De airco-installatie die niet goed kon koelen

De Geschillencommissie




Commissie: Airconditioning    Categorie: gebrekkige installatie / Niet-nakoming overeenkomst    Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: gegrond   Referentiecode: 224366/233159

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Aan de uitspraak ligt een geschil ten grondslag over een overeenkomst tot installatie en levering van een airco tussen consument en ondernemer. Deze overeenkomst is uitgevoerd in de zomer van 2022. Hierbij werd beloofd dat de geïnstalleerde airco-installatie de kamer makkelijk tot 19 graden kon koelen. Gedurende de zomer bleek dit niet de waarheid, en werden de ruimtes maar enkele graden gekoeld. De consument heeft de gebreken van de installatie aan de ondernemer gemeld. Hierop is de ondernemer pas in januari van 2023 met een oplossing gekomen. Vervolgens bleek in de zomer van 2023 dat de herstelwerkzaamheden niet het gewenste effect hadden. De ondernemer kwam met een voorstel voor extra werkzaamheden, waar voorde consument ook extra kosten aan zouden zijn verbonden. Volgens de ondernemer is er nooit een minimum koelingstemperatuur afgesproken Echter, is hij wel bereid te problemen te verhelpen, mits de consument bijbetaald. Door de commissie is een deskundige ingeschakeld om de zaak verder van expertise te voorzien.

Wat is de beslissing?

De commissie volgt het rapport van de deskundige. Op basis daarvan concludeert de commissie dat de ondernemer toerekenbaar tekort is geschoten in de gemaakte afspraken. Het schort de installatie aan de capaciteit om de ruimte te koelen. Dit wordt ook onderkend door de ondernemer. Hij heeft hierbij geen adequate berekening gemaakt, rekening houdend met de matige isolatie in de oude woning van consument. Hierdoor heeft de consument niet geleverd gekregen waar hij redelijkerwijs recht op had. De klacht is gegrond, de ondernemer moet nakomen.

De uitspraak

Behandeling van het geschil

Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Airconditioning (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

De commissie heeft een onderzoek laten doen door de deskundige, die daarvan schriftelijk rapport heeft uitgebracht.

Het geschil is ter zitting behandeld op 3 juli 2024 te Den Haag en digitaal (via ZOOM).

Partijen hebben ter zitting hun standpunt toegelicht.

De ondernemer werd ter zitting vertegenwoordigd door haar bestuurder.

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 20 april 2022 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren en installeren van een airco-installatie (Duo split systeem met laag kanaalunits; Mitsubishi Electric) in de woning van de consument tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 7.435,–.

De overeenkomst is uitgevoerd op of omstreeks mei/juni 2022.

De consument heeft op 3 juni 2022 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Standpunt van de consument

Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.

Na bezichtiging van de situatie alhier in huis (aantal m3 van de kamers die gekoeld moesten worden, ligging, isolatiestatus huis et cetera), werd bij mij eind mei 2022 een kanaalmodel airco unit geïnstalleerd op zolder (met toe- en afvoerbuizen naar vier kamers); twee binnen unit delen en één buiten unit. Mooi weggewerkt op zolder, dus geen zichtbare airco’s. Tevoren werd besproken dat dit systeem de kamers in de zomer makkelijk moest kunnen koelen naar 19 graden C. Al direct na installatie werd duidelijk dat deze afspraak niet waar kon worden gemaakt; het werd gedurende warme dagen niet koeler dan ca. 25 graden (er werd dus maar enkele graden gekoeld). Dit heb ik direct gemeld. Daarbij had ik de luchtroosters al maximaal open/verwijderd.

Uiteindelijk kon de ondernemer helaas pas op 11 januari 2023 komen om te interveniëren: de buizen werden verkort (waren overtollig lang), de flexibele buizen werden geïsoleerd en de druk van de airco werd op maximaal gezet. In mei 2023 kon pas worden getoetst wat het effect was (eerste warme dagen). Helaas wordt er maar heel beperkt gekoeld (blijft tot boven 24,5 graden C). Dit hen ik weer direct gemeld. Ook heb ik geïnformeerd bij andere partijen: zij verwachten dat de buisdiameter groter moet zijn, evenals de roosteropeningen en het vermogen van binnen en buitenunits.

