Fysieke en mentale behandeling van cliënte door zorgaanbieder

De Geschillencommissie




Commissie: Gehandicaptenzorg    Categorie: (On) zorgvuldigheid    Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 174187/183121

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Cliënte heeft een aantal jaren in de zorginstelling van zorgaanbieder verbleven. Nadat klager klachten had over haar fysieke en mentale welzijn, zijn er vierenhalf jaar geleden afspraken gemaakt met de zorgaanbieder. Klager stelt dat zorgaanbieder zich niet aan deze afspraken heeft gehouden met als gevolg dat hij cliënte heeft later overplaatsen naar een andere instelling. De klager heeft een viertal aan klachten en vordert € 25.000 aan schadevergoeding. De zorgaanbieder gaat op het viertal klachten in en stelt dat er geen enkele grond aanwezig is tot het toekennen van een schadevergoeding van welk bedrag dan ook. De commissie overweegt dat voor klachten met betrekking tot onvrijwillige zorg een aparte klachtenprocedure in het leven is geroepen. De commissie is niet bevoegd om over deze klacht te oordelen. Daarnaast is de commissie van oordeel dat de zorgaanbieder voor wat betreft de overige klachten niet tekortgeschoten is in de zorgverlening aan cliënte. De commissie verklaart de overige klachten ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af.

De uitspraak

in het geschil tussen

[Naam], wonende te [woonplaats], (hierna te noemen klager), wettelijk vertegenwoordiger van [naam], (hierna te noemen: cliënte)

en

De Seizoenen B.V., gevestigd te Sint Anthonis
(hierna te noemen: de zorgaanbieder).

Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Gehandicaptenzorg (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

De behandeling heeft plaatsgevonden op 4 november 2022 te Utrecht.

Partijen hebben ter zitting hun standpunt toegelicht.

Namens de zorgaanbieder zijn ter zitting verschenen [naam], locatiemanager, [naam], gedragswetenschapper, en [naam], bestuurssecretaris.

Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de fysieke en mentale behandeling van cliënte.

Standpunt van klager.
Voor het standpunt van klager verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Cliënte heeft een aantal jaren in de zorginstelling van de zorgaanbieder verbleven. Nadat klager klachten had over haar fysieke en mentale welzijn, zijn er vierenhalf jaar geleden afspraken met de zorgaanbieder gemaakt.

Klager stelt dat de zorgaanbieder zich niet aan deze afspraken heeft gehouden. Dit heeft er uiteindelijk toe geleid dat hij cliënte heeft laten overplaatsen naar een andere instelling.

Klagers voornaamste klachten betreffen de volgende:

– de zorgaanbieder heeft cliënte geen dan wel onvoldoende structuur geboden. Ze werd overgeplaatst naar een andere dagbesteding;
– de zorgaanbieder heeft haar vaak overdag alleen gelaten, persoonlijke aandacht schoot tekort en cliënte kreeg nadat het fietsprogramma was afgeschaft geen dan wel weinig beweging;
– cliënte werd ’s nachts opgesloten waardoor zij trauma’s heeft opgelopen;
– de zorgaanbieder is tekortgeschoten in de verzorging van haar vinger- en teennagels en medicatieverstrekking.

Klager vordert een schadevergoeding van € 25.000,– van de zorgaanbieder en heeft die als volgt onderbouwd. Het verblijf van vierenhalf jaar bij de zorgaanbieder heeft een spoor van vernieling aangericht aan cliënte. Zij heeft haar spontaniteit en sociale ietwat ondeugende persoonlijkheid verloren.
Omdat de instelling geen nachtzorg aan cliënte kan bieden, dient nachtzorg te worden ingekocht. Omdat de zorgzwaarte is verhoogd moet daarnaast ook de dagbesteding buiten het budget om betaald worden. Verder heeft klager uitgaven moeten doen voor de behandeling van een pedicure van de schimmelinfecties aan haar nagels en de uitjes op zondagen om cliënte de broodnodige ontspanning te geven. Tenslotte kost de extra zorg om de schimmel te bestrijden ook veel tijd en geld.

