Commissie: Makelaardij
Categorie: Taxatierapport
Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
MAK06-0024
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de gang van zaken rond het door de ondernemer ten behoeve van de consument opgestelde taxatierapport d.d. 27 januari 2006.
De consument heeft op 23 februari 2006 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
De consument heeft de ondernemer opdracht gegeven een taxatierapport op te stellen ter waardering van de woning die zij voornemens was van haar schoonouders te kopen.
Volgens de consument is de woning op een te lage waarde van € 525.000,– getaxeerd.
De consument beroept zich op een taxatie door een ander makelaarskantoor op een bedrag van € 650.000,– op 13 maart 2006 en een taxatie door een derde makelaarskantoor op € 680.000,– d.d. 29 mei 2006.
De beoogde geldverstrekker heeft door die lage waarde afgezien van financiering tegen een gunstige rente. Uiteindelijk is de geldverstrekker akkoord gegaan met een hernieuwde taxatie en is de financiering toch verstrekt.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
Het taxatierapport is met inachtneming van alle relevante aspecten opgemaakt.
De taxatie van een ander makelaarskantoor in maart 2006 is volgens informatie van de kant van de consument voorafgegaan door een taxatie in januari 2006 door hetzelfde makelaarskantoor op € 515.000,–.
De ondernemer stelt niet in te willen gaan op de verrichtingen van zijn collega’s in de regio.
Wel wijst hij op de uniciteit van het object en de vele bijzondere omstandigheden die maken dat taxaties verschillend kunnen uitvallen.
Hij wijst er op dat de consument de woning heeft gekocht voor € 515.000,–.
Beoordeling van het geschil
De commissie stelt vast dat het taxatierapport van de ondernemer uitdrukkelijk ingaat op vele relevante omstandigheden en uitgebreid gedocumenteerd is. Het rapport geeft naar het oordeel van de commissie blijk van voldoende inzicht in de wijze waarop een waardering tot stand dient te komen.
Andere argumenten dan de verschillende uitkomsten tussen alle genoemde rapporten zijn door de consument niet ter onderbouwing aangevoerd. Dat dit taxatierapport onjuist zou zijn is daarmee niet aannemelijk gemaakt.
In dit oordeel speelt een belangrijke rol dat de consument de woning kort na de taxatie heeft gekocht voor een prijs die zelfs € 10.000,– hoger is dan de waarde die de ondernemer eraan heeft toegekend.
Het moge zo zijn dat de woning is gekocht van de schoonvader van de consument en met instemming van alle andere belanghebbende familieleden, doch van een schenking van een deel van de koopsom is geen sprake geweest nu immers daarvan geen gewag is gemaakt in de akte van levering, zoals de consument desgevraagd heeft bevestigd. Eveneens is door de consument bevestigd dat de volledige koopsom effectief is betaald aan de verkoper. In het licht van die transactie is de stelling dat de taxatie van de hand van deze ondernemer te laag zou zijn, onvoldoende onderbouwd.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie verklaart de klacht van de consument ongegrond.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Makelaardij op 9 november 2006.