De ondernemer stelt voor: bijplaatsen van extra airco-unit en verleggen van twee buissystemen (dus één binnen-unit koelt dan één kamer) en één slaapkamer wordt met een reguliere airco (en dus ook unit zichtbaar in slaapkamer) gekoeld. Systeem op andere twee kamers blijft onveranderd, terwijl daar ook te warm is. Kosten: € 2150,–. Hiermee ben ik niet akkoord gegaan. Ik heb vervolgens voorgesteld dit geschil voor te leggen aan geschillencommissie. De ondernemer komt niet met een andere oplossing.

In mijn optiek is het de ondernemer die moet komen tot een oplossing, ook op zijn kosten, omdat hij een verkeerde inschatting heeft gemaakt en/of een verkeerd systeem heeft geplaatst waardoor de kamers niet voldoende worden gekoeld.

Overigens is er geen persoonlijk conflict, puur een zakelijk.

Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. Ik blijf bij wat door mij is aangevoerd. Er is bij het maken van de afspraken wel degelijk door de ondernemer gezegd dat koelen naar 19 graden C tot de mogelijkheden behoort. Op zich kan kloppen dat dat niet is vastgelegd in de schriftelijk vastgelegde afspraken. Ik ging ervan uit dat je met een airco systeem het zelfs ijskoud kunt krijgen, bijvoorbeeld 16 graden C. Nu heb ik dus een systeem dat het maar een paar graden terugkoelt ten opzichte van de buitentemperatuur. De ondernemer heeft niet aan mijn redelijke verwachtingen voldaan door dit airco systeem aan te leggen. De capaciteit is gewoon te weinig; herstel door de ondernemer met onder meer extra isolatie van de luchtleidingen en verhoging van de luchtsnelheid heeft ook niet geholpen. Het probleem is gebleven. Door de ondernemer zijn ook geen berekeningen gemaakt. Hij heeft gewoon het geoffreerde systeem geleverd en gemonteerd. Ik ben leek, en mag er toch vanuit gaan dat de ondernemer als expert een juist systeem offreert. Ik begin hier ter zitting ook te twijfelen aan het vakmanschap van de ondernemer en of hij de installatie alsnog in orde kan krijgen overeenkomstig wat de deskundige heeft voorgesteld. In diens rapport kan ik mij vinden. Ik weiger om iets bij te betalen. Ik heb betaald voor een goed werkend systeem en heb dat niet gekregen. De ondernemer laat steeds na om het systeem door te meten.

De consument verlangt dat helder wordt waarom het systeem de vier kamers niet genoeg koelt. Ligt het aan het vermogen van binnenunits/buitenunit eventueel in combinatie met onvoldoende diameter buizen en verkeerde inblaasopeningen? En wanneer dit helder wordt, dat de oorzaak wordt aangepakt, zodat ik een kanaalmodel airco heb dat wel werkend is en de vier kamers terug kan koelen tot maximaal 19 graden C.

Standpunt van de ondernemer

Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

Van de ondernemer is geen verweerschrift ingekomen.

Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.

Het klopt dat ik geen verweerschrift heb ingediend. Ik ben wel bij het bezoek van de deskundige aanwezig geweest en nu ook hier ter zitting. Diens rapport heb ik niet gelezen. Ik blader nu door een stapel papieren en zie dat daar het rapport van de deskundige tussen zit. Ik zie dat nu voor het eerst. U leest de conclusie van de deskundige voor en in reactie daarop zeg ik u dat ik geen bedenkingen heb tegen diens rapport. Ik ben bereid dat rapport na te komen door een installatie aan te brengen met een grotere capaciteit. Die is echter wel duurder dan is geoffreerd; de consument zal moeten bijbetalen want dit kan niet voor de oorspronkelijke prijs.

In mijn offertes neem ik nooit een maximaal te behalen minimumtemperatuur op. Dat is ook hier nier gebeurd. Ik heb bij mijn weten ook nooit tegen de consument gezegd dat 19 graden C altijd haalbaar is. Ik heb alleen gezegd dat de minimale instelling van de installatie 19 graden C is.

Ik leg de klant altijd uit wat het behagelijkheidsgebied is, wat prettig is.

