Er is tussen partijen een vervoersovereenkomst tot stand gekomen en deze is door de ondernemer niet nagekomen

  • Home >>
  • Taxivervoer >>
De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Taxivervoer    Categorie: Overeenkomst    Jaartal: 2009
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: TAX05-0001

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil
 
Het geschil heeft betrekking op Schiphol-vervoer.
 
Standpunt van de consument
 
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.

Door het niet komen voorrijden van de taxi om 06.00 uur ’s morgens 23 december 2004, hebben wij die dag ons vliegtuig gemist naar Egypte, vluchtnummer MP373.
Dit nadat ik op maandag 20 december 2004 deze vervoersovereenkomst met de ondernemer had gemaakt.
Na drie maal vergeefs telefoneren op de bewuste dag, 23 december tussen 06.00 en 06.30 uur – twee maal mobiel en één maal vaste telefoon – is men alsnog niet gekomen, ondanks de toezegging dat de taxi onderweg was naar mijn adres.
Door deze door de ondernemer ontstane situatie hebben wij het vliegtuig gemist op Schiphol.
Hierdoor is onze vakantie gedeeltelijk mislukt en financieel duurder geworden, door extra taxikosten en een nieuwe boeking per KLM naar Egypte.
Ook voor de gemiste vakantiedagen, twee stuks, wil ik het bedrijf aansprakelijk stellen.
 
De consument verlangt vergoeding van de extra kosten.
 
Standpunt van de ondernemer
 
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

Op of omstreeks 20 december 2004 heeft de vrouw van de consument ons gebeld voor een taxirit op 24 december 2004 naar Schiphol om 06.00 uur. Na het luisteren naar de vrouw van de consument zijn wij tijdens dit gesprek tot de conclusie gekomen dat er vier personen mee moesten en dat de vrouw van de consument een bus wilde hebben.
 
Wij hebben de vrouw van de consument medegedeeld dat wij niet in het bezit zijn van een busje en dat wij haar niet verder konden helpen en dat het onmogelijk was dat wij hen konden vervoeren.
 
Zij heeft op of omstreeks 23 december 2004 om 12.00 uur contact met ons opgenomen over het voorval, wij hebben haar ook toen ter kennis gegeven dat wij geen bus hadden, dus dat wij deze personen niet konden vervoeren.
 
Op 23 december 2004 omstreeks 12.00 uur hebben wij de vrouw van de consument gevraagd of wij iets voor haar konden beteken. Zij zei letterlijk “u zou ons kunnen helpen om op een vlucht te komen naar Egypte”.
 
Wij hebben toegezegd contact op te nemen met een derde, en dit hebben wij ook gedaan voor deze mensen, wij hebben een langdurig contact gehad met een derde.
 
Op 23 december 2004 omstreeks 16.15 uur werden wij teruggebeld door de derde dat de familie van de consument mee kon op 24 december 2004 met het vliegtuig naar Egypte, maar dat er € 475,– betaald moest worden per persoon.
 
Wij vinden het ongepast dat ons kwaad wordt aangedaan door de vrouw van de consument. Nadat Taxi Bedrijf G. deze mensen heeft vervoerd waarbij kwaadsprekerij over ons bedrijf geuit werd. Taxi Bedrijf G. heeft ons daarna over verwittigd. Wij zijn daarover gebeld door Taxi Bedrijf G. en zij vroegen dan ook of wij geld in overvloed hadden en als dat zo was, geld naar hen over te maken, tevens toen de vrouw van de consument een ander telefoonnummer van ons bedrijf belde, gooide zij de hoorn op de haak.
 
Dit is een zeer ongemanierde manier van zaken doen en ons bedrijf wil zich daar van distingeren.
 
Wij zijn ons van geen kwaad bewust op de vervelende ontstane situatie van de familie van de consument en wij begrijpen ook die stelling niet. Wij hebben diverse malen met de vrouw van de consument via de telefoon gesproken en zij zei dat zij haar zoon er bij wilde halen (wat daar ook de bedoeling van is?).
 
Wij zijn van mening dat de situatie die is ontstaan door de personen in kwestie. Wij betreuren de situatie zoals deze is ontstaan, hetgeen is dat wij geen mondelinge of schriftelijke overeenkomst met deze familie hebben of hebben gehad. Wij betreuren het dat er op het moment dat de familie van de consument in het vliegtuig stapte dat wij gebeld werden door de concurrent over ons bedrijf.
 
Wij hebben noch schuld, in welke vorm van aard dan ook, daarom hebben wij familie van de consument doorverwezen naar Stichting Geschillencommissies, ook de gegevens die zij heeft verkregen over ons bedrijf heeft zij verkregen van het Taxi Bedrijf G.
Zoal de initialen (zie onderzijde van dit blad).
 
Hetzij over het taxivervoer, wij zouden niet weten waarom wij deze kosten moeten betalen, er is en er was geen overeenkomst tussen ons en de consument.
 
Gezien het feit over de kwaadsprekerij hebben wij de consument op de zwarte lijst neer gezet in verband met kwaadsprekerijen en van bedreigingen met haar zoon.
 
Gezien de negativiteit die de familie van de consument over ons bedrijf zonder op waarheid berustend overweegt ons bedrijf een schadeclaim in te dienen bij bovengenoemde.
 
Wij zijn van mening dat de hierboven genoemde familie schade aanricht die door hen zelf is ontwikkeld en verricht.
 
Ik verzoek u daarom ook om haar verzoek niet aanhankelijk te verklaren.
 
Beoordeling van het geschil
 
De commissie heeft het volgende overwogen.
 
Anders dan de ondernemer bij verweerschrift aanvoert, acht de commissie op basis van het verhandelde ter zitting voldoende aannemelijk gemaakt dat tussen partijen wel degelijk is afgesproken dat een taxi op 24 december 2004 om 06.00 uur de consument naar Schiphol zou brengen. Ter zitting heeft de consument onweersproken aangevoerd dat hem is gezegd dat een busje zou worden ingehuurd, maar dat het busje, toen het er op aankwam, onderverhuurd was. Voorts neemt de commissie in aanmerking dat de ondernemer niet heeft weersproken dat kort na 06.00 uur telefoongesprekken zijn gevoerd tussen de consument en de ondernemer, waarin de komst van een taxi werd aangekondigd. Onder de gegeven omstandigheden moet de commissie ervan uitgaan dat tussen partijen een vervoersovereenkomst tot stand is gekomen en dat deze door de ondernemer niet is nagekomen. De ondernemer is derhalve gehouden de schade te vergoeden. De consument heeft de schade begroot op een bedrag van € 3.122,87, welk bedrag door de ondernemer cijfermatig niet is betwist. Dit bedrag dient derhalve te worden toegewezen.
 
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.
 
Derhalve wordt als volgt beslist.
 
Beslissing
 
De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 3.122,87. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Openbaar Vervoer, op 9 juni 2005.