De ondernemer heeft niet duidelijk kunnen maken waarom het pand niet meer waard was dan de getaxeerde bedragen. Tegen deze achtergrond was het taxatierapport praktisch waardeloos.

  • Home >>
  • Makelaardij >>
De Geschillencommissie




Commissie: Makelaardij    Categorie: Taxatierapport    Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: MAK06-0047

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft de uitvoering van een taxatie.

De consument heeft in september 2006 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Standpunt van de consument

Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.

De ondernemer heeft een door mij aan te kopen appartement getaxeerd. Deze taxatie bevatte een aantal fouten en slordigheden. De meest opvallende was wel, dat terwijl het pand een schuin pannendak heeft, volgens het taxatierapport het gebouw een plat bitumendak had.
Maar in het bijzonder de waardering is veel te laag uitgevoerd. De ondernemer waardeerde het pand op een executiewaarde van € 81.000,– en een onderhandse verkoopwaarde van € 92.500,–. Ik heb het pand door een andere makelaar laten taxeren, die op € 105.000,– onderhandse verkoopwaarde uit kwam; ik heb het pand op basis van dat rapport gekocht.
Voor mij was de taxatie dus waardeloos, zodat ik daarvoor ook niet wil betalen.
De consument verlangt dat zal worden vastgesteld dat hij niets verschuldigd is.
 
Standpunt van de ondernemer

Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

Het pand is door ons getaxeerd met inachtneming van alle relevante facetten. Het pand had van november 2005 tot juni 2006 te koop gestaan maar was niet verkocht. Vervolgens is het in juli 2006 geveild voor € 87.200,–.
Onze waardering is gebaseerd op andere, vergelijkbare appartementen. Andere appartementen die meer hadden opgebracht waren beter afgewerkt. Wij hebben ook een verantwoordelijkheid richting geldverstrekker.
Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
Ons is bekend dat het pand uiteindelijk voor € 104.000,– is aangekocht. Dat is ons inziens duidelijk teveel.
 
Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

De redenering van de consument, dat een andere makelaar het pand op € 105.000,– had gewaardeerd, en dat dus de taxatie van de ondernemer fout was, gaat niet op. Logischerwijze kan even goed de taxatie van de andere taxateur fout zijn; ook kan de waarheid ergens in het midden liggen.
Het pand was echter in juni 2006 geveild voor € 87.200,–. Dat enkele feit vormt een duidelijke indicatie, dat de executiewaarde daadwerkelijk omstreeks dat bedrag bedroeg. Ter zitting heeft de ondernemer zich verloren in bespiegelingen omtrent de marktsituatie en marktontwikkelingen ter plaatse, doch deze laten onverlet dat een waardering op € 81.000,– executiewaarde in september 2006 niet goed verklaarbaar is als ruim drie maanden eerder het pand feitelijk executoriaal voor ruim € 6.000,– meer ís verkocht.
De ondernemer is er niet in geslaagd duidelijk te maken waarom desondanks het pand niet meer waard was dan de getaxeerde bedragen.
Tegen deze achtergrond schoot de taxatie zo zeer te kort, dat deze praktisch waardeloos was.
De commissie verstaat het verweer van de consument als een beroep op ontbinding van de overeenkomst en zal die ook uitspreken.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.
 
Beslissing

De overeenkomst d.d. 12 september 2006 wordt ontbonden verklaard. Dit betekent dat de consument geen vergoeding verschuldigd is.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Makelaardij op 5 maart 2007.