Mijn extra werkzaamheden om de consument ter wille te zijn hebben kennelijk niet geholpen. Ik heb de luchtleidingen op zolder extra geïsoleerd en de luchtsnelheid verhoogd. Het klopt dat de installatie na veel tijd maximaal drie graden kan terugkoelen ten opzichte van de buitentemperatuur. Bij mijn keuze voor deze installatie ben ik uitgegaan van installaties die ik heb geplaatst in gelijkwaardige woningen van dezelfde ouderdom en mate van isolatie. De vier kamers hebben normale afmetingen. Alle kamers zullen nooit tegelijk volledige belasting vragen. Ik betwist dat een installatie met een vermogen van meer dan 6 KW nodig is, gewoon 1,5 KW per kamer. Het klopt dat ik later wel een systeem met 7KW heb aangeboden, ik ga er in mee dat dat wel noodzakelijk is gebleken. Overigens is wel vreemd dat als het huidige systeem van de consument op verwarmen wordt gezet, dat wel snel leidt tot resultaat.

Ik wacht de beslissing van uw commissie af.

Deskundigenrapport

De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voor zover thans van belang, het volgende vastgesteld.

Partijen waren aanwezig bij mijn onderzoek ter plaatse.

De aangebrachte installatie bestaat uit één buitendeel met een koelcapaciteit van 5 kW en twee binnendelen van elk 2.5 kW. Deze koelcapaciteit (2,5kW) wordt middels slangen en roosters verdeeld over twee slaapkamers, dus per slaapkamer wordt er 1.25 kW koelcapaciteit toegevoerd. De binnendelen zijn op de zolder geplaatst en de gekoelde lucht wordt via een buizenstelsel bestaande uit geïsoleerde flexibele slang met een diameter van 160 millimeter naar de roosters in de slaapkamers gevoerd. Omdat deze roosters een aansluitmaat hebben van 200 millimeter rond, is hier, volgens de ondernemer, een verloop gemonteerd van 160 naar 200 millimeter. De lucht aanzuig geschiedt eveneens door middel van een buizenstelsel van geïsoleerde flexibele slangen en spiraalbuis. Ook hier is de diameter van de slangen en buizen 160 millimeter en is er, volgens de ondernemer, een verloop geplaatst op het aanzuigrooster van 160 naar 200 millimeter.

Mijn vaktechnisch oordeel over de klachten luidt als volgt:

De consument heeft opdracht tot levering en montage van de installatie gegeven onder voorwaarde dat een temperatuur van 19 °C behaald zou kunnen worden. In de praktijk blijkt dat echter niet haalbaar. Het duurt lang voordat de ruimtetemperatuur gezakt is. Gebleken is dat in een tijdsbestek van meerdere uren de ruimte slechts twee a drie graden kouder is geworden. Een en ander is tijdens het deskundigenbezoek niet geconstateerd, maar meegedeeld door de consument. Er is volgens de ondernemer geen goede berekening aanwezig of is er geweest waaraan de keuze van de apparatuur ten grondslag heeft gelegen. De te koelen ruimten hebben een vloeroppervlakte van 20 m2 en een gemiddelde hoogte van 2.5 meter. Een in de airco wereld veel gebruikte vuistregel voor de berekening van de capaciteit is 40 W/m3. Dit betekent dat de ruimten met een inhoud van 50 m3 een koelcapaciteit nodig hebben van 2.0 kW. De luchtaanzuig geschiedt eveneens door middel van een buizenstelsel van geïsoleerde flexibele slangen en spiraalbuis. Ook hier is de diameter van de slangen en buizen 160 millimeter en is er, volgens de ondernemer, een verloop geplaatst op het aanzuigrooster van 160 naar 200 millimeter. Er is geen berekening gemaakt om de diameter van de slangen en buizen te bepalen. Hierdoor is de luchtsnelheid en de statische weerstand van het systeem niet voldoende zoals uit onderstaande berekening blijkt. Volgens de gegevens berekend met een zogenaamde kanalenschuif, is de luchtsnelheid ongeveer 3.5 m/sec bij een luchthoeveelheid van 270 m3/uur en een diameter van 160 mm. Terwijl normaal gesproken een luchtsnelheid in de slangen van 6 m/sec wordt aangehouden. In dat geval zou zelfs een diameter van 125 mm voldoende moeten zijn. De roosters voor aanvoer en retour moesten ronde roosters zijn en deze zijn ook geplaatst. De statische weerstand van deze roosters bedraagt 50 Pa per stuk. Terwijl elk binnendeel een maximale statische druk kan opbrengen van 50 Pa (door de ondernemer ingesteld). Er is geen meting, zoals te doen gebruikelijk bij een installatie met kanalen en roosters, gedaan tijdens het inbedrijfstellen van de installatie, van het luchtdebiet dat uit het rooster komt. Dat zou dus 270 m3/uur moeten zijn.

