Commissie: Makelaardij
Categorie: Opdracht
Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
MAK09-0129
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de op 22 augustus 2006 tussen partijen tot stand gekomen Opdracht tot dienstverlening betreffende de verkoop van de woning van de consument. De ondernemer heeft een intrekkingsnota d.d. 18 maart 2009 aan de consument toegezonden voor een totaalbedrag van € 1.374,45 betreffende de post “kosten” (€ 650,– exclusief BTW) en “advertentiekosten”. De consument heeft dit bedrag van € 650,– niet betaald en bij de commissie gedeponeerd. De consument heeft op 10 maart 2009 de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. De opdracht is nooit ingetrokken. De ondernemer beweert van wel, maar laat na daarvan bewijs te presenteren. Vragen van de consument worden niet door de ondernemer beantwoord. De consument heeft de ondernemer gesommeerd de woning weer op internet aan te bieden, maar dat weigert de ondernemer. Wel zegt de ondernemer dat zolang de rekening niet is betaald hij nog steeds als verkopende makelaar optreedt. De ondernemer voert echter geen werkzaamheden uit. De consument verlangt intrekking van de nota en excuses. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. Ten overstaan van de heer “(…)” en twee van zijn collega’s heeft de consument op 18 maart 2009 de opdracht mondeling ingetrokken. Hij nam direct de huissleutel mee en de door hem verstrekte documentatie. De ondernemer ziet geen reden voor de intrekking en begrijpt ook niet wat voor klachten daaraan ten grondslag kunnen liggen. Deze zijn in elk geval nooit duidelijk gemaakt. De nota is correct opgesteld. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Ter zitting is gebleken dat ten kantore van de ondernemer op 18 maart 2009 een stevige woordenwisseling heeft plaatsgevonden tussen twee vertegenwoordigers van de ondernemer en de consument. Onbetwist is dat de consument toen de sleutel van de woning en de door hem aan de ondernemer verstrekte documentatie heeft meegenomen. De commissie is van oordeel dat van een professioneel handelend makelaar gevergd mag worden dat hij een door hem als opzegging ervaren mondelinge mededeling van de consument, zeker als die gedaan wordt in het kader van een stevige woordenwisseling, niet direct als beëindiging van de overeenkomst opvat. Van de ondernemer had mogen worden verwacht dat hij de zaak even laat betijen en vervolgens de consument benadert met de vraag of al dan niet de overeenkomst moet worden voortgezet. Dit geldt temeer nu de beslissing tot intrekking voor de consument direct financiële consequenties heeft; hij is mogelijk kosten verschuldigd en de verkooppogingen van zijn huis worden gestaakt. Nu de ondernemer wel de nodige inspanningen heeft verricht en de consument gedurende de looptijd van de opdracht hierover nooit schriftelijk heeft geklaagd, acht de commissie de klacht slechts deels gegrond. De ondernemer heeft recht op de helft van de post “kosten”, als vermeld op de factuur. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ten dele gegrond is. Nu de klacht van de consument ten dele gegrond wordt verklaard ziet de commissie daarin aanleiding de ondernemer te veroordelen tot vergoeding van de helft van het klachtengeld derhalve een bedrag van € 37,50. Beslissing De klacht is deels gegrond. Met inachtneming van het vorenstaande wordt het depotbedrag als volgt verrekend. Een bedrag van € 325,– wordt aan de ondernemer overgemaakt, een bedrag van € 325,– wordt aan de consument geretourneerd. Overeenkomstig het reglement van de commissie wordt het klachtengeld over partijen verdeeld zodat de ondernemer aan de consument, die deze kosten heeft voldaan, een bedrag van € 37,50 dient te vergoeden. Aldus beslist door de Geschillencommissie Makelaardij, op 25 november 2009.