Commissie: Glas, Porselein en Aardewerk
Categorie: Conformiteit
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
GPA07-0001
De uitspraak:
Behandeling van het geschil
De Geschillencommissie Glas, Porselein en Aardewerk (verder te noemen: de commissie) heeft bij tussenadvies d.d. 4 januari 2008 de eindbeslissing aangehouden.
De inhoud van dit tussenadvies is hieronder ingevoegd.
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Glas Porselein en Aardewerk (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De commissie heeft kennis genomen van de overgelegde stukken.
De commissie heeft een onderzoek laten doen door [naam van de deskundige], die daarvan schriftelijk rapport heeft uitgebracht.
Het geschil is ter zitting behandeld op 4 januari 2008 te Utrecht.
Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.
Partijen hebben ter zitting hun standpunt toegelicht.
De ondernemer werd ter zitting vertegenwoordigd door [naam van de vertegenwoordiger].
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 6 mei 2004 tussen partijen totstandgekomen overeenkomst, waarbij de ondernemer zich heeft verplicht tot het leveren van een espresso-apparaat aan consument tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 949,– met een garantie van twee jaren. De levering vond plaats op 6 mei 2004.
De consument heeft de klacht op 20 oktober 2006 voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
Op 24 maart 2006 is het espresso-apparaat voor de eerste maal gerepareerd vanwege een defecte koffiemolen. Toen zou onder coulance de koffiemolen zijn vervangen en een servicebeurt aan het espresso-apparaat zijn verleend voor een door de consument betaald bedrag van € 135,98. Op 20 oktober 2006 heeft de consument het espresso-apparaat opnieuw ter reparatie aangeboden aan ondernemer wegens wederom een defecte koffiemolen. Vervolgens is het espresso-apparaat opnieuw gerepareerd voor een totaal bedrag van € 153,09, welk bedrag de consument onder protest aan de ondernemer heeft betaald. Volgens de consument produceert het espresso-apparaat stoom bij gebruik en door een constructiefout van het apparaat komt er condens/vocht in het bonenreservoir. De consument betwist uitdrukkelijk zelf water/vocht en/of vochtige bonen in het koffiebonenreservoir te hebben gedaan, zoals door de ondernemer wordt gesteld.
De consument verlangt coulance ten aanzien van de kosten van de tweede reparatie van 20 oktober 2006 ten bedrage van € 153,09 alsmede de reparatie van het espresso-apparaat zodat de condensvorming in het koffiebonenreservoir niet meer zal optreden.
Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. Er wordt geen diepvrieskoffie voor het apparaat gebruikt. Er is nooit water in het koffiebonenreservoir gedaan. Wel treedt er condensvorming op in het koffiebonenreservoir als er meerdere koppen koffie worden gezet. Dat vormt een constructiefout/gebrek.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
Bij reparatie is vocht in de molen aangetroffen met schade als gevolg. Het espresso-apparaat functioneert zonder lekkage zodat vocht van buitenaf in het koffiebonenreservoir terecht is gekomen. Dat is gebeurd doordat er ofwel water is ingegoten ofwel dat er vochtige koffiebonen zijn ingevoerd. De eerste reparatie is door de fabrikant onder coulance en kosteloos uitgevoerd, maar de tweede reparatie dient door de consument te worden betaald. Er is sprake geweest van een onjuist gebruik zodat er geen garantie (meer) kan zijn.
Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
Van dit type espresso-apparaten worden er zeer velen verkocht zonder problemen met vocht. De storingsgraad bij dit soort apparaten is minimaal. Bij de fabrikant zouden zeer weinig klachten over vochtproblemen bij dit soort apparaten binnenkomen, slechts ongeveer vijf per jaar. Er is geen bewijs dat door beweerdelijke condensvorming in het koffiebonenreservoir de schade zou zijn ontstaan.
Deskundigenrapport
De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voorzover thans van belang, het volgende vastgesteld.
Bij onderzoek van het apparaat van de cliënte is gebleken dat bij het maken van meerdere koppen koffie er condensvorming is aan de onderkant van het dekseltje van de koffiebonenbak. Zie ook de foto van cliënte. Ondanks de isolatie en de uitlaat komt de stoom binnen langs de gemalen koffie-inlaat, daar, waar op dat stukje geen isolatie zit, in het bonenvak. Vervolgens komt het vocht daarna in de koffiemolen die daar op termijn defect van zal raken.
Volgens de deskundige is herstel mogelijk en wel door het plaatsen van circa 5 centimeter isolatiemateriaal tussen het koffiebonenbakje en de gemalen koffie-inlaat, waarvan de kosten door de deskundige worden becijferd op € 63,07 totaal.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Kern van de zaak is of de door de consument en de deskundige geconstateerde condensvorming bij gebruik van het espresso-apparaat in de koffiebonenbak de oorzaak is (geweest) van het defect raken van de koffiemolen en aldus zal kunnen worden vastgesteld dat sprake is van een constructiefout/gebrek van het espresso-apparaat. Dit wordt door de consument gesteld en door de ondernemer gemotiveerd betwist. De commissie acht zich met het voorliggende deskundigenrapport onvoldoende voorgelicht en geïnformeerd en acht een second opinion door een deskundige noodzakelijk. Meer in het bijzonder wenst de commissie alsdan van de deskundige te vernemen of met (aan) zekerheid (grenzende waarschijnlijkheid) kan worden vastgesteld dat de geconstateerde condensvorming als oorzaak van het defect raken van de koffiemolen kan worden aangemerkt. Voor het uitbrengen van de second opinion benoemt de commissie als deskundige [naam van de deskundige 2].