Standpunt van de zorgaanbieder
Voor het standpunt van de zorgaanbieder verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Klacht: schimmelnagels.
Schimmelnagels is een veel voorkomende en moeizaam te behandelen klacht bij bewoners met het syndroom van Down. De behandeling is in overleg met de arts lege artis ingezet, waarbij ook verzoeken van klager werden gehoord en – indien niet schadelijk – toegepast. Over deze behandeling zijn hele heldere afspraken gemaakt, concreet en toetsbaar, mede naar aanleiding van de inzet van de privé-pedicure. Antibiotica wordt vaak niet voorgeschreven voor deze doelgroep omdat deze behandeling veelal geen soelaas biedt en bijwerkingen heeft (langdurige vrij zware kuur, bij een kwetsbaar iemand). De op verzoek van klager geraadpleegde dermatoloog heeft ook in september 2020 geadviseerd “geen antibiotica te gebruiken omdat de kans op terugkeer (recidief) groot was”. Omdat klager zich niet kon neerleggen bij dit beleid is ook een tweede second opinion gevraagd waarbij wederom de handelwijze van zorgaanbieder ‘als gangbaar beleid’ werd bekrachtigd: geen antibiotica omdat dit op de lange duur veelal niet effectief is bij kalknagels bij deze doelgroep, en de kans op nadelige gevolgen voor de gezondheid vrij groot is.

Klacht: cliënte heeft geen structuur en is aan haar lot overgelaten.
De zorgaanbieder betwist dit ten stelligste. De antroposofische benadering biedt juist veel structuur aan het dagelijks leven van de bewoners. Structuur was voor cliënte zeer noodzakelijk omdat ze – als ze zich onveilig voelt – aandacht gaat opeisen, gaat claimen, en verbale en lichamelijke onrust laat zien. De begeleiding van cliënte was gericht op het creëren van overzicht, rust en veiligheid, door het bieden van individuele nabijheid gedurende de dag, het aanbrengen van structuur en de voorspelbaarheid van scenario’s, door liefdevol begrenzen, in een warme en overzichtelijke omgeving.
Elke dag werd erop toegezien dat cliënte fietste en, als het weer het niet toeliet, werd er gefietst op de hometrainer. Na de avondmaaltijd vond een wandeling plaats: weer of geen weer. Cliënte kreeg dus behoorlijke lichaamsbeweging.
Klager bleef consequent aangeven dat hij niet geloofde dat er daadwerkelijk gefietst werd. De impact van voortdurend ongeloof door de klager op medewerkers is groot geweest.

Klacht: nachtelijke opsluiting
Cliënte is in de instelling gekomen met een te lage zorgindicatie. De zorgzwaarte is bij aanvang onderschat en dat leidde ertoe dat cliënte overvraagd werd in de eerste periode, waardoor haar gemoedstoestand verslechterde. Door de inzet van adviseurs zijn interventies ingezet op het voorkomen van overprikkeling van cliënte. Toen deze interventies in de loop der tijd te weinig effect sorteerden is het Centrum voor Consultatie en Expertise (CCE, augustus 2021) ingezet. Omdat cliënte met name in de nacht zorgde voor veel onrust kreeg zij Mirtazepine toegediend en werd een maatregel op grond van de Wet Zorg en dwang ‘insluiten in de nacht’ toegepast. Na een overgangsperiode van een maand heeft deze maatregel in combinatie met de medicatie een positief resultaat gehad.
De klacht over het opsluiten van cliënte (= slapen met de deur op slot) kent een eigen klachtenprocedure, inzake onvrijwillige zorg. Klachten kunnen worden ingediend bij de Klachtencommissie onvrijwillige zorg (KCOZ) die een bindende uitspraak doet. Klager en zorgaanbieder kunnen ook hun klachten voorleggen aan de Rechtbank, niet aan de Geschillencommissie.

Klacht: afspraken niet nagekomen.
Na het schikkingsvoorstel d.d. juni 2021 is de voortgang op de afspraken in het maandelijks multidisciplinair overleg gevolgd waaraan klager, de persoonlijk begeleider, de gedragskundige, de clustermanager en/of coördinerend begeleider en, het laatste half jaar, ook de arts VG deelnamen. Afspraken zijn gemaakt maar klager bleef ondanks de goede voortgang altijd wantrouwig.

De zorgaanbieder acht geen enkele grond aanwezig tot het toekennen van een schadevergoeding van welk bedrag dan ook. Alles wat door klager is bestempeld als ‘schade’ is niet onderbouwd en kan niet op de zorgaanbieder afgewenteld worden.

Beoordeling van het geschil
De commissie overweegt het volgende.

