
Commissie: Doe-Het-Zelfbedrijven
Categorie: Ondeugdelijke levering/(non)conformiteit
Jaartal: 2019
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
117822
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 27 oktober 2017 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een granieten aanrechtblad tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 1.546,10.
De levering vond plaats op of omstreeks 9 januari 2018.
De consument heeft op 10 januari 2018 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
Als vermoedelijke levertijd is overeengekomen 4 – 5 weken. In de week van de aflevering heb ik de ondernemer gebeld. In die gesprekken werd mij bevestigd dat 9 december 2017 de (uiterste; na verlenging met 7 dagen) leverdatum zou zijn. Op 8 december 2017 is mij meegedeeld door de ondernemer dat de levering in de 1e week van januari 2018 zou gaan plaatsvinden. Ik heb steeds zelf moeten bellen; er was totaal geen communicatie vanuit de ondernemer. De ondernemer nam en neemt geen verantwoordelijkheid voor de late levering, en geeft de leverancier de schuld. Van overmacht is geen sprake want contact met die leverancier leerde dat de ondernemer traag was geweest in het verschaffen van duidelijkheid naar aanleiding van de tekening van het werkblad. Eind november kwam pas de duidelijkheid van de ondernemer voor de leverancier. Als de door de ondernemer zelf gemaakte werktekening duidelijk was geweest had de leverancier eerder kunnen beginnen.
De consument heeft het hele bedrag meteen vooruit moeten betalen.
Het werkblad werd uiteindelijk na veel gedoe op 9 januari 2018 geleverd maar niet zoals afgesproken. De uitsparing voor de kookplaat zat er nog niet in, het blad was ook niet gepolished zoals het er in de showroom uitzag, de spoelbak was niet gemonteerd zoals was afgesproken en die uitsparing was ook niet gereed gemaakt. Het blad is toen niet geaccepteerd, waarop het keukenblad retour is genomen.
Op 10 januari 2018 is weer gesproken met de ondernemer. Die bood aan het betaalde geld te retourneren. Daarna heb ik niets meer gehoord. Ik heb toen ARAG ingeschakeld. Een vervolggesprek heeft (ook) geen resultaat opgeleverd.
Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
Ik blijf bij wat door mij is aangevoerd. Ik heb het blad niet geaccepteerd omdat in mijn beleving uitdrukkelijk middels nota bene een tweetal intakegesprekken en het opnieuw maken van een tekening van het werkblad, is afgesproken dat mij een werkblad werd geleverd dat meteen helemaal gereed was. Ik bleek echter een blad te krijgen waarin ik de uitsparingen zelf nog moest uitzagen. Bovendien was het blad dof en niet met dezelfde uitstraling als dat in de showroom. Dat kon ik zien ondanks dat het blad in de auto bleef liggen en deels ingepakt was. Ik kan u hier ter zitting foto’s tonen van het blad zoals de ondernemer dat bij mij wilde afleveren. Ik toon die foto’s ook aan de ondernemer.
De keuken was al geheel gereed. Het wachten was alleen op dit blad, dat dus veel te laat is geleverd juist door toedoen van de ondernemer omdat ze de toelichting voor de leverancier veel te laat hebben doorgegeven. Ik heb daar zelf nog navraag naar gedaan.
Het door de ondernemer – ter verzachting van het leed van de te late levering – verstrekte leenblad met toebehoren ligt gereed om afgehaald te worden.
Ik verlang geen aanvullende schadevergoeding. Ik wil alleen ontbinding van de koopovereenkomst met dus terugbetaling van de koopsom. Ik wens dus geen nakoming (meer).
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
De klacht van de consument is ongegrond. Van ontbinding kan geen sprake zijn. Er is immers geen fatale leverdatum afgesproken. Ook heeft de ondernemer er alles aan gedaan om tijdig, te weten in week 50 een leenblad, spoelbak en sifon ter beschikking te stellen, met welke tijdelijke aanpak de consument toen ook akkoord is gegaan. Voorts is nakoming nog steeds mogelijk en gewenst. Het werkblad ligt nog steeds bij de ondernemer gereed om afgeleverd te worden. Daarbij wordt gratis hulp aangeboden om het blad gereed te maken voor de inbouw van de spoelbak en van de kookplaat.
Het blad is op 9 januari 2018 op onterechte grond geweigerd. Standaard wijze van levering is dat geen uitsparingen voor de spoelbak en het kookblad worden ingefreesd. Dit vanwege het risico van breuk van het werkblad bij transport. De uitsparingen zijn namelijk de zwakke plekken. Voor een doe-het-zelver zijn die uitsparingen zonder problemen door te slijpen. De consument heeft geen gebruik willen maken van het aanbod om een monteur van de leverancier ter plaatse kosteloos de uitsparingen te laten maken.
Speciaal op maat gemaakte producten kunnen niet worden geretourneerd.
Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
De ondernemer blijft bij wat door haar is aangevoerd. Dit betrof inderdaad een granieten blad.
De kans bestaat inderdaad dat de consument niet is verteld dat het aanrechtblad bij aflevering niet meteen kant en klaar is, omdat de uitsparingen daarin nog moeten worden aangebracht door het uitzagen van een deel daarvan, en het daarin monteren van spoelbak en kookeenheid. Die uitsparingen zijn grotendeels voorgezaagd/gefreesd. Een klusser kan dat eenvoudig zelf doen. Veel van onze klanten zijn ZZP’ers die dat de normaalste zaak van de wereld vinden.
