Commissie: Sport en Beweging
Categorie: Annulering overeenkomst
Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
191242/194146
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Het geschil gaat over de vraag of het lidmaatschap van de consument tussentijds is geëindigd met wederzijds goedvinden. Volgens de consument is dat niet het geval. Het geschil gaat ook over de vraag of de ondernemer het lidmaatschap eenzijdig mocht opzeggen. De consument is van mening dat de ondernemer geen geldige reden heeft gehad om hem weg te sturen. De ondernemer geeft aan de consument al eerder een mondelinge waarschuwing te hebben gegeven voor zijn gedrag jegens de sportclub, clubleden en teamleden van de club. Vervolgens hebben de partijen een gesprek gevoerd waar, met wederzijds goedkeuren, is afgesproken dat de overeenkomst tussen de ondernemer en de consument werd ontbonden. De commissie stelt dat de ondernemer voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij de consument eerder mondeling heeft aangesproken op zijn gedrag. Hij heeft ook aannemelijk gemaakt dat de consument betrokken is geweest bij een aantal incidenten met leden, en dat de verhouding tussen de consument en de clubmanager verstoord is geraakt. Dit rechtvaardigt een tussentijdse opzegging. De commissie verklaart de klacht ongegrond.
De uitspraak
Onderwerp van het geschil
Het geschil gaat over de vraag of het lidmaatschap van de consument tussentijds is geëindigd met
wederzijds goedvinden. Volgens de consument is dat niet het geval. Het geschil gaat ook over de vraag of
de ondernemer het lidmaatschap eenzijdig mocht opzeggen.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt
het standpunt op het volgende neer.
Ik ben al jarenlang lid van deze sportschool op basis van jaarcontracten. Omstreeks eind december 2022 is
het laatste jaarcontract ingegaan. Op 5 augustus 2022 ben ik tegen mijn wil naar huis gestuurd en moest ik
mijn sleutel inleveren. De eigenaar van de sportschool had geen geldige reden om mij weg te sturen. Ik
begrijp dat hij een beroep doet op artikel 9.2 van de algemene voorwaarden. Dat beroep gaat niet op. Ik
heb niet onrechtmatig gehandeld. Ik ben wel betrokken geweest bij incidenten met enkele leden van de
sportschool en met de bedrijfsleider. Maar die incidenten waren niet ernstig van aard en ook niet alleen aan
mij te wijten.
Ik vind het niet correct dat de eigenaar heeft geweigerd met mij om de tafel te gaan zitten om een oplossing
te zoeken. Ik wil nog steeds toegelaten worden. Ik heb een zittend beroep. Sporten is voor mij belangrijk.
Dit is de enige sportschool in mijn woonplaats. Ik woon er ongeveer naast. De sportschool in [plaats] is te ver
weg. Bovendien had ik veel leuke contacten op deze sportschool en kwam ik er veel en graag. Dat mis ik.
Standpunt van de ondernemer
De eigenaar heeft de consument eind 2021/begin 2022 een mondelinge waarschuwing gegeven voor zijn
gedrag jegens de club, clubleden en teamleden van de club. Op 5 augustus 2022 hebben partijen een goed
gesprek in een vriendelijke sfeer gevoerd. Toen is afgesproken dat het lidmaatschap zou worden
ontbonden wegens het hebben van verscheidene ruzies met leden en het uitlokken van conflicten/ruzies
met zowel leden en personeel die zich afspeelden in de weken daarvoor. De ruzies die consument heeft
uitgelokt, hebben direct geleid tot meerdere opzeggingen van andere clubleden. Daarnaast heeft de
clubmanager bijna ontslag genomen als gevolg van de acties van consument. Het gesprek dat plaatsvond
op 5 augustus 2022 werd afgesloten met een overeenkomst. Deze overeenkomst hield in dat wanneer
beide partijen akkoord gingen met het vroegtijdig beëindigen van het lidmaatschap het lidmaatschapsgeld
van de maand augustus en het betaalde sleutelgeld van de toegangssleutel terug zou worden overgeboekt
via banktransactie op 8 augustus 2022. Hier gingen beide partijen mee akkoord. De consument heeft na
zijn akkoord de toegangssleutel teruggegeven. Het beloofde sleutelgeld is zoals afgesproken op 8
augustus 2022 via banktransactie terugbetaald. Het lidmaatschapsgeld voor augustus is gestorneerd.
Ik heb niets tegen de consument persoonlijk. Maar ik wilde niet dat mijn clubmanager zou vertrekken en ik
wilde ook verdere leegloop van leden voorkomen. De sfeer op de sportschool is heel belangrijk. Die mag
niet bedorven worden. Ik heb de sportschool nog niet zo lang geleden overgenomen. De corona-periode is
heel moeilijk geweest.
Het is begrijpelijk dat de consument wil sporten. Maar daarvoor kan hij ook bij een andere sportschool
terecht, bijvoorbeeld bij de sportschool in [plaats]. Hij kan bovendien een buitensport gaan beoefenen. Zijn
gezondheid hoeft dus niet te lijden onder deze opzegging.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De ondernemer heeft het initiatief genomen om de overeenkomst te beëindigen. Het gesprek daarover
tussen partijen is in een goede sfeer verlopen. Daarover zijn zij het eens. En na afloop heeft de consument
ook zijn sleutel ingeleverd. Maar een goed verlopen gesprek is onvoldoende om te concluderen dat de
consument een beëindigingsovereenkomst heeft willen sluiten. Dat brengt mee dat de commissie moet
beoordelen of de ondernemer het lidmaatschap eenzijdig mocht opzeggen.
De ondernemer beschikt niet over een klachtendossier. Hij had er beter aan gedaan zo’n dossier bij te
houden. Ook een waarschuwing kan maar beter worden vastgelegd om misverstanden over de aard en de
ernst te voorkomen.
In deze zaak heeft de ondernemer zonder dossier toch voldoende aannemelijk kunnen maken dat hij de
consument eerder mondeling heeft aangesproken op zijn gedrag. Hij heeft ook aannemelijk gemaakt dat de
consument in de weken voor 5 augustus 2022 betrokken is geweest bij een aantal incidenten met leden, en
dat de verhouding tussen de consument en de clubmanager verstoord is geraakt. Dit rechtvaardigt een
tussentijdse opzegging. Het bepaalde in artikel 9.2 van de algemene voorwaarden over onrechtmatig
handelen staat daaraan niet in de weg. De incidenten waren ook niet onbeduidend. Tussen partijen is niet
in geschil dat de emoties zo hoog zijn opgelopen dat er gescholden is, dat verschillende leden vanwege de
incidenten hebben opgezegd en dat de clubmanager heeft gedreigd ontslag te nemen.
De ondernemer mocht zijn belang bij behoud van de clubmanager en het voorkomen van verdere
opzeggingen zwaarder laten wegen dan het belang van de consument. De commissie realiseert zich dat de
consument voor zijn gezondheid moet kunnen trainen en dat hij de sociale contacten mist. Maar de
commissie verwacht dat hij daarvoor in of nabij zijn woonplaats goede alternatieven kan vinden.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie verklaart de klacht ongegrond en wijst het door de consument verlangde af.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Sport en Beweging, bestaande uit mevrouw mr. H.A.M.
Pinckaers, voorzitter, de heer J.G. Boelens MSm, mevrouw mr. E.J.P.J.M. Kneepkens, leden, op 10 februari
2023.