De bewijslast van de stelling, dat de kleurentelevisie bij de ondernemer is zoek geraakt, berust bij gebreke van een ontvangstbewijs bij de consument.

  • Home >>
  • Elektro >>
De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Elektro    Categorie: Bewijs    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: ELE03-0041

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een in juli 2002 tussen partijen totstandgekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het repareren van een kleurentelevisie. De reparatie vond niet plaats.   De consument heeft op 24 september 2002 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   Mijn twee jaar oude kleurentelevisie heb ik in juli 2002 telefonisch ter reparatie aangeboden. Op de afgesproken dag, 22 juli 2002, is [mijn breedbeeld kleurentelevisie], door twee medewerkers van de ondernemer opgehaald. Ik kende die mannen van eerdere leveringen en reparaties. Ik heb van hen geen inleverbewijs gekregen, hoewel ik daar naar gevraagd heb. Wel bestaat er een reparatiebon blijkens een e-mail van [de vestiging]. Er is [een bonnummer]. In september 2002 blijkt de televisie zoek te zijn. Hij is nog steeds niet teruggevonden.   Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   De zoon heeft namens zijn moeder het standpunt nog eens toegelicht en benadrukt, dat de televisie door de medewerkers van de ondernemer is opgehaald. Daartoe verwijst hij in het bijzonder naar de reparatiebon.   De consument verlangt een schadeloosstelling voor de zoekgeraakte televisie en voor de gemaakte kosten (porti-, telefoon- en reiskosten alsmede rentederving).   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   Uit onze administratie blijkt, dat slechts één maal gegevens zijn aangemaakt en dit is alleen gedaan vanwege het navragen van de consument in deze kwestie. Al snel bleek dat er geen enkele storing bekend was. Ook zijn onze service partners geïnformeerd of er wellicht door iemand bij deze consument het toestel is opgehaald. Hier zijn ook geen gegevens van de consument bekend. De consument kan ons ook geen storingsbon geven. Een dergelijke bon wordt steeds afgegeven.   Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   De reparatie van de televisie is bij ons wel gemeld, maar daarna is er niets meer gebeurd. Wanneer wij de televisie ophalen voor reparatie geven wij altijd een ontvangstbewijs af.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   De bewijslast van de stelling, dat de kleurentelevisie bij de ondernemer is zoek geraakt, berust bij gebreke van een ontvangstbewijs voor die televisie van de kant van de ondernemer bij de consument. Dat bewijs kan de consument niet leveren. Daarvoor is de reparatiemelding bij de ondernemer niet voldoende voor. Immers daarmee is niet aangetoond, dat de televisie bij de consument door medewerker(s) van de ondernemer is opgehaald.   Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.   Kort voor het einde van de zitting liet de consument weten gebeld te zijn door een medewerkster van de ondernemer die haar ter oplossing van het geschil een showmodel-televisie had aangeboden. De vertegenwoordiger van de ondernemer wist niets van dit aanbod af.   Hoewel de commissie van oordeel is dat de klacht ongegrond is, zou een dergelijk aanbod of een geldsbedrag/tegoedbon in een geschil als het onderhavige, waarbij in feite het gelijk of ongelijk van partijen in het midden moet worden gelaten en de beslissing enkel gegrond is op de regel van de bewijslast, een voor beide partijen redelijke oplossing zijn. De commissie laat een en ander aan de prudentie van partijen over.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   Het door de consument verlangde wordt afgewezen.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Elektro op 16 mei 2003.