Commissie: Elektro
Categorie: Ontbinding
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
ELE08-0099
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 24 oktober 2006 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst, waarbij de ondernemer zich heeft verplicht tot het leveren van [een laptop] tegen een daarvoor door de consument te betalen prijs van € 540,–. De levering heeft plaatsgevonden op 24 oktober 2006. De consument heeft op 4 september 2007 haar klacht (voor de eerste keer) voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Op 24 oktober 2006 is de laptop bij de ondernemer gekocht. In mei 2007 ging de laptop defect; de dvd-speler functioneerde niet meer. Toen ik dat meldde in de winkel van de ondernemer werd ik zonder pardon de winkel uitgestuurd met de mededeling dat wij het zelf maar moesten oplossen met de leverancier van de laptop. Nadat contact is gezocht met de helpdesk van de leverancier is het apparaat naar het servicecentrum van de ondernemer toegestuurd en gerepareerd. Gelet op het feit dat mijn dochter de laptop voor haar opleiding nodig had en die tijdens het schooljaar niet gemist kon worden, is de laptop pas begin juli 2007 verzonden naar het servicecentrum van de leverancier waarna het apparaat in september 2007 aan mij is geretourneerd. Direct na het aanzetten van het apparaat kwamen er strepen over het beeld. Wederom ben ik naar de winkel van de ondernemer geweest en opnieuw werd mij verteld dat wij het zelf maar moesten oplossen met de leverancier. Opnieuw werden wij verwezen naar het servicecentrum van de leverancier en van hun kreeg ik het advies om het apparaat te resetten. Na die procedure ging de laptop aan zonder strepen. Evenwel na een aantal weken deed dit verschijnsel (strepen op het beeldscherm) zich weer voor. In mei 2008 kwamen de klachten (strepen over het beeld) steeds vaker voor en na een tweetal weken begaf het LCD-scherm van het apparaat het helemaal. Nadat ik de klacht wederom had voorgelegd aan het servicecentrum van de leverancier kreeg ik te horen dat het een oude laptop uit 2005 betrof, dat er voor die laptop geen onderdelen meer leverbaar waren en dat zij er zeker van waren dat het LCD-scherm defect was en dat het beter was om een nieuwe laptop te kopen. Vervolgens ben ik nog in de winkel van de ondernemer geweest om de kwestie daar voor te leggen, maar ik werd opnieuw zonder pardon de winkel uitgestuurd. Een aantal dagen later ben ik opnieuw in de winkel geweest en vervolgens na nog wat telefonische contacten was de ondernemer bereid de laptop in te nemen waarbij ik evenwel € 50,– vooruit moest betalen om het apparaat op te sturen en te laten controleren of het scherm inderdaad defect zou zijn. Het apparaat is op 4 oktober 2008 ingenomen en opgestuurd. Na een aantal weken kreeg ik bericht van de ondernemer dat het apparaat gerepareerd kon worden tegen een betaling door mij van een bedrag van € 372,45. Aangezien de klacht nog in de fabrieksgarantie is gemeld ben ik daar niet mee akkoord gegaan. Na veel e-mailverkeer heeft de ondernemer mij uiteindelijk bericht dat ik € 170,– aan reparatiekosten dien te betalen, hetgeen ik echter veel te veel vind voor een laptop van € 540,– die het binnen de fabrieksgarantie al af laat weten. Ik mag van een laptop toch meer verwachten dan anderhalf jaar gebruiksplezier. Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. Telkenmale ben ik door de ondernemer verwezen naar de leverancier en werd ik onverrichter zake zonder pardon uit de winkel gestuurd. Vlak voor de vakantie in 2008 deed het scherm het helemaal niet meer. Op dat moment wilde de ondernemer de laptop niet meer aannemen. Van de zijde van de leverancier heb ik vernomen dat het scherm niet meer leverbaar is. Inmiddels heeft mijn dochter al een nieuwe laptop gekocht. Al met al is de laptop maar één jaar gebruikt. Anders dan de consument in haar klachtenformulier heeft vermeld, verlangt zij thans ontbinding van de overeenkomst waarbij een groot gedeelte van het aankoopbedrag aan haar zal worden geretourneerd, alsmede de € 50,– die de consument eerder al aan de ondernemer heeft betaald voor het opsturen van de laptop door de ondernemer aan de leverancier. