Commissie: Elektro
Categorie: (non)conformiteit / Ontbinding overeenkomst
Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: gegrond
Referentiecode:
285099/419409
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Deze uitspraak betreft een koopovereenkomst van een stofzuiger. De consument had een stofzuiger aangekocht met, wat later bleek, te weinig zuigkracht. Dit werd in de winkel door een medewerker van de ondernemer onderkend, en geadviseerd om te ruilen voor een ander model. Echter, werd de ruil bij de servicebalie niet geaccepteerd omdat de stofzuiger een hygiëneproduct is. Deze voorwaarde was de consument niet bekend. Voor zover de consument wist heeft zij voldaan aan het retourbeleid zoals was neergelegd in de algemene voorwaarden van de medewerker. Hierover heeft de ondernemer elk contactverzoek van de consument genegeerd. Er wordt door de consument dan ook ontbinding, met restitutie van het aankoopbedrag gevorderd. De ondernemer heeft in deze zaak geen verweer gevoerd.
Wat is de beslissing?
Nu de ondernemer op geen enkele manier heeft gereageerd op de zaak, ofwel verweer ter zitting heeft gevoerd, moet de commissie uitgaan van de juistheid van de uitlatingen van de consument. Dit betekent dat er een tekortkoming is in de nakoming van de koopovereenkomst, wat recht geeft op ontbinding van deze overeenkomst. Uit deze ontbinding volgt dat de overeenkomst tussen consument en ondernemer ongedaan moet worden gemaakt. Dit betekent dat de stofzuiger terug moet worden gegeven aan de ondernemer, maar dat het aankoopbedrag ook aan de consument moet worden betaald. De commissie oordeelt de klacht gegrond.
De volledige uitspraak
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Elektro (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 30 september 2024 te Den Haag.
Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.
De consument heeft ter zitting (via ZOOM) het standpunt toegelicht. Door de ondernemer is geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid ter zitting het standpunt toe te lichten.
Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Het geschil betreft (non-)conformiteit van een stofzuiger.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Op 6 februari 2024 heeft de consument in de winkel van de ondernemer in [plaatsnaam] een stofzuiger van het merk AEG VX82 voor € 259,- gekocht. Deze stofzuiger bleek na een korte test thuis te weinig zuigkracht te hebben. De consument is teruggegaan naar de winkel. Een medewerker in de winkel erkende de zwakke zuigkracht en adviseerde de stofzuiger te ruilen voor een ander type/merk. De consument wilde dat graag. Bij de servicebalie van de winkel werd het ruilen niet geaccepteerd omdat een stofzuiger een hygiëneproduct is. Deze voorwaarde was de consument niet bekend en was door de ondernemer nergens aangegeven.
In de Algemene Voorwaarden van de ondernemer staat vermeld dat een product binnen 30 dagen na ontvangst, compleet, in nieuwstaat en, indien redelijkerwijs mogelijk, in de originele verpakking mag worden geretourneerd. De consument voldoet aan deze voorwaarden en heeft een schone, ongebruikte stofzuiger teruggebracht. De consument is het er daarom niet mee eens dat de stofzuiger niet geruild mag worden.
Op meerdere berichten hierover van de consument heeft de ondernemer niet gereageerd. De consument wil daarom ontbinding van de koopovereenkomst, met teruggave van het aankoopbedrag.
Standpunt van de ondernemer
De ondernemer heeft bij de commissie geen verweer gevoerd, zodat zijn standpunt niet bekend is.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De ondernemer heeft de hiervoor weergegeven stellingen en de inhoud van de door de consument overgelegde stukken niet weersproken nu hij, ondanks hiertoe behoorlijk in de gelegenheid te zijn gesteld, geen verweer bij de commissie heeft gevoerd. Ook heeft de ondernemer niet gereageerd op de ter zitting gegeven nadere toelichting door de consument nu de ondernemer niet ter zitting is verschenen. Evenmin is in de door de consument overgelegde stukken een voldoende beargumenteerde reactie van de ondernemer hierop aangetroffen.
Gelet hierop gaat de commissie uit van de juistheid van voornoemde stellingen van de consument en dus dat de ondernemer de consument ten onrechte de stofzuiger niet heeft laten omruilen. Dit levert een tekortkoming in de uitvoering van de overeenkomst op die de consument het recht geeft ontbinding te verzoeken, zoals voorzien in voormeld artikel 22, lid 1 BW. De commissie ziet in de omstandigheden van dit geval aanleiding om de ontbinding van de koopovereenkomst uit te spreken. Daarbij wordt mede betrokken dat de ondernemer de consument geen omruilen/vervanging heeft geboden.
Als gevolg van de uit te spreken ontbinding treedt een ongedaanmakingsverplichting in voor beide partijen. De consument dient de stofzuiger terug te leveren aan de ondernemer. De ondernemer dient de consument een bedrag van € 259,- terug te betalen. Partijen dienen elkaar over en weer in de gelegenheid te stellen aan hun verplichtingen uit dit bindend advies te voldoen.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie bepaalt dat de koopovereenkomst tussen partijen betreffende de stofzuiger ontbonden wordt;
De consument levert de stofzuiger terug aan de ondernemer. De ondernemer dient een bedrag van
€ 259,- aan de consument terug te betalen. Partijen dienen elkaar over en weer in de gelegenheid te stellen aan hun verplichtingen uit dit bindend advies te voldoen. Een en ander dient te geschieden binnen een termijn van vier weken na de verzenddatum van dit bindend advies.
Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 62,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Elektro, bestaande uit mevrouw mr. I.K. Rapmund, voorzitter, de heer drs. H.H.F.M. van den Oever, de heer mr. P. Rijpstra, leden, op 30 september 2024.