Crisisdienst voor cliënt terecht ingeschakeld, kosten voor eigen rekening

De Geschillencommissie




Commissie: Geestelijke Gezondheidszorg    Categorie: (On)zorgvuldigheid    Jaartal: 2021
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 48340/63883

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

Het geschil gaat over de vraag of de zorgaanbieder op gerechtvaardigde gronden de cliënt op het politiebureau heeft laten bezoeken door de crisisdienst en daarvoor kosten in rekening heeft gebracht die ten laste komen van het eigen risico van de cliënt. De zorgaanbieder vindt dat de zorgen over de psychische toestand van de cliënt een bezoek door de crisisdienst rechtvaardigen. De cliënt maakte namelijk een dreigende en verwarde indruk en er was een vermoeden van acute psychiatrische problematiek. Acute psychische zorg gaat op grond van wet- en regelgeving ten koste van het eigen risico. Hier heeft de zorgaanbieder geen invloed op. De commissie oordeelt dat de omstandigheden van het geval van de cliënt op de dag van de aanhouding van zo een ernstige aard waren, dat de zorgaanbieder juist en in het belang van de cliënt heeft gehandeld door hem te laten bezoeken door de crisisdienst. Dat de factuur hiervoor voor rekening van het eigen risico van de cliënt komt, valt de zorgaanbieder niet te verwijten. De klacht is ongegrond.

Volledige uitspraak

In het geschil tussen
[Cliënt], wonende te [woonplaats]

en

Stichting Arkin, gevestigd te Amsterdam
(hierna te noemen: de zorgaanbieder).

Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Geestelijke Gezondheidszorg (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

De behandeling heeft plaatsgevonden op 28 mei 2021 te Amsterdam.

Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen en hebben hun standpunt toegelicht.

Ter zitting werd de zorgaanbieder vertegenwoordigd door [naam] (crisisdienst) en [naam] (jurist).

Onderwerp van het geschil
De cliënt heeft de klacht voorgelegd aan de zorgaanbieder.

Het geschil betreft de vraag of de zorgaanbieder op gerechtvaardigde gronden de cliënt op het politiebureau heeft laten bezoeken door de crisisdienst en daarvoor kosten in rekening heeft gebracht die ten laste komen van het eigen risico van de cliënt.

Standpunt van de cliënt
Voor het standpunt van de cliënt verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De cliënt is na een incident op 24 maart 2020 door de politie meegenomen naar het politiebureau. Hoewel de cliënt had aangegeven daar geen prijs op te stellen is de client op verzoek van een ambtenaar bezocht door de crisisdienst van de zorgaanbieder. De cliënt stelt dat hiertoe geen noodzaak bestond. De cliënt is bekend bij de zorgaanbieder. Door de zorgaanbieder is voor dit bezoek een bedrag gerekend dat het eigen risico van de cliënt te boven gaat. Het eigen risico heeft de cliënt dan ook moeten betalen. De cliënt is hiermee voor kosten komen te staan waar hij geen invloed op kon uitoefenen en waar hij zijn toestemming niet toe heeft verleend. De cliënt heeft zich hierover beklaagd bij de zorgaanbieder maar die verschuilt zich achter wet- en regelgeving zonder verantwoording af te leggen. De cliënt is van mening dat op onrechtmatige wijze is beschikt over zijn geld. Het betreft het eigen risico waar de cliënt zelf over moet kunnen beslissen.
De cliënt verlangt dan ook een teruggave van het door hem betaalde eigen risico van € 357,87.

