De ondernemer weigert de televisie van de consument terug te geven na het melden van een gebrek

  • Home >>
  • Elektro >>
De Geschillencommissie




Commissie: Elektro    Categorie: (non)conformiteit    Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 290446/421521

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De kern van de uitspraak is de koopovereenkomst van een televisie tussen consument en ondernemer. Na het ontdekken van een gebrek bovenaan het frame van de televisie, heeft de consument de fabrikant ingeschakeld. Deze kon niks voor de consument betekenen en verwees de consument door naar de ondernemer. Deze deed een voorstel tot terugbetaling, maar de consument vond deze veel te laag. Zowel de fabrikant als de ondernemer weigeren volledige terugbetaling van het aankoopbedrag. Ter zitting heeft de consument aangegeven dat het om een cosmetisch gebrek ging, en de televisie technisch gewoon in orde is. Daarom wenst zij het toestel weer terug te krijgen tot er overeenstemming is. De ondernemer heeft voor de commissie geen verweer gevoerd.

Wat is de beslissing?

Volgens de commissie blijft de vraag of het aanbod van de ondernemer redelijk is buiten beschouwing. De consument heeft nooit afstand gedaan van het toestel, dat buiten het gebrek technisch goed functioneerde. De ondernemer heeft de consument laten weten het opgestuurde toestel niet meer retour te doen, hetgeen een ernstige inbreuk is op het eigendomsrecht van de consument. In dit zelfde bericht heeft de ondernemer laten weten dat de consument haar geld of een vergelijkbaar toestel teug kan krijgen. Nu dit volgens de commissie een aanbod is gedaan voor de behandeling van de zaak moet de commissie de klacht ongegrond verklaren. Echter, is de ondernemer gehouden te handelen naar zijn aanbod en het gehele aankoopbedrag te vergoeden.

De uitspraak

Behandeling van het geschil

Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Elektro (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

De behandeling heeft plaatsgevonden op 21 oktober 2024 te Utrecht.

Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.

De consument heeft ter zitting zijn standpunt toegelicht.

De ondernemer heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid ter zitting zijn standpunt toe te lichten.

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 1 mei 2019 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een Samsung televisie UE65LS03 tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 1.949,–.

De levering vond plaats op of omstreeks 1 mei 2019.

Het geschil betreft de vraag of het geleverde apparaat voldeed aan de eisen, die de consument eraan mocht stellen en of het aanbod van de ondernemer om het geschil op te lossen redelijk is.

De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Standpunt van de consument

Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Eind 2023 merkte de consument een afwijking op bovenaan het frame van het apparaat. De consument heeft daarvoor de fabrikant ingeschakeld, die het apparaat opgehaald heeft en vervolgens bericht heeft dat het apparaat niet hersteld kon worden.

De fabrikant heeft de consument vervolgens doorverwezen naar de ondernemer, die de consument een voorstel zou doen.

Het voorstel betrof echter slechts een terugbetaling van € 360,–.

De consument heeft dit voorstel niet geaccepteerd. De fabrikant en de ondernemer weigeren de volledige koopprijs terug te betalen of het apparaat kosteloos te vervangen.

De consument heeft gevraagd om het apparaat aan hem terug te geven, waarop hij geen reactie heeft gehad.

Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.

De televisie had alleen een cosmetisch gebrek aan de buitenzijde, de omlijsting van het apparaat was niet meer in orde. Het apparaat was technisch echter helemaal in orde. De consument kon het apparaat ook gewoon blijven gebruiken. Toen de fabrikant heeft aangegeven dat de televisie niet gemaakt kon worden, wilde de consument het apparaat dan ook weer terug hebben.

De ondernemer wil maar een klein deel van de aanschafprijs vergoeden, het bedrag van € 360,– is de restwaarde na afschrijving.

De consument verlangt volledige terugbetaling van het aankoopbedrag.

