en voldoet aan andere eisen. Een ondernemer zou zich daarmee het risico op aansprakelijkheid in geval van enig letsel op de hals halen. Dat kan niet van een ondernemer verwacht worden. Evenmin ziet de commissie mogelijkheden om de ondernemer te verplichten het gebruik van de nooduitgang voor toegang tot het pand voor de consument toe te staan op grond van discriminatie.

De commissie is voor het overige niet gebleken dat de ondernemer op enige manier tekortgeschoten is bij de uitvoering van zijn verplichtingen uit de overeenkomst met de consument.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Sport en Beweging, bestaande uit mr. F.H.C.M. van Schaijk, voorzitter, drs. J. Zoutendijk en mr. C.A. Bontje, leden, op 1 december 2022.