Factuur met betrekking tot mediakosten juist gespecifieerd door makelaar

De Geschillencommissie




Commissie: Makelaardij    Categorie: Opdracht tot dienstverlening    Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 249045/398590

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De uitspraak betreft een overeenkomst tussen een consument en een makelaar over de verschuldigdheid van mediakosten. Consument en makelaar hebben na overleg besloten de verkoopopdracht voor de woning in te trekken. De partijen hebben de overeenkomst gesloten op basis van no-cure no-pay voorwaarden, met uitzondering van de mediakosten. De consument stelt dat zij al mediakosten heeft betaald voor de media gedurende het traject. Toch ontvangt zij later alsnog een factuur en is het niet eens met de specificatie daarvan. De makelaar is van mening dat partijen niet gezamenlijk hebben besloten de opdracht in te trekken. Pas na navraag gaf de consument aan de woning volledig in te trekken. De makelaar heeft vervolgens een rekening opgemaakt conform artikel 4 van de Opdracht tot dienstverlening. Er zijn geen intrekkingskosten in rekening gebracht.

De commissie beslist als volgt: De makelaar heeft voldoende duidelijk gemaakt dat de kosten correct zijn gespecificeerd en daadwerkelijk zijn gemaakt en betaald aan de leveranciers. Er is geen sprake van dubbeltelling. De consument heeft gaandeweg het traject nog om extra promotie gevraagd. Deze extra kosten vallen niet onder de al betaalde mediakosten. De klacht is ongegrond.

De volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil

Het geschil ziet op de verschuldigdheid van mediakosten, na intrekking van een tussen partijen tot stand gekomen opdracht tot dienstverlening bij de verkoop van een woning. De consument heeft die mediakosten groot € 1.221,10 onder protest voldaan.

Standpunt van de consument

Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Wij hebben op 11 april 2022 met de makelaar een overeenkomst tot verkoop afgesloten met de makelaar voor de verkoop van ons huis. Na overleg, hebben beide partijen besloten de opdracht in te trekken. Wij hebben de overeenkomst getroffen tegen no-cure no-pay voorwaarden muv media kosten. Wij hadden al media kosten betaald voor media gedurende het traject, maar hebben medio november gevraagd of er nog eventuele kosten voor media zouden zijn. Op 2 december 2023 kregen wij hiervoor alsnog een factuur van € 1.222,10, wij hebben gelijk navraag gedaan en hebben gecorrespondeerd met Kolpa Lafeber, omdat wij het niet eens waren met hun specificatie die zij hadden opgesteld. De argumentatie vonden wij ook niet passend. Wij hebben de factuur onder protest betaald. Wij willen dat de commissie vaststelt dat de makelaar deze niet overeengekomen kosten aan ons terugbetaald.

Standpunt van de makelaar

Voor het standpunt van de makelaar verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Wij bestrijden dat partijen gezamenlijk zouden hebben besloten de opdracht in te trekken. Pas uitdrukkelijk desgevraagd gaf de consument te kennen de woning volledig in te trekken. Vervolgens hebben wij de rekening opgemaakt en de nog openstaande mediakosten conform artikel 4 van de Opdracht tot dienstverlening in rekening gebracht. No cure-no-pay betekent dat wij geen intrekkingskosten in rekening brengen, hetgeen wij ook niet hebben gedaan.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

Ter zitting heeft de makelaar de zich bij de stukkende bevindende specificatie van de kosten toegelicht en genoegzaam duidelijk gemaakt dat deze kosten correct zijn gespecifieerd en ook werkelijk gemaakt en betaald zijn aan de leveranciers. Van de door de consument gestelde dubbeltelling is geen sprake, nu de consument gaandeweg het verkooptraject nog om extra promotie op Funda “toppositie” en de externe advertentie on Luxevastgoed.com heeft verzocht. Dat zijn extra kosten en vallen niet onder de door de consument reeds betaalde € 265,–. Dat betekent dat de klacht niet gegrond is zodat als volgt wordt beslist.

Beslissing

Het door de consument verlangde wordt afgewezen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Makelaardij, bestaande uit de heer mr. D. van den Brink, voorzitter, de heer J.B. Boerman, mevrouw mr. D.E. Valle Robles-Roomer, leden, op 17 juli 2024.