De commissie dient eerst te oordelen of zij bevoegd is om over de klacht met betrekking tot de nachtzorg aan cliënte te oordelen. Ter zitting is komen vast te staan dat de klacht zich met name richt op het feit dat cliënte ’s nachts in haar kamer werd opgesloten met toepassing van de WZD-maatregel ‘insluiten in de nacht’. De commissie overweegt dat voor klachten met betrekking tot onvrijwillige zorg een aparte klachtenprocedure in het leven is geroepen. De commissie is niet bevoegd om over deze klacht te oordelen.

Op grond van de zorgovereenkomst moet de zorgaanbieder bij zijn werkzaamheden de zorg van een goed hulpverlener in acht nemen en daarbij handelen in overeenstemming met de op hem rustende verantwoordelijkheid, voortvloeiende uit de voor hulpverleners geldende professionele standaard (artikel 7:453 van het Burgerlijk Wetboek). Deze zorgplicht houdt in dat de zorgaanbieder die zorg moet betrachten die een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot/hulpverlener in dezelfde omstandigheden zou hebben betracht.

De commissie dient te oordelen of de zorgaanbieder tekort is geschoten in het nakomen van de zorgovereenkomst met cliënt.

De commissie is van oordeel dat de overige klachten niet gegrond zijn.

1. Schimmelnagels:
Uit de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting heeft de commissie vastgesteld dat de zorgaanbieder mede naar aanleiding van de opmerkingen van klager twee keer een second opinion heeft gevraagd over de wijze van behandeling aan een dermatoloog. De arts heeft geoordeeld dat de door hem voorgestane behandeling de juiste was. Dat de behandeling niet lege artis is uitgevoerd is niet gebleken. Het enkele feit dat deze klachten niet verminderen betekent niet dat de zorgaanbieder tekort is geschoten in zijn zorgplicht.

2. Structuur:
Naar het oordeel van de commissie heeft klager niet dan wel onvoldoende onderbouwd dat er sprake is geweest van onvoldoende zorg aan cliënte. Vast is komen te staan dat cliënte met een onjuiste zorgindicatie in de instelling is opgenomen. De zorgaanbieder heeft vervolgens met inschakeling van en in samenspraak met deskundigen op vele wijzen getracht structuur te geven aan het welbevinden van cliënte, gericht op haar woonsituatie, dagbesteding en lichamelijke beweging. Niet kan worden gesteld dat de zorgaanbieder is tekortgeschoten in het aanbieden van structuur aan cliënte.

3. Niet nakomen afspraken.
Vast is komen te staan dat er met klager afspraken over de zorg van cliënte zijn gemaakt, waarvan de voortgang maandelijks in het MDO met klager zijn besproken. Dat de zorgaanbieder zijn afspraken niet is nagekomen is door klager weliswaar gesteld maar niet dan wel onvoldoende onderbouwd.

Schadevordering.
Klager heeft een schadevergoeding gevorderd van € 25000,–.

Vooropgesteld wordt dat voor de aansprakelijkheid van de zorgaanbieder vereist is dat voldoende aannemelijk wordt dat de zorgaanbieder tekort is geschoten in het nakomen van de behandelingsovereenkomst en dat daardoor schade is ontstaan. De aanwezigheid van een fout of nalaten is een vereiste voor aansprakelijkheid van de zorgaanbieder. De tekortkoming moet aan de zorgaanbieder kunnen worden verweten en de cliënt moet door deze tekortkoming schade zijn toegebracht (causaal verband).

Zoals reeds is overwogen is de commissie niet bevoegd om te oordelen over de klacht die betrekking heeft op de nachtzorg. Voor zover de gevorderde schade ziet op het onrechtmatig handelen van de zorgaanbieder met betrekking tot deze nachtzorg komt de commissie dan ook niet toe aan de beoordeling van deze vordering.

De commissie is van oordeel dat de zorgaanbieder voor wat betreft de overige klachten niet tekortgeschoten is in de zorgverlening aan cliënte. Om die reden wijst zij de vordering van de klager af.
Ten overvloede merkt de commissie op dat klager op eigen initiatief een pedicure in de arm heeft genomen. De kosten van deze pedicure komen dan ook voor zijn rekening.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie:
– verklaart zich onbevoegd te oordelen over de klacht betreffende de nachtzorg;
– verklaart de overige klachten ongegrond;
– wijst het verzoek om schadevergoeding af.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Gehandicaptenzorg, bestaande uit mevrouw mr. A.D.R.M. Boumans, voorzitter, de heer ir. N. Bomer, mevrouw mr. O.A.M. Floris, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. W. Hartong van Ark, secretaris, op 4 november 2022.