Defecte laptop van consument moet na de garantieperiode alsnog kosteloos gerepareerd worden

  • Home >>
  • Elektro >>
De Geschillencommissie




Commissie: Elektro    Categorie: (non)conformiteit / Reparatie    Jaartal: 2019
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: gegrond   Referentiecode: 2598/7729

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

De consument heeft een Apple MacBook Air 13 gekocht, welke na twee jaar en zeven maanden kapot is gegaan. De ondernemer vindt dat de consument reparatiekosten moet betalen. De consument wil dit niet, omdat deze kosten hoger zijn dan de economische waarde en omdat de gebruiksduurverwachting nog niet is bereikt. Hij wil dat de laptop kosteloos vervangen wordt. De ondernemer geeft aan dat de laptop langer mee zal gaan door de reparatie en dat een bijdrage van de consument daarom ook redelijk is. De commissie oordeelt dat de consument een product heeft gekregen dat niet voldoet aan de te verwachten eisen. Daarom heeft de consument recht op kosteloos herstel of kosteloze vervanging van de laptop. De commissie verwijst hierbij naar een eerdere uitspraak van het Europese Hof van Justitie. De ondernemer moet de laptop kosteloos herstellen, maar kan er ook voor kiezen om kosteloos een nieuwe laptop te leveren.

Volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 28 oktober 2016 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een Apple MacBook Air 13 tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 975,–.

De levering vond plaats op of omstreeks 28 oktober 2016.

Het geschil betreft de verschuldigdheid van aan de consument in rekening gebrachte kosten voor herstel van een gebrek dat opgetreden is binnen drie jaar na aankoop.

De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Reeds twee jaar en zeven maanden na levering van het apparaat is dit defect. Na controle door de ondernemer bleek dat het moederbord vervangen moest worden. De kosten voor de consument zouden dan € 583,41 zijn.

Volgens de consument zijn de reparatiekosten niet redelijk, in het bijzonder omdat enerzijds de reparatiekosten hoger zijn dan de economische waarde en anderzijds de gebruiksduurverwachting van drie jaar nog niet bereikt is.

Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.

De consument is van mening dat de in rekening gebrachte kosten allesbehalve redelijk zijn. Afgerond € 600,– aan kosten is buiten proportie voor een zo jonge laptop. De consument heeft contact gehad met Apple. De fabrikant gaf aan dat bij rechtstreekse aanschaf via Apple de laptop bij een kapot moederbord zonder meer kosteloos vervangen zou zijn.

De consument verlangt kosteloos herstel of kosteloze vervanging van het product.

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De consument heeft de laptop ter reparatie aangeboden, toen de laptop dertig maanden in gebruik was. Na onderzoek bleek dat het moederbord vervangen dient te worden. De kosten daarvan bedragen € 583,41.

De consument is niet akkoord gegaan met deze kosten en heeft de laptop weer terug ontvangen.

Volgens door de brancheorganisatie van de ondernemer gehanteerde tabellen mag van een product zoals de door de consument gekochte laptop verwacht worden dat dit een gebruiksduur van drie jaar, zesendertig maanden, heeft. Voor het geval binnen deze termijn gebreken ontstaan heeft de branchevereniging een kostenverdeelsleutel ontwikkeld. Toepassing daarvan resulteert in een bijdrage van de consument van 30/36e deel van de reparatiekosten. De reparatiekosten zijn € 700,13, zodat de ondernemer van de consument een bijdrage mag verlangen van € 583,44.

Door herstel, vervanging van het moederbord, zal de laptop langer meegaan. Daarom is een bijdrage ook redelijk.

Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.

De fabrikant geeft op een laptop een garantie van één jaar. De ondernemer geeft echter twee jaar garantie. Gelet op dat verschil en met betrekking tot de verwachte levensduur van de Apple-apparaten is de ondernemer over de garantieperiode in overleg met de fabrikant.

De branchevereniging heeft een tabel opgesteld met de gemiddelde gebruiksduurverwachting van verschillende productgroepen en prijscategorieën. Voor de laptop van de consument geldt een gemiddelde gebruiksduurverwachting van zesendertig maanden.

De ondernemer erkent dat het apparaat van de consument niet voldoet aan de gebruiksduurverwachting die de consument mocht hebben. Een consument hoeft niet te verwachten dat van een laptop als die van de consument binnen drie jaar het moederbord kapot gaat.

