Commissie: Makelaardij
Categorie: Opdracht
Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
MAK07-0009
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
De consument klaagt over wanprestatie bij uitvoering van de opdracht tot bemiddeling bij verkoop van de woning.
De overeenkomst tussen partijen is gesloten op 31 mei 2006.
De consument heeft een bedrag van € 850,– niet betaald en in depot gestort onder de commissie.
Standpunt van de consument
De commissie zal hieronder in de beoordeling de klachten van de consument bespreken
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer wordt hierna in de beoordeling worden betrokken.
Beoordeling van het geschil
De commissie onderscheidt de volgende klachten.
De directeur van het kanttor is aangezocht als makelaar maar andere medewerkers hebben de
opdracht uitgevoerd.
Die klacht is ongegrond. Indien uitvoering door de directeur persoonlijk essentieel was geweest had de consument dat moeten bedingen en geen genoegen moeten nemen met begeleiding door de medewerkers van het makelaarskantoor.
De woning zou volgens afspraak in het eerste contact met de directeur, direct tevens in “streeknaam” in de makelaarskrant worden gepubliceerd. Dit is de eerste drie maanden niet gerealiseerd. Deze klacht is niet weersproken en gegrond. Van een deskundig makelaar wordt verwacht dat hij afspraken als deze direct nakomt.
De medewerker heeft de consument onheus bejegend door haar en belastingvluchteling te noemen. Dit verwijt is door de medewerker betwist. Indien het al gezegd zou zijn geldt dat de consument daarin kennelijk geen reden heeft gezien de overeenkomst te beëindigen.
De eerste twee advertenties bevatten fouten die pas in de derde advertentie hersteld werden.
Deze klacht is niet weersproken. Het gaat hier om een taalfout. Ofschoon slordig is de klacht op zichzelf genomen te futiel om daaraan wezenlijke gevolgen te verbinden.
Een andere medewerker heeft een groen uitgeslagen leiding niet herkend als een koperen leiding
waardoor een onnodig onderzoek door een kandidaat-koper is uitgevoerd naar de kwaliteit van de ten onrechte van lood beschouwde leiding.
Die klacht is niet weersproken en gegrond. Van een deskundig makelaar mag een zodanige materiaalkennis verwacht worden dat deze een koperen leiding van een loden leiding kan onderscheiden.
Op 13 oktober 2006 is afgesproken de woning op een Belgische website aan te bieden. Ondanks
herhaald aandringen bleef effectuering uit.
De ondernemer heeft hierop aangevoerd dat de plaatsing op “naam website” langer duurde dan verwacht vanwege de complicaties met betaling naar het buitenland. Al met al nam het meer tijd en moeite in dan voorzien.
Deze klacht is ook gegrond. Van een deskundig makelaar mag worden verwacht dat deze in staat is om vlot betalingen naar het buitenland te realiseren en vlot een overeenkomst met een instantie als “naam website” tot stand te brengen.
Dat deze plaatsing op 20 november 2006 ondanks aandringen van de consument nog steeds niet gerealiseerd was, mocht door de consument worden beschouwd als een zodanig ernstige tekortkoming dat tot beëindiging mocht worden overgegaan.
Van de nota is het bedrag ter zake van de intrekkingskosten – € 850,– zoals in de overeenkomst bedongen – in depot gestort.
Volledige ontzegging van dit bedrag doet geen recht aan de aard en ernst van de tekortkomingen in verhouding tot de wél correct geleverde diensten.
De commissie acht het redelijk en billijk indien 50 % van het bedrag alsnog wordt voldaan en zal dienovereenkomstig beslissen.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie verklaart de klacht deels gegrond en bepaalt dat de consument aanvullend € 425,– verschuldigd is aan de ondernemer.
Na verrekening van het voorgaande dient het in depot gestorte bedrag van € 850,– als volgt verdeeld te worden.
Aan de consument wordt overgemaakt € 425,–.
Aan de ondernemer wordt overgemaakt € 425,–.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Makelaardij op 6 juni 2007.