Standpunt van de zorgaanbieder
Voor het standpunt van de zorgaanbieder verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De klacht van de cliënt is gericht tegen de SPA (Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam), dat een onderdeel uitmaakt van de zorgaanbieder. De SPA heeft op 24 maart 2020 gereageerd op een melding van de politie. De politie heeft de SPA verzocht de cliënt door de crisisdienst te laten beoordelen. Daarbij wordt een protocol gevolgd. Telefonisch wordt triage toegepast en op basis daarvan wordt beslist of een bezoek dient te worden gebracht. In het geval van de cliënt werd vermoed dat sprake was van acute psychiatrische problematiek. De cliënt had een geldautomaat vernield en maakte een dreigende en verwarde indruk. De crisisdienst achtte een bezoek aan de cliënt dan ook noodzakelijk. De zorgaanbieder merkt op dat op grond van Nederlandse regelgeving acute psychische zorg ten koste gaat van het eigen risico. De zorgaanbieder kan zich voorstellen dat de cliënt dit als onrechtvaardig heeft ervaren maar de zorgaanbieder is gebonden aan deze wet- en regelgeving en heeft hier geen invloed op.

De zorgaanbieder stelt zich dan ook op het standpunt dat de zorgen omtrent de psychische toestand van de cliënt een bezoek door de crisisdienst rechtvaardigden en verzoekt om afwijzing van de vordering.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

De commissie dient de vraag te beantwoorden of de zorgaanbieder zorgvuldig heeft gehandeld bij de beoordeling van de vraag of de crisisdienst een bezoek diende te brengen aan de cliënt tijdens zijn verblijf op het politiebureau.

De commissie maakt uit het door de cliënt overgelegde politieverslag op dat de cliënt op 24 maart 2020 door een politiemedewerker werd aangesproken in verband met de vernieling van een geldautomaat in een supermarkt. De cliënt maakte daarbij een verwarde indruk, maakte onsamenhangende opmerkingen en liep weg ondanks het verzoek van de politiemedewerker om te blijven staan. Eerst na het inroepen van assistentie en na het gebruik van pepperspray kon de cliënt aangehouden worden. In het politieverslag is opgenomen dat de cliënt tegen de politiemedewerkers riep dat zij hem maar neer moesten schieten en daarbij een schiet- en vechthouding aannam. Na zijn aanhouding werd de cliënt voorgeleid aan de hulpofficier van justitie. Ook de hulpofficier heeft daarbij geconstateerd dat de cliënt een zeer verwarde indruk maakte. Vanwege zorgen over de gezondheid van de cliënt ook in relatie met zijn omgeving is contact opgenomen met de crisisdienst.

De commissie constateert dat de crisisdienst van de zorgaanbieder vervolgens het protocol (GGZ triagewijzer, generieke module Acute Psychiatrie) op juiste wijze heeft doorlopen. De cliënt heeft gesteld dat hij een bekende is van de zorgaanbieder en de zorgaanbieder om die reden had kunnen weten dat het verlenen van acute hulp niet noodzakelijk was. De commissie overweegt dat ook bij een cliënt die (eerder) bij een zorgaanbieder bekend was en wellicht eerder geen acute psychische hulp nodig had telkens een zorgvuldige afweging dient te worden gemaakt of acute hulp geboden is. De commissie is van oordeel dat de omstandigheden van het geval van de cliënt op 24 maart 2020 van een dermate ernstige aard waren (verward, dreigend, uitingen die wezen op mogelijk suïcidaal gedrag) dat de zorgaanbieder juist en in het belang van de cliënt heeft gehandeld door hem te laten bezoeken door de crisisdienst. Dat als gevolg van de wet- en regelgeving de factuur die daarvoor door de zorgaanbieder bij de zorgverzekeraar is ingediend ten laste komt van het eigen risico van de cliënt kan aan de zorgaanbieder niet worden verweten.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de zorgaanbieder heeft gehandeld zoals van hem verwacht mocht worden. De commissie verklaart de klacht van de cliënt dan ook ongegrond en wijst het verzoek tot het toekennen van schadevergoeding af.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie:

– verklaart de klacht ongegrond;
– wijst af het verzoek tot het toekennen van schadevergoeding.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Geestelijke Gezondheidszorg, bestaande uit de heer mr. A.R.O. Mooy, voorzitter, de heer drs. D.J.L. Jonker en de heer J. Zomerplaag, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. J.C. Quint, secretaris, op 28 mei 2021.