Standpunt van de ondernemer

De ondernemer heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid zijn standpunt aan de commissie kenbaar te maken.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

De consument heeft in 2019 bij de ondernemer een televisie gekocht. Het apparaat functioneerde probleemloos. De consument heeft enkel vanwege een esthetisch probleem met de omlijsting de fabrikant ingeschakeld.

De consument heeft aangegeven dat het apparaat al van aanvang af de gebogen lijst had, maar dat hij pas eind 2023 bij het zien van een vergelijkbare televisie in de showroom zag dat zijn eigen televisie niet in orde was.

De fabrikant heeft het apparaat opgehaald en vervolgens bericht dat het geconstateerde gebrek niet te herstellen was. Voor de verdere afwikkeling is de consument verwezen naar de ondernemer in de hoedanigheid van verkoper van het product.

De ondernemer heeft de consument een aanbod gedaan. Dit aanbod is door de consument niet geaccepteerd.

In verband met de hieronder vermelde overwegingen is de commissie van oordeel dat buiten beschouwing kan blijven of het aanbod van de ondernemer om € 380,– te vergoeden redelijk was.
Bij de afwijzing van dat aanbod van de ondernemer heeft de consument onmiddellijk om teruggave van het televisietoestel gevraagd. De consument heeft aangegeven dat hij het apparaat voor de enkele vergoeding van € 360,– niet kwijt wilde.

Het apparaat is eigendom van de consument.
Niet gebleken is dat de consument op enig moment afstand heeft gedaan van zijn eigendom. De consument had een gerechtvaardigd belang bij teruggave van zijn op zich goed werkende televisie, toen bleek dat het frame niet te herstellen was. De consument mocht dan ook van de ondernemer, die het geschil mede namens de fabrikant verder afwikkelde, verlangen dat de televisie werd teruggegeven.

De ondernemer heeft op 12 mei 2024 per e-mail aan de consument meegedeeld dat het apparaat niet ontvangen is van de reparateur en dat de ondernemer besloten heeft om het product ook niet meer retour te laten komen.
Daarmee werd de consument, die een op zich goed werkende televisie had ingeleverd, ernstig gedupeerd. Kennelijk was de ondernemer zich daarvan bewust, want in hetzelfde bericht heeft de ondernemer de consument uitgenodigd om te kiezen tussen een nieuw product en zijn geld retour ontvangen. Dit aanbod biedt geen ruimte voor een andere uitleg dan dat de consument een vergelijkbaar toestel zou kunnen kiezen of de volledige aankoopprijs terug kon krijgen.

De commissie acht het aanbod dat de ondernemer heeft gedaan ter oplossing van de op zichzelf terechte klacht, voordat het geschil bij de commissie aanhangig is gemaakt, redelijk. Omdat dit aanbod reeds voor het aanhangig maken van het geschil bij de commissie is gedaan, is de klacht ingevolge het reglement van de commissie in die zin derhalve ongegrond.

Het is de commissie onvoldoende duidelijk waarom dit aanbod niet is afgewikkeld. Daarbij speelt ook dan de ondernemer heeft nagelaten enige toelichting te geven, hetzij schriftelijk, hetzij mondeling (eventueel via een videoverbinding) ten tijde van de mondelinge behandeling.

De ondernemer is echter gehouden te handelen overeenkomstig zijn aanbod, nu de commissie dit een redelijke oplossing van het geschil acht.

De consument heeft om terugbetaling van de koopprijs gevraagd. Dit past binnen het aanbod van de ondernemer en dient geëffectueerd te worden.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

De commissie verklaart de klacht van de consument ongegrond.

De ondernemer betaalt aan de consument de koopprijs van € 1.949,– terug. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.

Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.

De commissie wijst het meer of anders verlangde af.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Elektro, bestaande uit
mr. F.H.C.M. van Schaijk, voorzitter, P.A. Frank en drs. W. Nienhuis, leden,.
op 21 oktober 2024