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. De computer valt buiten de afgegeven fabrieksgarantie. De werkelijke reparatiekosten zijn aan de hand van de gemiddelde gebruiksduur (36 maanden) en de reeds verstreken verbruiksduur (24 maanden) conform het redelijkheidsbeginsel verdeeld. Hierdoor zijn de reparatiekosten van € 341,40 uitgekomen op uiteindelijk € 170,–, te betalen door de consument. Deskundigenrapport De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voor zover thans van belang, het volgende vastgesteld. “Reparatiehistorie: 1e defect: juli 2007, klacht: dvd-speler functioneert niet, oplossing: dvd-speler vervangen, retourdatum 21 augustus 2007. Volgens de consument kwamen na deze reparatie strepen over het beeld, de consument heeft daar melding van gemaakt. Na het apparaat op advies van de helpdesk “gereset” te hebben werkte het apparaat weer goed, maar volgens de consument kwam de klacht telkens terug, tot in mei 2008 het LCD-scherm het helemaal niet meer deed. 2e defect: 4 oktober 2008, reparatienummer 1615/000870, klacht: notebook geeft geen beeld. Ik heb het notebook onderzocht en het volgende geconstateerd. Na het opstarten van het notebook ging het beeldscherm oplichten en kwamen er na enige tijd verticale strepen op het scherm. Het RGB videosignaal ontbreekt. De externe monitor aansluiting van het notebook geeft wel RGB videosignaal. Ik heb vastgesteld dat het LCD-scherm defect is”. Naar het oordeel van de deskundige is de omvang van het geconstateerde gebrek ernstig te noemen. De deskundige komt tot het oordeel dat technisch herstel mogelijk is door vervanging van het LCD-scherm. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Zoals partijen feitelijk zelf stellen, gaat de commissie evenals partijen er vanuit dat de economische levensduur van de laptop op z’n minst drie jaar bedraagt. De consument mocht derhalve uitgaan van een langere levensduur dan ruim anderhalf à twee jaar zoals in deze zaak het geval is geweest. De consument behoefde niet te verwachten dat het LCD-scherm het binnen een termijn van twee jaar (en feitelijk al binnen een jaar, nu de klachten zich reeds in september 2007 voordeden) zou begeven en vervangen zou moeten worden. Aldus staat volgens de commissie vast dat de laptop niet de eigenschappen bezat die de consument op grond van de koopovereenkomst met de ondernemer mocht verwachten en dat de laptop niet aan de overeenkomst heeft beantwoord. Immers, het door de ondernemer geleverde apparaat is gebrekkig en betreft geen goed en (duurzaam) deugdelijk functionerend apparaat. De commissie acht het onder de gegeven omstandigheden dan ook niet gerechtvaardigd dat de ondernemer (een deel van) de reparatiekosten voor rekening van de consument wilde laten komen. De commissie acht het daarom redelijk dat de koopovereenkomst wordt ontbonden en dat de consument een bedrag terugkrijgt gerelateerd aan de oorspronkelijke koopsom, doch met een reductie als vergoeding voor het gebruik dat de consument van de laptop heeft gemaakt en met inachtneming van de huidige marktprijzen voor vergelijkbare laptops. De commissie stelt de hoogte van het bedrag, rekening houdend met alle haar gebleken omstandigheden, waaronder de oorspronkelijke koopsom, het gebruik dat de consument van de laptop heeft gemaakt en de sedert 2006 voor laptops als de onderhavige opgetreden prijsverlagingen naar redelijkheid en billijkheid vast op € 400,–. Verder dient de ondernemer het eerder door de consument betaalde bedrag van € 50,– voor het opsturen van de laptop aan de leverancier terug te betalen. Dat betekent dat de ondernemer een totaalbedrag van € 450,– aan de consument dient te restitueren/betalen. Voor het overige merkt de commissie nog op dat de handelwijze van de ondernemer, eruit bestaande dat de ondernemer de consument ettelijke malen naar de leverancier heeft verwezen zonder haar eigen verantwoordelijkheid te nemen, bepaald geen schoonheidsprijs verdient. Terecht heeft de ondernemer dan ook in zijn correspondentie met de consument daarvoor zijn excuses aangeboden. Op grond van het voorgaande is de commissie dan ook van oordeel dat de klacht gegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De overeenkomst van 24 oktober 2006 wordt ontbonden verklaard. De ondernemer betaalt en restitueert aan de consument een totaalbedrag van € 450,–. De laptop wordt eigendom van de ondernemer. De betaling dient plaats te vinden binnen één maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van dit bindend advies. Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 75,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Het door de consument meer of anders verlangde wordt afgewezen. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag van € 75,– verschuldigd. Aldus beslist door de Geschillencommissie Elektro op 7 juli 2009.