Beslissing
De commissie bepaalt dat een nader onderzoek zal worden ingesteld door [naam van de deskundige 2] als deskundige, waarbij in het bijzonder de hiervoor geformuleerde vraagstelling aan de orde zal worden gesteld. De deskundige zal schriftelijk rapport aan de commissie uitbrengen. Het rapport zal in afschrift aan partijen worden gezonden. Partijen worden in de gelegenheid gesteld daarop binnen twee weken schriftelijk hun op- en/of aanmerkingen aan de commissie kenbaar te maken. Tenzij (één der) partijen uitdrukkelijk te kennen geven (geeft) een nadere mondelinge behandeling op prijs te stellen, zal de commissie vervolgens op basis van de stukken bindend adviseren. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Glas, Porselein & Aardewerk op 4 januari 2008.
De commissie heeft kennis genomen van de overgelegde stukken.
De commissie heeft een onderzoek laten doen door [naam van de deskundige 2], die daarvan schriftelijk rapport heeft uitgebracht.
Het geschil is ter zitting behandeld op 1 juli 2008 te Utrecht.
Deskundigenrapport
De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voorzover thans van belang, het volgende vastgesteld.
Er is mij gevraagd om een second opinion.
Er kan door mij met (aan) zekerheid (grenzende waarschijnlijkheid) niet worden vastgesteld dat de geconstateerde condensvorming de oorzaak is van het defect raken van de koffiemolen, integendeel, het lijkt mij zelfs onwaarschijnlijk.
Bij mijn onderzoek heb ik wel genoemde condensvorming geconstateerd, maar deze is zo gering dat het geen invloed kan hebben op het goed functioneren van de koffiemolen in de espressomachine.
Ik heb de originele reparatieverslagen opgevraagd bij de servicedienst van [typenaam]. Daaruit blijkt het volgende:
Eerste reparatie nummer: 61729, 28 maart 2006.
Klacht: machine maalt geen bonen meer en servicebeurt.
Reparatieomschrijving: servicebeurt uitgevoerd, ontkalken en/of reinigen.
Over herstel of vervanging van de koffiemolen is geen verslag gedaan.
Overigens een servicebeurt had pas na 10.000 handelingen uitgevoerd hoeven te worden, de tellerstand stond volgens het reparatieverslag van [typenaam] op 3.883.
De ondernemer geeft aan dat deze reparatie onder coulance en kosteloos is uitgevoerd.
Dit is echter onjuist, er is geen coulance toegepast, de ondernemer heeft € 135,98 in rekening gebracht.
Begin september 2006 werkte de koffiemolen in het koffiezetapparaat wederom niet. De consument was niet direct in de gelegenheid om het apparaat ter reparatie aan te bieden en ging tijdelijk over op gemalen koffie.
Tweede reparatie nummer: 66147, 27 oktober 2006.
Klacht koffiemolen pakt geen bonen. Reparatieomschrijving: maalschijven vervangen.
De ondernemer heeft € 153,09 in rekening gebracht.
Omdat de consument na het niet meer werken van de koffiemolen de koffiebonen in het reservoir had laten zitten, en koffiebonen hygroscopisch zijn, zijn deze gaan schimmelen.
In beide reparatieverslagen van de Technische Dienst van [typenaam] valt niet af te leiden dat vocht de oorzaak van de problematiek is geweest.
Waarom de koffiemolen twee keer dienst weigerde valt niet meer te achterhalen.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De commissie handhaaft hetgeen zij heeft overwogen in het tussenadvies van 4 januari 2008. De commissie onderschrijft het rapport van de deskundige en is van oordeel, anders dan de consument meende en werd bevestigd door de eerste deskundige, niet gezegd kan worden dat de oorzaak van het defect raken van de koffiemolen gelegen is in een constructiefout, waardoor condensvorming optreedt. Anderzijds is niet komen vast te staan dat vocht van buitenaf – hetgeen voor rekening en risico van de consument zal komen – de oorzaak van het defect raken is geweest. Onder de gegeven omstandigheden is de commissie van oordeel dat in ieder geval de tweede reparatie van € 153,09 door de ondernemer kosteloos had behoren te worden uitgevoerd, zodat de commissie zal bepalen dat de ondernemer dit bedrag aan de consument zal restitueren. Anderzijds bestaat geen aanleiding om de ondernemer te verplichten nogmaals het espresso-apparaat te repareren, temeer niet nu al geruime tijd geen problemen zijn opgetreden. Eén en ander leidt tot de volgende beslissing.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 153,09. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.
Partijen dienen elkaar over en weer in de gelegenheid te stellen aan hun verplichtingen uit dit bindend advies te voldoen.
Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 50,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 75,–.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Glas, Porselein & Aardewerk op 1 juli 2008.