Gebreken aan bank en schade moeten worden verholpen

De Geschillencommissie




Commissie: Wonen    Categorie: (non)conformiteit    Jaartal: 2021
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: gegrond   Referentiecode: 26261/30124

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

De klacht gaat over een gebrekkige bank. De consument verlangt ontbinding van de overeenkomst, vergoeding voor schade aan het huis die tijdens de levering van de bank is veroorzaakt en schadevergoeding voor een verlofdag. De ondernemer legt uit wat er al is gedaan om het probleem te verhelpen. De ondernemer is bereid om de problemen alsnog op te lossen. De commissie oordeelt dat de ondernemer de problemen moet verhelpen. Er wordt geen schadevergoeding toegewezen. De klacht is gegrond.

De uitspraak

Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Het geschil betreft de kwaliteit van de bank en ontstane schade tijdens het bezorgen van de bank.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Na levering door de ondernemer van een bank bleek dat het onderstel ondeugdelijk is; de bank staat niet waterpas, moet ondersteund worden door onderzetters en de poten zitten losjes aan de bank.
Bij de bezorging van de bank is de eikenhouten vloer en het kozijn van het raam en de shutter beschadigd.
De consument wenst ontbinding van de koop, vergoeding voor de schade aan het raamkozijn en het shutter kozijn, alsmede aan de vloer. Voorts wenst zij een schadevergoeding de door haar aan de zaak bestede tijd waaronder het moeten opnemen van een dag verlof.

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Naar aanleiding van de klachten over de aangekochte bank en de bezorging heeft de ondernemer een en ander bekeken bij de consument thuis. Tijdens dit bezoek is een poot vervangen. De (overige) pootjes waren niet goed vast te draaien waarop contact is opgenomen met de fabrikant. Deze heeft het probleem niet kunnen verhelpen en heeft met de consument afgesproken dat zij aan de hand van foto’s nieuwe pootjes zou kiezen waarna de fabrikant de poten zou komen verwisselen. De consument heeft echter niet gereageerd.

De bank is met behulp van een verhuislift via het raam bij de consument naar binnen gebracht. Daarbij zou schade zijn veroorzaakt. Tijdens het bezoek aan de consument is de schade bekeken. De putjes in de vloer zijn opgevuld. Een verdikking op de vloer is niet hersteld omdat dit niet kan zijn ontstaan tijdens de bezorging van de bank. Waarschijnlijk is dit ontstaan door het opschuren van de vloer. De beschadiging van het kozijn en de shutter is doorgegeven aan de expediteur. Deze heeft meerdere malen tevergeefs hierover een afspraak met de consument willen maken. Voorts heeft de expediteur de consument tevergeefs wat betreft de schade verzocht een offerte op te laten maken en die naar de expediteur te sturen.
De ondernemer betreurt het dat de consument telkens achteraf met commentaar komt en niet ter plekke reageert naar de betreffende personen toe als deze ter oplossing van de klachten bij de consument zijn.
De ondernemer is bereid het probleem op te lossen door andere pootjes te (laten) bevestigen aan de bank en de eventueel beschadigde onderkant van de bank te herstellen door andere boorgaten en een nieuw satinet onder het doek.

Het onderzoek van de deskundige
Naar aanleiding van het onderzoek op 23 oktober 2020 komt de deskundige tot de volgende bevindingen en technische oplossing;
‘ Tijdens het bezorgen is de bank via een buitenladderlift door het raam naar binnen gehesen. Om de bank naar binnen te krijgen moesten er poten van de bank gedemonteerd worden om de draai naar binnen te verkrijgen. Binnen werden de poten weer op de bank gedemonteerd. Na het demonteren van de poten werd de bank op de plek gezet waardoor de eikenvloer door de scherpe onderkanten van de poten beschadigde met putjes in de houten vloer. Het (onderstel) van de bank bestaat uit 4 losse metalen poten en een midden poot. De poot links achter zit los en niet helemaal vast geschroefd. De vloer is gemeten met een waterpas, geconstateerd is dat de vloer niet waterpas was Dat is de reden dat er viltjes onder poten waren geplaats om de bank stabiel te laten rusten op de vloer.
De beschadigingen van het raamkozijn komen niet door de bank maar is te wijten aan de vergrendeling van de raamsluiting op de 3 punten waar deze het houtwerk kunnen raken indien de grendel te vroeg naar beneden word gedrukt.
De linker achterpoot kan ter plaatse los geschroefd worden, en opnieuw vastgeschroefd worden met een sterke schroeftol. De putjes in de vloer kunnen voorzichtig door een vloerenspecialist weggeschuurd worden en plaatselijk weer in de was gezet worden’.