In casu is de consument na weigering van het werkblad nog aangeboden om dit na aflevering zonder extra kosten te laten bewerken door een monteur van de ondernemer.
Over de gestelde dofheid van het blad kan weinig worden gezegd. Juist is dat een impregneermiddel wordt meegeleverd dat de consument zelf moet aanbrengen. Geen antwoord kan worden gegeven op de vraag waarom het blad doffer oogt dan het blad in de showroom. Op de vraag of het blad na montage nog in eigen beheer moet worden gepolished, kan geen antwoord worden gegeven omdat de ondernemer dat niet weet.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Beoordeeld moet worden of de ondernemer toerekenbaar is tekortgeschoten in een juiste nakoming van de met de consument gemaakte afspraken. Daarvoor is vereist om eerst vast te stellen wat partijen ten aanzien van dit granieten werkblad zijn overeengekomen.
De volgende afspraak is schriftelijk vastgelegd: “granieten werkblad volgens tekening incl. spoelbak”. Andere concrete afspraken over de uitvoering van dit werkblad zijn er kennelijk niet, althans zijn niet schriftelijk vastgelegd.
Door de consument is aangevoerd dat bij de ondernemer op dezelfde dag een tweede intake van deze opdracht heeft plaatsgevonden omdat de eerste niet geheel goed was gegaan. Ook is door haar aangevoerd dat zij mocht verwachten dat het werkblad geheel gereed voor montage zou worden afgeleverd, zonder dat nog (klus)werkzaamheden aan dat blad moesten worden verricht. Als haar dat zou zijn verteld, had zij naar eigen zeggen niet gekozen voor dit werkblad bij de ondernemer.
Door de ondernemer is ter zitting verklaard dat de kans bestaat dat de consument er bij de intake van deze opdracht niet op is gewezen dat het blad ter voorkoming van breuk tijdens transport zodanig wordt afgeleverd dat daarin de vereiste twee uitsparingen niet al volledig zijn aangebracht. Of anders gezegd: de kans bestaat dat de consument niet is gewezen op de noodzaak om na aflevering van dit werkbak een derde in te schakelen om het werkblad te vervolmaken opdat eerst daarna de kookplaat en de spoelbak (in casu opbouw) zouden kunnen worden gemonteerd.
Indachtig dit standpunt van de ondernemer houdt de commissie het ervoor, dat op basis van de gemaakte afspraken de verwachting van de consument inderdaad was gerechtvaardigd dat het werkblad geheel gereed voor plaatsing en montage daarin/daarop werd afgeleverd, zonder dat nog een nadere bewerking van dat blad was vereist. Aan die gerechtvaardigde verwachting van de consument is dus niet voldaan.
Hier wreekt zich de omstandigheid dat door de ondernemer naar eigen zeggen veelvuldig dergelijke op maat te maken producten worden verkocht aan derden die wel (beroepshalve) weet hebben van het feit dat werkbladen om reden van breekbaarheid vaak niet geheel uitgezaagde uitsparingen hebben. De ondernemer heeft bij consumentenkoop, waarvan niet in geschil is dat daarvan in dit geval sprake is, meer en beter duidelijk te maken dat een niet geheel gereed product wordt aangeschaft en dat daar dus nog aan gewerkt moet worden. In casu is niet gebleken van het geven van die waarschuwing ten tijde van het maken van de afspraken.
De commissie oordeelt voormelde verwachting van de consument dan ook voldoende gerechtvaardigd.
Daarbij komt dan ook nog de kwestie van het door de consument bij aflevering genoemde glansverschil met het exemplaar van dit werkblad zoals aanwezig ten tijde van de aanschaf, voor welk verschil de ondernemer geen aannemelijke verklaring heeft weten te geven in dit geding. Het bestaan van glansverschil is ook niet adequaat door de ondernemer weersproken. In het bijzonder is daar door de ondernemer ook geen nader onderzoek naar verricht. Ter zitting heeft de ondernemer hierover ook geen nadere duidelijkheid weten te verschaffen. Wel is het klaarblijkelijk noodzakelijk dat het werkblad na montage alsnog met een bijgeleverd middel wordt geïmpregneerd. Ook hier betreft het dan handelingen die zich niet verhouden met de gerechtvaardigde verwachting van de consument dat haar een kant en klaar werkblad wordt geleverd. Ook hier geldt dat niet is gebleken dat de consument hiervoor is gewaarschuwd ten tijde van het maken van de afspraken.
De slotsom uit het hiervoor overwogene moet zijn dat er genoegzame redenen zijn om de overeenkomst van partijen te ontbinden. Het samenstel van de genoemde redenen noopt daartoe en is van voldoende gewicht. De ondernemer zal dus niet in de gelegenheid worden gesteld om te leveren met behulp van een monteur om een en ander te vervolmaken.
De klacht is daarom gegrond en het door de consument verzochte leent zich voor integrale toewijzing. Er is dan ook geen belang meer om te treden in de beoordeling van wat partijen nog meer verdeeld houdt.
Op basis van het reglement van de commissie is de ondernemer tevens gehouden om het klachtengeld te vergoeden aan de consument.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Ontbindt het door partijen overeengekomene integraal met als resultaat dat de ondernemer wordt ontheven van de verplichting om dit werkblad te leveren aan de consument, en voorts wordt verplicht om de koopsom ad € 1.546,10 terug te betalen aan de consument.
Betaling daarvan dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.
Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dat bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.
Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van
€ 102,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Doe-Het-Zelf Bedrijven op 13 september 2018.