Financiële vergoeding in plaats van herstelwerkzaamheden

De Geschillencommissie




Commissie: Wonen    Categorie: Herstel    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: WON-D03-0446

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 22 maart 2002 tussen partijen totstandgekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren en plaatsen van een keuken tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 15.479,– plus € 1.538,– aan bijkomende kosten. De levering vond plaats op of omstreeks 14 juni 2002. De werkzaamheden zijn verricht op of omstreeks 17 juni 2002. De consument heeft een bedrag van € 1.673,53 niet betaald en bij de commissie gedeponeerd.   De consument heeft op 18 juni 2002 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   De consument heeft de navolgende klacht aangegeven:   – Geen beukenfront geleverd maar Ahorn Bernstein. – Witte puntjes op fronten. – Krassen en vlekken op zijkanten kasten. – Bovenkasten zijn iets over kantelaaf/raamkozijn heen geplaatst. – Onderdek 45 centimeter van rechter bovenkast is beschadigd. – Onderdek 200 centimeter links bij bovenkasten zitten vlekken op. – Hoekpasstuk bovenkast is beschadigd. Een lelijker resultaat als de kasten van de muur moeten. De spachtelputz kan niet onzichtbaar worden hersteld. – Rugwand achter spoelbak is niet geplaatst en er zijn opbouw- in plaats van inbouwspotjes geplaatst.   De consument verlangt herstelwerkzaamheden ofwel een schadevergoeding.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   De ondernemer heeft (kort samengevat) aangegeven, dat hij bereid is om het merendeel van de klachten op te lossen. Voorts is de ondernemer van oordeel, dat niet alle klachten door zijn toedoen zijn ontstaan.   Deskundigenrapport   De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voorzover thans van belang, het volgende vastgesteld.   De deskundige heeft aangegeven, dat hier sprake is van een klacht van opvallende omvang en voorts dat de keuken op zichzelf goed is geplaatst. Een aantal zaken is thans nog niet in orde, maar het merendeel daarvan kan worden opgelost als men elkaar opnieuw het vertrouwen geeft en de gelegenheid.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   Vooreerst wil de commissie het navolgende opmerken. De ondernemer heeft op 25 juni 2003 aan de deskundige mondeling medegedeeld in juli en augustus niet ter zitting aanwezig te kunnen zijn wegens vakantie. Vervolgens heeft de ondernemer nadat de zittingsdatum was vastgesteld en partijen waren uitgenodigd zich eerst telefonisch en vervolgens bij schrijven van 22 juli 2003 tot het secretariaat van de commissie gewend met het verzoek om uitstel. Aan dit verzoek zal de commissie geen vervolg geven, nu het secretariaat van de commissie de ondernemer gewezen heeft op de mogelijkheid om verhinderdata door te geven. Daarvan heeft de ondernemer geen gebruik gemaakt. Het feit, dat de ondernemer zich met het verzoek tot uitstel tot de deskundige heeft gewend kan hieraan niet afdoen, nu het de ondernemer bekend moet zijn althans behoort te zijn, dat niet de deskundige, maar het secretariaat van de commissie de zittingsdatum vaststelt en eventueel daarin veranderingen aanbrengt. Bovendien heeft de ondernemer de mogelijkheid om zich op de zitting te laten vertegenwoordigen.   Met betrekking tot de inhoud van de klacht heeft de commissie nog het volgende overwogen.   De commissie is met de deskundige van oordeel, dat hier sprake is van een klacht van opvallende omvang, waarvoor de ondernemer aansprakelijk moet worden gesteld. Deze heeft immers niet gepresteerd, zoals hij op grond van de gesloten overeenkomst moest presteren en zoals de consument in redelijkheid mocht verwachten. Hoewel de deskundige heeft aangegeven, dat voor het merendeel der klachten herstel mogelijk is, zal de commissie niet voor deze mogelijkheid opteren, nu de commissie is gebleken, dat het vertrouwen van de consument in de ondernemer geheel is verdwenen. Gelet op de door partijen overgelegde schriftelijke stukken en het verhandelde ter zitting, waar de consument de gehele gang van zaken heeft vermeld, kan de commissie voor dit standpunt begrip opbrengen. Immers, waar een goede verstandhouding tussen partijen een onmisbare basis is om de gegeven adviezen van de deskundige uit te voeren en zo’n overleg niet danwel niet goed mogelijk is, leidt een oplossing tot het uitvoeren van herstel niet tot het gewenste resultaat.   De commissie zal dan ook de oplossing van het geschil zoeken in de vorm van een financiële vergoeding wegens aspectverlies van de keuken, door de ondernemer te betalen aan de consument.   Naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid de omvang van de klacht daaronder begrepen, stelt de commissie het door de ondernemer aan de consument te betalen bedrag vast op € 5.000,‑‑. Hetgeen van de zijde van partijen in dit verband is aangevoerd kan het gegeven oordeel van de commissie niet anders doen luiden.   Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 5.000,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.   Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 115,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.   Met in achtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag als volgt verrekend. Het depotbedrag ad € 1.673,53 wordt aan de consument gerestitueerd.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Wonen, op 8 augustus 2003.