De kosten voor het herstel schat de deskundige voor de bank op €150,– en voor de vloer op € 400,–.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Tussen partijen is een koopovereenkomst tot stand gekomen. Vanwege de positie van partijen is sprake van een consumentenkoop.
Op grond van artikel 7:17 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) moet de afgeleverde (gekochte) zaak – hier een bank – aan de overeenkomst voldoen. Uit artikel 7:17 lid 2 BW volgt dat een zaak niet aan de overeenkomst voldoet als zij, mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper daarover heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten.
Als een zaak niet aan de overeenkomst voldoet (ook wel non-conform of gebrekkig genoemd), dan heeft een koper in principe recht op aflevering van het ontbrekende, herstel of vervanging (artikel 7:21 BW). Dat zijn eigenlijk vorderingen tot nakoming. Als herstel of vervanging niet mogelijk is of in redelijkheid niet van de verkoper verlangd kan worden, dan kan de koper op grond van artikel 7:22 lid 1 BW de overeenkomst ontbinden of een passende prijsvermindering verlangen (dat laatste komt neer op gedeeltelijke ontbinding).
Voordat een koper deze rechten kan inroepen, moet hij de verkoper binnen bekwame tijd in kennis stellen van de gebreken (klachtplicht). De verkoper moet namelijk in de gelegenheid gesteld worden gebreken te herstellen. Omdat het hier een consumentenkoop betreft, gaat deze klachttermijn lopen op het moment van het ontdekken van het gebrek of de gebreken en niet al op het moment waarop het gebrek redelijkerwijs ontdekt had moeten worden (artikel 7:23 lid 1 BW).
Op grond van hetgeen de deskundige heeft gerapporteerd stelt de commissie vast dat niet de bank maar de vloer van de consument niet waterpas is en er derhalve viltjes onder poten waren geplaats om de bank stabiel te laten rusten op de vloer. Zulks kan de ondernemer dan ook niet worden verweten.
Naar het oordeel van de commissie moet de ondernemer in de gelegenheid worden gesteld de klachten op te lossen.
De commissie stelt vast dat de ondernemer daar ook toe genegen is.
Wat betreft de pootjes moeten deze door de ondernemer worden vervangen nadat de consument een keuze heeft gemaakt uit de reeds beschikbaar gestelde foto’s. Overeenkomstig de toezegging dient de ondernemer de onderkant van de bank te herstellen door andere boorgaten en een nieuw satinet onder het doek.

Wat betreft de schade is de ondernemer verantwoordelijk voor de door de expediteur tijdens de bezorging van de bank veroorzaakte schade.
De putjes in de vloer moet de ondernemer dan ook (doen) wegschuren en in de was (doen) zetten.
Wat betreft de overige schade is niet komen vast te staan dat deze is veroorzaakt door de expediteur en zal de commissie dan ook afwijzen.

Anders dan door de ondernemer betoogd heeft de consument wat betreft de schade wel degelijk de verzochte offerte opgestuurd. Voorts had de ondernemer naar het oordeel van de commissie meer dan thans de cliënt moeten blijven benaderen om in deze tot een oplossing te komen en kan zich dan ook niet beroepen op de omstandigheid dat de consument niet reageert.
Op grond van het voorgaande is de commissie dan ook van oordeel dat de klacht gegrond is.
Hetgeen partijen voorts nog naar voren hebben gebracht behoeft geen bespreking nu dit niet tot een ander oordeel kan leiden.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie verklaart de klacht gegrond en bepaalt dat de ondernemer de bank en de schade moet herstellen zoals hiervoor is overwogen. Daartoe dient de ondernemer binnen twee weken na verzending van deze uitspraak een afspraak met de consument maken en binnen 6 weken na verzending van deze uitspraak de bank en de schade hebben hersteld.
Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 152,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.

Wijst het meer of anders verzochte af.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Wonen, bestaande uit de heer mr. N. Schaar, voorzitter, de heer drs. T.M.M. Herpers, de heer dr. H.W.M. Joosten, leden, op 2 maart 2021.