In een door de branchevereniging van de ondernemer ontwikkelde gedragscode is een formule opgenomen, die aangeeft hoe door een ondernemer gehandeld dient te worden bij non-conformiteit. Deze formule is met name van belang bij non-conformiteit na verstrijken van de garantieperiode. De ondernemer heeft deze richtlijn gehanteerd. De uitkomst daarvan is dat, nu bij het kapot gaan van het moederbord reeds dertig van de zesendertig maanden verstreken waren, de consument een aanzienlijk deel van de herstelkosten van het apparaat voor rekening dient te nemen.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

Partijen zijn het er over eens dat de aan de consument geleverde laptop niet voldoet aan hetgeen de consument voor wat betreft de gebruiksduur mocht verwachten. Daarmee staat vast dat het apparaat niet beantwoordt aan de overeenkomst, het apparaat bezit niet de eigenschappen die de consument op grond van de overeenkomst mocht verwachten, die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn en waarvan zij de aanwezigheid niet behoefde te betwijfelen.

Uitgangspunt van de Europese consumentenrichtlijn is dat bij non-conformiteit door een ondernemer aan een consument geen kosten in rekening gebracht mogen worden voor het alsnog nakomen. (Zie hierover bijvoorbeeld Prof. Dr. M.B.M. Loos, Monografieën BW B65b, Consumentenkoop vierde druk 2019, pg 85 en 86). Dit uitgangspunt is door het Hof van Justitie EU bevestigd in het zogeheten Quelle-arrest (HvJ EU17 april 2008, nr. C-404/06, ECLI:EU:C:2008:231, NJ 2008/382), waarin het hof overweegt (overwegingen 33 en 34):

Zowel uit de tekst als uit de relevante voorstukken van de richtlijn blijkt dus dat voor de gemeenschapswetgever de kosteloosheid van het in overeenstemming brengen van het goed door de verkoper een wezenlijk element van de door deze richtlijn aan de consument verleende bescherming is.

Deze op de verkoper rustende verplichting om het goed kosteloos in overeenstemming te brengen, hetzij in de vorm van herstel hetzij in de vorm van vervanging van het niet-conforme goed, beoogt de consument te beschermen tegen het risico van financiële lasten, dat, zoals de advocaat-generaal in punt 49 van haar conclusie heeft opgemerkt, hem zonder die bescherming ervan zou kunnen weerhouden zijn rechten geldend te maken. Op grond van deze door de gemeenschapswetgever gewilde kosteloosheid moet worden uitgesloten dat de verkoper financiële aanspraken geldend maakt in het kader van de nakoming van zijn verplichting om het goed waarop de overeenkomst betrekking heeft, in overeenstemming te brengen.

En verder (overweging 41):

Ingeval de verkoper een niet-conform goed levert, voert hij de verbintenis die hij bij de verkoopovereenkomst is aangegaan, niet correct uit en moet hij dus opkomen voor de gevolgen van de slechte uitvoering van die verbintenis. Dat de consument, die de verkoopprijs heeft betaald en zijn contractuele verbintenis dus correct heeft uitgevoerd, een nieuw goed ontvangt ter vervanging van het niet-conforme goed, levert geen ongerechtvaardigde verrijking op. Hij ontvangt slechts met vertraging een goed dat in overeenstemming is met de bepalingen van de overeenkomst, een goed dat hij van meet af aan had moeten ontvangen.

De wettelijke bepalingen die betrekking hebben op non-conformiteit zijn voor consumentenkoopovereenkomsten van dwingend recht. Deze bepalingen moet worden uitgelegd en toegepast conform de EU-richtlijn. Daarom is de hiervoor vermelde uitleg in het Quelle-arrest bepalend voor de toepassing van de Nederlandse wettelijke regeling.
Dat betekent dat contractspartijen daar niet van kunnen afwijken en dat ook de gedragscode van de branchevereniging van de ondernemer de wettelijke regels niet opzij kan zetten.

De consument heeft een product geleverd gekregen dat niet voldoet aan de er aan te stellen eisen. Daarom heeft de consument recht op kosteloos herstel of kosteloze vervanging van het aan haar geleverde apparaat.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.

De consument heeft kosteloos herstel of kosteloze vervanging gevraagd. De ondernemer dient het apparaat kosteloos te herstellen, maar kan er ook voor kiezen om in plaats daarvan kosteloos een vervangend, nieuw apparaat te leveren.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De ondernemer voert de volgende werkzaamheden uit:

De ondernemer herstelt de laptop van de consument.

Het staat de ondernemer echter vrij om in plaats daarvan een nieuw apparaat te leveren, identiek aan het door de consument gekochte model.

Een en ander dient te geschieden binnen een termijn van vier weken na de verzenddatum van dit bindend advies.

De ondernemer brengt de consument ter zake geen kosten in rekening.

Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 87,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Elektro, bestaande uit mr. F.H.C.M van Schaijk, voorzitter, P.A. Frank, mr. P. Rijpstra, leden, op 25 september 2019.