 

Ook na de klachten van de consument is er geen luchtdebietmeting gedaan om er zeker van te zijn dat er voldoende lucht uit het rooster komt en de klachten van de consument al of niet gegrond waren. Daarnaast heeft flexibele slang een hogere statische weerstand dan spiraalbuis, wat mede de oorzaak zou kunnen zijn dat er niet voldoende lucht uit het rooster komt, maar dit is niet gemeten. De woning dateert uit 1981 en is derhalve matig geïsoleerd, dit is met name merkbaar op de zolder, waar de beide binnendelen zijn geplaatst. Om deze reden heeft de ondernemer de retourbuizen voorzien van extra isolatie en zijn er geïsoleerde flexibele slangen toegepast. Tijdens het bezoek bedroeg de buitentemperatuur 18 °C, de temperatuur in de slaapkamers bedroeg 24 °C. De uitblaastemperatuur gemeten enkele minuten na het inschakelen van de installatie bedroeg 14.5 °C. Een goed functionerende installatie heeft onder deze omstandigheden een uitblaastemperatuur van 10-12 °C, die binnen afzienbare tijd wordt gerealiseerd. De regeling van elke installaties geschiedt door middel van een retourluchtsensor in de aanzuig van het binnendeel, die dus op die warme zolder gemonteerd is. De consument gaf aan ook eens een temperatuurmeting gedaan te hebben en had geconstateerd dat de aanzuig(retour)temperatuur gelijk is aan de ruimtetemperatuur. Dit is volkomen normaal omdat elke airco installatie door middel van een sensor in de aanzuig of in de ruimtebediening, (dit is afhankelijk van het fabricaat en het gekozen binnendeel) reageert op de aanzuigtemperatuur uit de ruimte. Waarschijnlijk wordt de aanzuigsensor ook nog beïnvloed door de warmte op deze slecht geïsoleerde zolder.

Conclusie: de volgens de fabrieksinstructies keurig geïnstalleerde systemen, hebben een tekort aan koelcapaciteit, gezien de berekening (met vuistregel). Daarnaast zijn er twijfels over het toegepaste systeem van slangen en spiraalbuizen waardoor het, vanwege de lage luchtsnelheid hierin en de statische weerstand van kanalen en roosters, lang duurt voordat enige afkoeling merkbaar is.
De installateur beweert echter dat capaciteit voldoende moet zijn, gezien het geringe glasoppervlak (HR ++ glas overigens), maar hij heeft blijkbaar geen rekening gehouden met de geringe isolatie van het pand uit 1981. Hieruit kan men concluderen dat de consument een systeem heeft aangeschaft dat niet voldoet aan haar eisen en de beloften van de installateur dat er een ruimtetemperatuur van 19 °C haalbaar is. Een te lage luchtsnelheid in de slangen en roosters versterkt dit gevoel, maar dit zou gemeten moeten worden.

De omvang van de klachten is ernstig.

Herstel is mogelijk en wel als volgt:

Om aan de wensen van de consument te kunnen voldoen, zouden het buitendeel en de binnendelen moeten worden vervangen door een systeem met meer koelcapaciteit (ca. 8 kW). De installateur moet hiervoor wel een goede berekening van de benodigde koelcapaciteit maken. Indien de binnendelen worden vervangen, wordt er ook meer lucht toegevoerd, omdat binnendelen met een grotere capaciteit ook een hoger luchtdebiet hebben. Als gevolg hiervan zou de luchtsnelheid in de slangen en spiraalbuizen hoger worden. Het is wel van belang, dat, wanneer men hiertoe overgaat, er een luchtdebietmeting wordt gedaan aan de uitblaasroosters om er zeker van te zijn dat deze voldoende lucht over de ruimte verdelen.

Over de kosten van dit herstel wordt het volgende gerelateerd:

De installateur heeft aangeboden de installaties te wijzigen, volgens hem tegen kostprijs. Het zou gaan om een bedrag van € 2.600,– inclusief BTW.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

De bevindingen en conclusies van de deskundige worden door de commissie overgenomen en zij maakt die tot de hare. Dit tenzij hierna daarvan expliciet wordt afgeweken. Geen van partijen heeft bedenkingen geuit tegen het rapport van de deskundige.

