Commissie: Elektro
Categorie: Reparatie
Jaartal: 2019
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
113603
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil heeft betrekking op de herstelkosten van een door de consument bij de ondernemer, op 11 augustus 2017, ter reparatie ingeleverde fotocamera.
De consument heeft zijn klacht op 14 augustus 2017 schriftelijk voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
Toen hij de camera ter reparatie inleverde bij de ondernemer heeft de medewerker van de ondernemer genoteerd: “objectief wil niet meer dicht en afsluitmechanisme front wil niet meer volledig dicht – daarnaast is er een kras (breuk?) rechts voor bovenop de lens (…)”.
Drie dagen later ontving de consument een prijsopgave voor reparatie, waaruit hij als standpunt van de ondernemer afleidde dat naar diens mening de schade niet onder de garantie viel omdat die door een val of ‘extern geweld’ defect zou zijn geraakt.
De consument is het daarmee niet eens. Eén van de in de prijsopgave gerelateerde schades is bij de inname van de camera door de consument en de medewerker van de ondernemer niet waargenomen. De consument heeft er ook niet voor getekend.
De door hen bij de inname wel waargenomen kras kan naar de mening van de consument niet door een val of stoot ontstaan zijn.
De consument wil dat bepaald wordt dat de ondernemer de camera onder de garantie dient te (laten) repareren.
De consument heeft er bezwaar tegen dat de deskundige in zijn rapport de gevolgtrekking maakt dat met het toestel niet zorgvuldig zou zijn omgesprongen.
De consument heeft ter zitting toegevoegd dat er nooit serieus is gereageerd op zijn suggestie ten aanzien van hoe de kras op de lens wel veroorzaakt zou kunnen zijn. De ondernemer bleef vasthouden aan hetzelfde verhaal, zonder inhoudelijk op de argumenten van de consument in te gaan.
Standpunt van de ondernemer
De ondernemer heeft geen standpunt aan de commissie laten weten. Uit de door de consument overgelegde stukken kan echter worden afgeleid dat de ondernemer de mening is toegedaan dat de schade aan de camera niet onder de garantie valt omdat deze door een externe oorzaak is ontstaan.
Deskundigenrapport
De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voor zover thans van belang, het volgende vastgesteld.
Het niet meer kunnen bewegen van het lenzenstelsel komt door een mechanisch defect in de camera. Onderzoek heeft uitgewezen dat de mechanische schade aan het lenzenstelsel is ontstaan door mechanische ontzetting. Dit kan alleen zijn ontstaan door invloed van buitenaf. Een kras op een lens ontstaat pas bij grote druk op die lens. De mechanica in het lenzenstelsel is daar niet tegen bestand.
Er is op enig moment niet voorzichtig omgesprongen met deze camera.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Een consument heeft recht op een product dat aan de daaraan redelijkerwijs te stellen verwachtingen voldoet. Een fotocamera zal bij normaal gebruik een aantal jaren zonder noemenswaardige problemen moeten functioneren.
Indien zich wel problemen voordoen, zoals het probleem dat de consument ondervond met het in- en uitzoomen van de lens, is van belang vast te stellen wat de oorzaak is van dit probleem. Indien het terug te voeren is op een fabricagefout of een andersoortige gebrekkigheid van het product, zal de ondernemer voor het herstel hiervan verantwoordelijk zijn. Indien het gaat om schade die na de aflevering door de ondernemer aan de consument van het product is opgetreden, zoals de onderhavige kras op de lens, dient de vraag beantwoord te worden of deze schade voortkomt uit normaal gebruik (in welk geval de verantwoordelijkheid bij de ondernemer zou kunnen liggen, immers: de camera moet geschikt zijn voor normaal gebruik) of dat deze een gevolg is van bijvoorbeeld stoten, een val of een onjuiste wijze van gebruik, alles buiten de invloedssfeer van de ondernemer (in welk geval de schade voor rekening van de consument zal moeten blijven).
Partijen verschillen van mening over de oorzaak van de schade.
De commissie heeft zich derhalve laten informeren door een deskundige. Deze is de mening toegedaan dat de schade haar oorzaak vindt in een van buitenaf komende oorzaak. Hoe exact deze is opgetreden valt niet te achterhalen, maar partijen zijn het erover eens dat de kras bij aflevering niet op de lens van de camera zat en op een later moment van inleveren ter reparatie wel. Hij moet er dan ook op gekomen zijn terwijl de consument het bezit en gebruik had van de camera. Dat de kras zou zijn ontstaan op de wijze als door de consument gesuggereerd (door het bewegen van de lens bij het in- en uitzoomen) past niet bij de conclusie van de deskundige dat een van buitenaf komende oorzaak hiervoor verantwoordelijk is en is hiermee dan ook verworpen.
Hiermee is niet gezegd dat de consument het toestel heeft laten vallen of ergens tegenaan heeft gestoten. De schade kan immers ook op andere manieren zijn ontstaan. De uitlating van de deskundige dat op enig moment onvoorzichtig is omgesprongen met de camera zegt niet meer of minder dan dat de schade niet onvermijdbaar was – er was een van buiten komende toedracht die deze heeft veroorzaakt.
De klacht is ongegrond. Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Elektro, bestaande uit
mr C.H. van Breevoort-de Bruin, voorzitter,
mr A.J.E. Weijenborg-Meiss en J. Duijns, leden, op 26 januari 2018.