Op basis hiervan moet worden geconcludeerd dat de ondernemer toerekenbaar tekort is geschoten in een juiste nakoming van de met de consument gemaakte afspraken. Immers heeft de ondernemer zich verplicht tot het leveren en aanleggen van een in de woonsituatie van de consument in vier woonruimtes adequaat werkende airco-installatie. Dat resultaat is niet bereikt, de deskundige is daarover zonder meer duidelijk. Het schort immers aan voldoende capaciteit. De installatie heeft er

veel te veel tijd voor nodig om de temperatuur terug te koelen en het eindresultaat van dat koelproces is in feite dat de huidige installatie maar omstreeks drie graden ten opzichte van de buitentemperatuur weet terug te koelen. Dat is evident onvoldoende.

Het toerekenbaar tekortschieten van de ondernemer blijkt ook uit de omstandigheid dat het de ondernemer in een periode van twee jaren niet is gelukt de installatie alsnog goed werkend te maken c.q. (deels) te vervangen door een wel goed werkend systeem.

De ondernemer heeft zich klaarblijkelijk verkeken op de matige isolatiestaat van deze oudere woning. Juist daarom was het aangewezen geweest om eerst een voor deze woning toegesneden berekening van de vereiste koelcapaciteit te maken. Dit is achterwege gelaten omdat de ondernemer – naar eigen zeggen – meer gelijksoortige woningen heeft voorzien van airco-systemen met een min of meer overeenkomstige capaciteit. Daarmee heeft de ondernemer het risico genomen dat zich in deze zaak heeft geopenbaard, te weten ondercapaciteit..

Overigens – maar dat is in dit kader minder relevant – is indachtig de gemotiveerde tegenspraak van de ondernemer – niet aannemelijk geworden dat partijen de afspraak hebben gemaakt dat een airco-installatie wordt aangelegd dat te allen tijde tenminste tot 19 graden C. kan terugkoelen.

De consument heeft tot op heden niet geleverd gekregen hetgeen zij op basis van deze overeenkomst in redelijkheid mocht verwachten, te weten een op haar woning toegesneden goed werkend airco-systeem, waarbij alle kamers gelijktijdig gekoeld kunnen worden.

De commissie zal de ondernemer dan ook verplichten tot nakoming/herstel op de wijze zoals door de deskundige is beschreven in diens hersteladvies, te weten door – kort gezegd – een systeem te maken waarbij meer druk wordt opgebouwd in de kanalen en waarbij een airco wordt toegepast met omstreeks 8 KW vermogen.

Indachtig de ernst en de duur van de wanprestatie, zal de commissie aan deze herstelverplichting niet de voorwaarde verbinden dat de consument meerkosten moet betalen aan de ondernemer.

Nu terecht is geklaagd is de ondernemer op basis van het reglement gehouden om het klachtengeld aan de consument te voldoen en om de bijdrage in de behandelingskosten te betalen aan het secretariaat van de commissie. Die bijdrage wordt de ondernemer separaat bij factuur in rekening gebracht.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

De ondernemer is bij wijze van nakoming/herstel gehouden om het airco-systeem van de consument te vervolmaken en wel op de wijze zoals dat door de deskundige in het slot van diens rapport in het hersteladvies is verwoord, welk hersteladvies hierboven is aangehaald.

Daarvoor mogen de consument geen (meer)kosten in rekening worden gebracht.

Partijen dienen elkaar over en weer in de gelegenheid te stellen aan hun verplichtingen uit dit bindend advies te voldoen.

Een en ander dient te geschieden binnen een termijn van acht weken na de verzenddatum van dit bindend advies.

Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van
€ 127,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie de bijdrage in de behandelingskosten van het geschil verschuldigd.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Airconditioning, bestaande uit mr. M.L.J. Koopmans, voorzitter, de heer J. Kraak en mr. M.J. Boon, leden, op 3 juli 2024.

De ondernemer is bij wijze van nakoming/herstel gehouden om het airco-systeem van de consument te vervolmaken en wel op de wijze zoals dat door de deskundige in het slot van diens rapport in het hersteladvies is verwoord, welk hersteladvies hierboven is aangehaald.

Daarvoor mogen de consument geen (meer)kosten in rekening worden gebracht.

Partijen dienen elkaar over en weer in de gelegenheid te stellen aan hun verplichtingen uit dit bindend advies te voldoen.

Een en ander dient te geschieden binnen een termijn van acht weken na de verzenddatum van dit bindend advies.

Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van
€ 127,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie de bijdrage in de behandelingskosten van het geschil verschuldigd.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Airconditioning, bestaande uit mr. M.L.J. Koopmans, voorzitter, de heer J. Kraak en mr. M.J. Boon, leden, op 3 juli 2024.